Karel Van Wijnendaele

Karel Van Wijnendaele

Peetvader van de Vlaamse wielersport Karel Van Wijnendaele laat in een vierdelige nabeschouwing ongeremd zijn licht schijnen op het wielerjaar 2014. Gisteren las u deel 1. Vandaag deel 2.

  1. Een schertsvertoning te Robaais

Wat een hoogdag moest worden, is uitgedraaid op een flets schouwspel waarbij de groten der aarde vergaten te koersen. Ofschoon Parijs-Robaais al enkele jaren naar de afgrond aan het glijden is. De laatste jaren winnen er alleen maar Kempenzonen of Zwitsers en dit jaar was het zelfs de beurt aan een Hollander. Zoals Michel Wuyts het nochtans zo schoon zegt: de wegen tussen Parijs en Robaais zijn Vlaamse wegen. We zouden het niet beter kunnen uitdrukken. De Vlaamse Wielerbeweging is meer verwant met de kinderkopkes van Parijs-Robaais dan met Waalse toeristentochten als Luik-Bastenaken-Luik of de Waalse Pijl, waar we ons soms zelfs in de Ronde van Frankrijk wanen. Zo saai! Zo slaapverwekkend! Zo langdradig! Waar ontbreekt het aan? Is het voorjaarsmoeheid? Is het omdat de mensen er Frans spreken? Dat laatste ongetwijfeld ook, maar in hoofdzaak omdat de mensen er de taal van het wielrennen noch spreken noch begrijpen. De bezieling voor de koers verstaan zij niet!

Met een tweehonderdtal renners stonden zij aan de start in Compiègne. Voor de 112de keer. Klaar voor een historische strijd. Want in Parijs-Robaais wordt net als in de Vlaamse voorjaars wedstrijden het zo schone verleden tot leven gebracht. Fietsen over woeste en onbegaanbare wegen te midden van lieflijke velden waar de boer zijn gewassen oogst. In de Vlaamse renners hun geest borrelt er dan onbewust een soort duistere kracht op. Zij voelen als geen ander de verbondenheid met die grond, met de natuur. Het zet hen aan tot heroïsche daden waarover de mensen nog lang daarna zullen spreken. Ofschoon het een Kempenzoon is, was het Tom Boonen die als eerste dit voelde. Hij deed iets wat we zelden van hem zien: aanvallen op enkele lichtjaren van de aankomst.

Wat speelde er in zijn koppeke? Overmoed? Het regende niet! Het tempeeste niet! Het was een zacht lentezonnetje dat de gekromde ruggen van de renners verwarmde. Van een echte Parijs-Robaais is dan geen sprake. Dan kunnen Kempenzonen zich meten met het superieure West-Vlaamse ras. Boonen snokte en sleurde. Hij snauwde, sakkerde en klaagde. Maar het werkte. Zijn overgebleven metgezellen zetten zich schoon om beurten op kop tot de voorsprong een minuut bedroeg. De oersterke Vanmarcke en de Zwitser Cancellara zetten de achtervolging in en de voorsprong smolt weg als sneeuw voor de zon. Was Boonen dan toch niet zo sterk? Reed hij daar plots alleen! Nog 35 kilometer fietsen. Michel Wuyts heeft men toen horen roepen tot over Het Kanaal.

Elk geroep en getier ten spijt werd Boonen alras weer bij de lurven gegrepen en kwam hij in de verdrukking te zitten. Hij reed lek! Terwijl van voren Vanmarcke en Cancellara de spierballen rolden. Hij sleurde aan de kop, in de gedachte dat zijn kansen verloren waren. En wie nam hij mee? Terpstra. Hij forceerde de poort voor Hollands glorie. Want niet veel later reed die Terpstra solo. De grote kanonnen wilden hun kruit sparen voor de sprint. Voor een tweede plaats. Maar de koers was door de droogte niet afmattend genoeg geweest. Wie zat daar nog in de kopgroep? De Engelsman Wiggins! Een Tourwinnaar en begenadigd pistier. Alsook Geraint Thomas, ook een sterk pistier. Zo goed lagen de kasseien er dus bij! Parijs-Robaais is zonder regen niet lastig meer genoeg. Je hoeft geen kampioen te zijn om dit monument te winnen.

