Koos Rook heeft in 1978 stoute plannen. Hij heeft met zijn semi-professionele wielerteam in 1976 en 1977 kunnen proeven van wielrennen op hoog niveau. Nu wil hij met formatie Jet Star Jeans doorstoten naar het hoogste niveau. Voor de broodnodige inspiratie haalt hij op de ploegenpresentatie Wim van Est van stal. Die gaat ‘op zijn Pellenaars’ verbaal los op de nieuwe ploeg.

Een profploeg opstarten kan in de jaren ’70 nog erg makkelijk. Eerder bespraken we hier al de streken van Ton Vissers.

jetstarKoos Rook is wat serieuzer van aard. Hij begint voorzichtig in 1976 met een semi-profploeg ‘De Onderneming’. De Onderneming is een oliehandel van de gebroeders De Pater uit Gouda. Zij hebben zakelijke contacten met Nico de Vries van Frisol. De Vries heeft een serieuze wielerploeg uit de grond gestampt waar mannen als Jan Raas, Cees Priem, Fedor den Hertog en zelfs Luis Ocaña onderdak hebben.

De Vries raadt de gebroeders De Pater aan om een regionaal getinte ploeg op te starten die zich vooral richt op de nationale wedstrijden. Na twee jaar vooral nationale koersen is het nu tijd voor expansie. Rook is ambitieus in 1978 maar blijft met beide benen op de grond. “We hebben geen superformatie, maar met dit dit materiaal moeten we toch enkele overwinningen kunnen boeken dit jaar.”

De Rotterdamse jeansfabrikant Jet Star neemt de sponsoring van De Onderneming over en staat garant voor een jaar. De middelen zijn in vergelijking met ‘De Onderneming’ flink verruimd. Zo reist de formatie meteen af naar de Middellandse Zee voor de plaatselijke ronde.

Ervaren krachten

Koos Rook is in zijn nopjes met zijn team. Ervaren krachten als Jan Krekels, De Ruiter, Van Gerwen en Jan Hordijk zijn gebleven. De ex-Raleighprof Co Hoogendoorn is toegevoegd aan de ploeg.

Daarnaast moet de ploeg het doen met louter onervaren neo-profs. Hans Langerijs maakt er zijn profdebuut en Adrie van Houwelingen begint bij Jet Star zijn profcarrière.

Eenheid

Koos Rook hamert tijdens zijn ploegpresentatie op eenheid. “De eenheid van de ploeg zal het moeten doen. Vorig jaar had ik in Tino Tabak en Gerard Vianen twee jongens in de ploeg die bezig waren met het afbouwen van hun professionele carrière. Dat kwam de homogeniteit van de ploeg niet ten goede. Ik kan nu al constateren dat er veel meer motivatie in de ploeg zit in vergelijking met vorig jaar.”

Aanpassen

Koos Rook zet vooral zij kaarten op Jan Krekels. Daarnaast heeft hij goede hoop dat Gerrie van Gerwen en Jan Hordijk goede uitslagen rijden. Wat betreft de jongeren houdt hij een slag om de arm. “Als één van de jongeren doorbreekt, zou ik al heel gelukkig zijn, het is me om het even wie dat is.”

De nieuwelingen zelf zijn op de presentatie wat schuchter. Ze doen niet aan grootspraak, zijn zelfs bijzonder bescheiden. Het lijkt erop dat de neoprofs een grote mate aan respect hebben voor het profpeloton, er zelfs enorm tegen op zien. Woorden als ‘aanpassen’, ‘wennen’ en ‘uitrijden’ worden veelvuldig door de talenten gebruikt. Had Koos Rook dit voorzien en daarom Wim van Est uitgenodigd? Wim van Est zou als afsluiting van de ploegpresentatie een afsluitende toespraak houden. Alsof ‘De Wimme” opnieuw met de afdaling van de Aubisque bezig was. Met zoveel hartstocht stak hij het nieuwe team een hart onder de riem.

Aanpassen, wennen en uitrijden. Willem had het hoofdschuddend aangehoord. Nu mocht hij wat zeggen. En dat zou hij; “Wat aanpassen? Weg met die flauwe praat. Erin vliegen, karakter tonen, durven. Afzien moet je toch in je leven, dus waarom niet rammelen met die kast? Laat je niet verblinden door de grote namen in het peloton. Ge hebt net zo goed twee benen, ge kunt oe net zo goed soigneren, net zo vroeg naar bed.”

Om daarna toch nog een keer ouderwets uit de bocht te vliegen: “Vergeet echter nooit, als beroepsrenner slagen is net zo moeilijk als geboren te worden als oud paard in de dierentuin.”

Bron: Het Vrije Volk, 25 januari 1978

Maurice Beerthuyzen