Wordt het Mathieu van der Poel of wordt het Wout Van Aert zondag op het WK veldrijden in Valkenburg? Een Nederlander of een Belg? Er was een tijd dat die vraag over andere renners werd gesteld. Zoals: zou het Roland Liboton worden of Hennie Stamsnijder?

In het Baskische Tolosa werd het in 1981 Hennie Stamsnijder.

Stamsnijder stapelde als veldrijder in de jaren zeventig en tachtig de Nederlandse titels en gewonnen eindklassementen in de Superprestige op en vocht verbeten duels uit met Liboton. Stamsnijder blonk door zijn lange benen in het veld het gemakkelijkst uit als er veel gelopen moest worden en werd behalve wereldkampioen veldrijden ook zeven keer Nederlands kampioen, nam op de weg twee keer deel aan de Tour de France (een keer opgegeven met diarree, een keer uitgereden) en aan de Olympische Spelen in Montréal op de baan.

Discipline was alles, wist hij. Journalisten die kwamen aanbellen voor een interview – dat ging in die tijd nog zo – zagen een bordje aan de deur met daarop: ‘Gelieve niet aan te bellen na acht uur ’s avonds’. Dan werd er namelijk niet meer opengedaan. “Als ik terugkijk op mijn carrière denk ik weleens: misschien was ik niet zo’n prettig mens voor mijn omgeving. Het was heel erg: kleppen op en gaan”, vertelde Stamsnijder, toen we in 2016 bij Shimano in Nunspeet, waar hij werkt, aan tafel zaten.

Hij crosste in het veld ook tegen Albert Zweifel, Beat Breu, Pascal Richard en Klaus-Peter Thaler, maar als de pees er echt op gelegd werd, bleven er doorgaans maar twee overeind: Liboton en Stamsnijder. “Door Stammie zat er altijd druk op de ketel”, herinnerde Roland Liboton zich in zijn biografie ‘Ik ben de grootste’. “Door zijn enorme uithouding en regelmatigheid was hij een prima klassementsrijder. Hij had misschien niet de superklasse, maar hij kon afzien als een beest.”

In die mentaliteit werd Stamsnijder gesteund door Roger De Vlaeminck. Die belde hem als adviseur net voor de start van het WK in Tolosa nog op om uit te leggen hoe hij in de modder wereldkampioen kon worden: ‘Fel van bij het vertrek, de mannen laten bijkomen, drie, vier ronden piano aan en er dan in één machtige rush van doorgaan.’ En kijk: met het nummer 23 verborgen onder de modder reed hij na een uitgeregende wedstrijd zwaaiend met z’n rechterhand lachend als de nieuwe wereldkampioen over de finish.

Het WK veldrijden in Lembeek in 1986 wil op nostalgische momenten in huize Stamsnijder ook nog weleens de revue passeren. Albert Zweifel won er voor Pascal Richard en Stamsnijder. Liboton werd toen nochtans onklopbaar geacht. Er is wel “één enorm verschil tussen de twee topfavorieten”, signaleerde reporter Mark Uytterhoeven in zijn verslag op de toenmalige BRT. “Liboton heeft geen kinderen en dat leverde Stamsnijder alvast deze extra steun op.” In beeld verscheen een jongetje in de modder met een rode bivakmuts en een houten plakkaat: ‘Hup papa’, stond erop, met daaronder in kleine letters: ‘Rob S.’

Beeld: Youtube/Sporza

Af en toe, zo vertelde Stamsnijder nog, krijgt hij onverwacht een flashback naar zijn carrière in het veld. Zoals toen hij een paar jaar geleden aanwezig was bij een etappe van de Tour de France die finishte in Turijn. Aan het eind van de avond stapten vier mensen op een terras naar hem toe. Supporters van Liboton. Ze kwamen hem hartelijk bedanken voor de strijd die hij met hun idool had geleverd en hoe ze daar van genoten hadden.

“Wat is er nu mooier dan dat supporters je na zoveel jaren nog op zo’n manier herinneren?”, lachte Hennie.

Hup Wout! Hup Mathieu!

Raoul De Groote