Maar Terpstra rijdt voor de West-Vlaamse wielerequipe Omega Pharma-Quickstep. Niet meer dan een doekje voor het bloeden. Sluw is hij wel. Geheel zijn ploegbaas! In de Ronde der Lage Landen gaf hij voor de ogen van de camera’s een kwak aan Maarten Wynants. Nooit gezien! Nooit meegemaakt! Verwacht een mens niet van een winnaar van Parijs-Robaais. Bij de troepen van Omega Pharma deden ze er het stilzwijgen toe. Zelfs Patrick Lefevere zweeg angstwekkend in alle talen over dit voorval. Allerminst zijn gewoonte. We kunnen niet in het hoofd van anderen kijken en zeker niet in dat van Mac Bolle, maar we zijn er haast zeker van: mocht de beruchte kliek der Flandriens van de mysterieuze Mac Bolle nog bestaan en was Terpstra van Vlaamsen bloede geweest, hij zou zeker tot deze groep behoren!

  1. De vermiste kampioen in Tom Boonen

De vaderlandse pers zwijgt geen seconde over Tom Boonen. Elke gelegenheid wordt te baat genomen om hem te vernoemen, op een piëdestal te zetten, te adoreren en te savoureren. Waarom? Ik zie het niet. Men dichtte hem zelfs kansen toe om wereldkampioen te worden! Met op kop mijn goede vriend van de beeldende pers Michel Wuyts. Ik ken Michel al langer. Van alle journalisten heeft hij de meeste zin voor overdrijving en ik schrik soms van zijn doorgedreven nationalistisch discours, maar zijn euforie en enthousiasme over Boonen komen recht uit zijn hart. Kinderlijk blij wordt hij als hij Boonen met enkele forse lendenrukken ziet uithalen en zijn tegenstanders pijn doet. Dat is niet gespeeld, maar puur en oprecht!

Gelukkig zijn wij er nog om gans nuchter en eerlijk de realiteit te onderstrepen. Renners uit de Kempen zullen nooit de begeestering opwekken die collega’s uit de Vlaanders wel kunnen oproepen. Het is gans waar dat Tom Boonen het eerste rastalent is dat de Kempen heeft voortgebracht sinds Rik Van Looy. En daarvoor was het al geleden van Denis Verschueren. Misschien wel de beste van de drie. Boonen is rijker bedeeld met talent en kunde door Moeder Natuur dan Sep Vanmarcke of Stijn Vandenbergh. Maar kent hij wel de bereidheid om opofferingen te maken? Om het onderste uit de kan te halen? Ik twijfel een ogenblik. Hij nam zelfs ooit zijn toevlucht tot geestverruimende genotsmiddelen. Waar ontbrak het hem aan? Wilskracht, durf, moed? Wij weten het! Hij komt uit de Kempen!

Waarom bleven de Kempen ten achter bij de Vlaanders? Ik heb daar al vaker inkt en papier aan verspild. Hoe dat komt? De Kempen ademen geen wielrennen. Er is geen begeestering voor de koers. Boonen waaiert zo nu en dan uit naar Monaco, omdat hij in de Kempen steun en standvastigheid mist. De verbondenheid met zijn grond is zo groot dat hij deze verlaat voor een nul meer op zijn bankrekening! Dat zal een West-Vlaming niet proberen!

Ofschoon hij nu zijn palmares vult met koersjes waar niemand zijn slaap voor laat, won hij ooit de grootste wedstrijden. Maar dat was meer zaak van geluk, oratorisch vermogen en tactische overwegingen dan van kunde en begeestering. Waarom de sterke West-Vlaming Leif Hoste zo lief was om Boonen mee te nemen over De Muur in de Ronde van Vlaanderen van 2006? Of waarom Ballan en Cancellara in 2008 in Parijs-Robaais met Boonen naar de piste reden zonder enige poging tot demarrage? En zich daar gewillig lieten afslachten in de sprint zonder ook maar één keer een poging te ondernemen er onderuit te muizen. We zullen het nooit weten.

Zolang de ogen niet opengaan, zullen we dit onderwerp moeten blijven aansnijden. De oostelijke landshelft met de Limburg, de Kempen en Haspengouw beschikt wel over krachtige, jonge atletische lijven, maar mist de kennis en begeestering inzake wielerkunde. Toch is niet alles hopeloos verloren! Laat de grootste talenten reeds op jonge leeftijd verhuizen naar de Vlaanders zodoende ze op tijd de juiste lucht kunnen inademen en leren wat echte passie voor de sport is. Leer hen weer op de juiste manier in contact komen met de natuur! Onderricht deze over de allergrootste iconen van weleer als Rieten Van Lerberghe en Marcel Buysse! Alleen zo kan een bloeiende toekomst van de Vlaamse wielersport gevrijwaard blijven.

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)