Tom BoonenOp het moment ligt Tom Boonen in bed, te malen. Hij is geen schim van de renner die vorig jaar elke straatsteen van de voorjaarsklassiekers kapot reed en realiseert zich dat zelf als geen ander. Tom Boonen in 2013 is niet de Tom Boonen van 2012. Na een subliem seizoen het afgelopen jaar staat Tom Boonen dit seizoen overal te boek als topfavoriet. Omstandigheden hebben het opportunisme al wat getemperd, maar favoriet is de Belgisch kampioen nog steeds. Gezien de summiere kans op een overwinning, komt het spreekwoord in de koers het best tot zijn recht: aan de top blijven is moeilijker dan aan de top komen.

Tom Boonen is het levende bewijs. Tom Boonen wil het alleen niet onder ogen zien. Als hij denkt aan vorig jaar, aan de tijd dat hij iedere willekeurige renner van het peloton volledig naar de kloten kon fietsen, schiet zijn hart vol van tranen. Hij kan niet geloven dat vorm het meest onverklaarbare fenomeen van de mensheid is, ook al is zijn vorm deels verklaarbaar. Met zijn erelijst in het achterhoofd is de frustratie te begrijpen. Als Tom Boonen aan de start staat, is hij niet één van de 180 renners. Vanwege zijn staat van dienst kan hij geen enkele koers onopgemerkt uitrijden. Onmogelijk. En wat er ook gebeurt tijdens de Ronde van Vlaanderen, Tom Boonen is daar altijd in beeld.

Tijdens de Ronde van Vlaanderen zag Tom Boonen geen andere optie dan zichzelf tegen het asfalt te gooien. Hij kermde, huilde als een baby. Happend naar adem na iedere snik lag hij in de berm te wachten tot hij door de achterdeur zou verdwijnen. De tranen hadden niets te maken met de flexibiliteit van het wegdek waar hij overheen schoof als een schijf op een sjoelbak. De tranen kwamen voort uit pure wanhoop, onmacht en radeloosheid. Verdwijnen door een smakkerd was minder pijnlijk dan zoek gereden worden in zijn eigen koers, maar het verdriet hebben we allemaal kunnen zien.

Eric Mijnster
Laatste berichten van Eric Mijnster (alles zien)