Een paar weken geleden riep ik uw hulp in, omdat ik wilde weten wat het mooiste wielerwoord in de Nederlandse taal was. Zelf kon ik niet kiezen.

Nou, u wel. Massaal.

U koos voor chasse patate als Mooiste Wielerwoord.

Prima, weet ik dat ook weer. Van harte, chasse patate!

Nu een tweede – en voorlopig laatste – vraag. In mijn gezagvragende zakwoordenboek voor iedereen die wel eens koers kijkt De Kleine Heinen nam ik, behalve een hele hoop bestaande wielerwoorden, ook een trits woorden en begrippen op die vooralsnog niet bestonden. Tenminste: niet voordat ik ze had verzonnen, want hoeveel meer kan een woord bestaan dan in een woordenboek te worden opgenomen?

Zelfs wanneer het een zakwoordenboek betreft.

Enkele voorbeelden van zulke woorden en uitdrukkingen, bedoeld om het toch al zo ruim gesorteerde wielervocabulaire nog van wat nieuw bloed (haha, nieuw bloed) te voorzien:

  • Achter de bergen bevindt zich het dal. Spreekwoord dat sprinters gebruiken om de moed erin te houden, bijvoorbeeld in Giro’s of Vuelta’s met meer aan- komsten bergop dan op het vlakke.
  • Aerodynamo. Druppelvormige gelijkstroomgenerator die op een tijdrit- fiets kan worden geplaatst als men zo licht mogelijk te- gen de wind in wil rijden. Met name handig voor avondetappes.
  • Avocadotype. Soort renner met meer pit dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Daarnaast ook een renner die het eigenlijk op alle terreinen goed doet, zowel in een groot gezelschap als solo.
    Kan ook negatief bedoeld zijn: een — is een renner die nergens in uitblinkt, een weinig uitgesproken type dat bovendien maar heel korte tijd rijp is.
  • Belokicomplex. Complex waarvan eigenlijk niemand zich herinnert wat het ook alweer betekent.
  • Meerennerheropvoedingscursussen. Door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gesubsidieerde cursusweken in Schotland waarin meerenners onder leiding van psychologen en voormali- ge meerenners aan hun gedrag proberen te werken.
  • Na-na-nananana-Tourcriterium. Na-Tourcriterium dat veruit de meeste bekende Tourren- ners aan de start heeft staan en om die reden – heel kin- derachtig – de andere na-Tourcriteriums van een afstand- je staat uit te jouwen.
  • Ontvolgen. Jezelf online laten lossen.
  • Tapasachtervolging. Kleine hapjes van een voorsprong nemen.
  • Waaierbanaan. Gele, kromme vrucht die wordt genuttigd tijdens een waaieretappe.

Enzovoort, enzovoort.

Alles wordt voortdurend vernieuwd. Dat kun je leuk vinden of niet, maar het is onvermijdelijk. Mijn nieuwe wielerwoorden zijn niets anders dan wat eerste suggesties op het gebied van de modernisering van de wielertaal. De mogelijkheden zijn echter eindeloos. Welk woord verdient een plek in het vocabulaire van onze geliefde commentatoren en de vermetele verslaggevers op de motor? Welk nog niet bestaand begrip zou ingewikkelde koerssituaties precies goed kunnen duiden? En welk (vooralsnog fictief) gezegde verdient het om in wielerdiscussies tijdens verjaardagen te worden ingezet, met alle onbegrip van dien?

Kortom: wat is uw bijdrage aan de nieuwe wielertaal? Alle inzendingen worden gewogen door een partijdige jury (ikzelf) en de meest onbegrijpelijke uitbreidingen van het bestaande vocabulaire verdienen een exemplaar van De Kleine Heinen, het standaardwerk voor niet-bestaande wielerbegrippen in Nederland en Vlaanderen. Mocht u dit boek al in huis hebben – dat zou de jury niets verbazen – dan kan er in overleg met de organisator van deze wedstrijd (Het is Koers) tot een andere, passende beloning.

Stuur je suggestie(s) via Twitter, Facebook of mail. Vergeet geen gebruik te maken van de hashtag #waaierbanaan.

Frank Heinen