Af en toe kijk ik er nog eens naar. Tijdens lange nachten, met een hete mok thee. La Redoute – Lieja 1999, of de psychologie van de topsporter.

De context: wonderkind en enfant terrible Frank Vandenbroucke vertelt aan iedereen die ’t horen wil dat hij en niemand anders de Ardennenklassieker wint. Michele Bartoli, triomfator van Lieja en de wereldbeker in 1997 en 1998, heeft zere tenen.

Dan komt La Redoute. Ligt in het moderne wielrennen te ver van de meet om een echte rol van betekenis te spelen in het koersverhaal. Zo niet deze keer. Bartoli verhoogt stelselmatig het tempo – il guerriero wil een tegenstander wurgen.

Bekijk het filmpje, volg de Cofidis. Hij komt van ver.

VDB nadert, kijkt Bartoli in de ogen en geeft er een snok aan. Kijk goed: ze spurten op la Redoute! Snok twee is de goede. Nooit vloog iemand zo snel een berg op.

Spoel terug, kijk nog eens. Volg de Cofidis.

“België heeft weer een held,” klinkt het daags nadien in de Europese kranten. “Het man-tegen-man-gevecht met Bartoli op La Redoute, een kamp van twee volbloeden uit de beste stallen, leverde één van die prangende beelden af, waarmee het boek van de wielergeschiedenis groots en boeiend wordt gemaakt.”

En ook: “Michele Bartoli heeft in hem zijn meester gevonden, op zijn terrein, waarop hij twee jaar na mekaar domineerde en waarop hij, woensdag nog in de Waalse Pijl, spectaculair boven al zijn tegenstanders uitgroeide. Na het duel, man tegen man, op La Redoute, verloor Bartoli alle zelfvertrouwen, misschien ook voor de verdere toekomst.”

Na zijn triomf, il Bimbo: “Ik reed met Bartoli elleboog tegen elleboog La Redoute op en zag hoe de Italiaan kraakte. Een mooi moment. Daar kreeg ik de indruk dat ik de beste was. Ik reed de grote concurrent op zijn terrein los en het gaf me vleugels.”

Wie te hoog vliegt, verbrandt zijn vleugels. Maar dat probeer ik altijd even te vergeten, wanneer ik naar La Redoute – Lieja 1999 kijk, in de tijdsgeest van toen.

Spoel nog eens terug.

Ken Lambeets