Afgelopen Tour de France was er weer een enorm verlies voor een Nederlander in de laatste week. Mollema ging onderuit en verloor minuten. Hij verloor zoveel tijd dat hij van de 2e naar 10e plek in het klassement duikelde.

Eerlijk gezegd tekende de mindere benen van Mollema zich al af in de etappes daarvoor. Hij had een slechte dag richting Finhaut-Emosson en reed de volgende dag ook geen geweldige tijdrit. Van eerdere edities wisten we al dat Mollema niet persé verbeterd in de laatste week en dan gaat hij óók nog onderuit! Zonder hulp van zijn ploeggenoten probeerde hij nog aan te sluiten bij de favorieten, maar het licht ging uit. Twee en een halve week zo goed rijden en dan een podiumplaats verliezen in de laatste dagen. Dat doet pijn. In eerste plaats bij hem zelf, maar zeker ook bij ons. De wielervolgers, de fans.

Voor de derde keer achtereen verliest een Nederlander een podiumplek in het slotstuk van een grote ronde. Hadden we vorig jaar Dumoulin die op de laatste dag zijn rode leiderstrui in de Vuelta verloor, dit jaar is er het Trauma van Kruijswijk met de sneeuwmuur in de Giro en nu Mollema in de Tour. Tel daarbij op de ongelukkige val van Dumoulin en we kunnen concluderen dat het niet mee zit. Voor het gemak vergeten we dan even de ritwinst van laatstgenoemde in de epische rit naar Andorra en zijn winst in de tijdrit.

Natuurlijk zijn er genoeg stuurlui aan wal die dit ’typisch Nederlands’ vinden, want verliezen doen wij Nederlanders meer dan winnen. Veilig vanaf de bank kunnen we roepen: “Zie je nou wel, gaat het weer fout”. Gelijk wanneer een Nederlandse band een wereldplaat maakt, dan noemen we dat “on-Nederlands” goed. Hoezo “on-Nederlands”? Waarom kunnen wij niet iets heel goed? Vergeten we niet dat wij op heel veel vlakken tot de absolute wereldtop behoren? Op het gebied van sport, maar ook niet in de laatste plaats op het gebied van levensstandaard.

In Nederland is ambitie uitspreken gelijk aan praatjes hebben. Geloof in jezelf wordt verward met arrogantie. Steek je boven het maaiveld uit, dan wordt in een oogwenk je kop er af gemaaid. Misschien willen we onze sporters juist zien verliezen. Dan blijven ze lekker dicht bij ons. Het zou wat zijn wanneer een landgenoot wel iets fantastisch presteert, terwijl wij onderuit gezakt op de bank liggen…

Wij willen simpelweg niet met onze neuzen op de feiten gedrukt worden. Als een landgenoot grandioos wint, betekent dat wij dat ook moeten kunnen. Daarmee wordt onze eigen tekortkoming bloot gelegd en dat is niet fijn.

Nou ik heb slechts nieuws: Mollema heeft gisteren een Tour gewonnen. Ik zeg niet dat Mollema ooit de Tour wint, maar hij plaveit wel de weg voor een Nederlander om de Tour te winnen. Door wederom zo groots te verliezen slaat hij een gat in de ziel van wielerminnend Nederland. Samen met Kruijswijk en Dumoulin heeft Mollema ons een nieuw nationaal trauma bezorgt. Maar ergens in de Nederland zat er een jongetje met tranen in zijn ogen naar de TV te kijken. Hij wilt niet dat één van zijn idolen verliest, want in wielrennen telt maar één ding: Winnen. Dát jongetje zweert dat hij op een dag níét zal verliezen! Schijt aan alle Nederlanders die liever niet hebben dat hij boven de rest uitsteekt, hij zal wél zijn nek uitsteken, verliezen, vallen en weer op staan, maar er komt een dag. Op die dag, misschien pas over 10 of 20 jaar, zal het jongetje terug denken aan de pijn van het verlies en dwars door alle andere pijnen fietsen om de eindwinst te pakken.

Om groots te kunnen winnen, moet je eerst heel groots kunnen verliezen.

mollema1

mollema2

mollema3

mollema4

mollema5

Arnout Tamerus
Laatste berichten van Arnout Tamerus (alles zien)