Hij solliciteert, maar hij vangt telkenmale bot dat hij eraan denkt een hondenasiel uit te baten. Toch werpt Davide Rebellin de handdoek niet in de ring. (U moet nu aan Thomas Dekker denken, dat weet ik. Zieke geest.) Dat bewijst onderstaande sollicitatiebrief.

Beste werkgever,

Ook volgend jaar wens ik nog in het profpeloton te functioneren. Nee, niet als ploegleider, als masseur of als bestuurder van een busje vol genodigden die makkelijker kaviaarsoorten uit de Kaspische Zee van elkaar onderscheiden dan Sagan van Froome. Gewoon als actief wielrenner.

Davide Rebellin. Zo heet ik. Laat ik me kort voorstellen. Ik ben 45 jaar, getrouwd en mijn hobby’s zijn fietsen. U kunt me kennen van ergens. Het lijkt al zo lang geleden, maar ik won ooit behalve drie keer de Waalse Pijl: Luik-Bastenaken-Luik, de Amstel Gold Race, het Kampioenschap van Zürich, de Clasica San Sebastian, Rund um den Henninger Turm, zowat elke Italiaanse eendagswedstrijd, Parijs-Nice, Tirreno-Adriatico, een etappe in de Giro waarin ik ook zesde werd en de roze trui droeg en dan vergeet ik her en der nog wat. Voor mijn niet te tellen ereplaatsen in klassiekers, WK’s en etappewedstrijden verwijs ik u graag door naar mijn cv in bijlage.

Is het niet ridicuul dat een renner met dit palmares iedere deur in het gezicht geblazen krijgt? Men durft het niet openlijk zeggen, maar het is mijn verleden dat groter is dan mijn toekomst. Leeftijdsdiscriminatie is strafbaar. Hoe kun je dat met zekerheid stellen over iemand die prof werd in het jaar dat Denemarken het EK voetbal won, Indurain zijn eerste Giro en zijn tweede Tour won, Bosnië en Herzegovina zich onafhankelijk verklaarde, de Bijlmerramp plaatsvond, Bill Clinton de presidentsverkiezingen in Amerika won, Linford Christie olympisch kampioen werd op de 100 meter en Dafne Schippers het levenslicht zag? Misschien is hij het wel die het eeuwige leven bezit.

Alle mogelijke bezwaren compenseer ik met mijn ervaring. Leeftijdsgrenzen zijn beperkingen ontsproten in het menselijke brein. Waarom stoppen op je 38ste als je innerlijke drang al die jaren intact is gebleven? Wat zeg ik? Die vergrootte alleen. Elk jaar nadert het laatste jaar met een jaar. Een gruwelijke gedachte. Ik train als een bezetene, ben obsessief met voeding bezig en benader wielrennen wetenschappelijk met de zegen van God. Alles voor dat ene doel. Wat dat is? De Ronde van Lombardije blijft een vreselijke lacune op mijn erelijst. Die sprint tegen Bartoli in 2002 kost me nog altijd slaap.

Ik heb de moraal van het wielrennen zien veranderen. Ik weet perfect hoe ver ik kan gaan, hoe de dingen werken. U snapt wel wat ik bedoel. Meer woorden hoeven hier niet aan besteed. Of ja dat ene detail. Omdat ik vermoed dat, hoewel ik uw gezicht alleen maar kan verbeelden, uw gedachten dit zullen oprakelen. 2008? Het is bijna tien jaar geleden. Wie liet zich nooit op een jeugdzonde betrappen? Ik had er de leeftijd voor, ik was met moeite 37. Dan denken mensen gauw aan de piste die acceptabel klinkt, die ligt in de lijn der verwachtingen. Een Italiaan van 37, ja natuurlijk. Geheel onterecht. De Italiaanse justitie verklaarde me vorig jaar onschuldig.

Eerherstel. Gerechtigheid. Ook niet helemaal. De kranten hebben hun schreeuwende koppen gespuwd, mijn proces is gemaakt, voor de mensen is Davide Rebellin een dopingzondaar. Of denkt u dat er een krant is die mea culpa slaat, haar voorpagina met vette letters heeft bedrukt die mijn onschuld bevestigen? Vergeet het maar. Kranten willen verkopen, indien nodig op de kap van het heil van mensen. Mijn schorsing duurde geen twee, maar zeven jaar.

Ik, een- of meervoudig winnaar van Parijs-Nice, Tirreno-Adriatico, Luik-Bastenaken-Luik, de Amstel Gold Race, de Waalse Pijl, de Clasica San Sebastian, het Kampioenschap van Zürich en tal van andere prachtige eendagswedstrijden, moest stof vretend en tegelijk op mijn knieën bij de schimmigste teams aankloppen om wielrenner te kunnen blijven, terwijl voor anderen, zelden met meer verdiensten zonder hun proces hier te maken, de deur altijd wagenwijd open bleef staan. Ik verloor veel geld en nog meer kansen. Het is de hypocrisie van het wielrennen.

Na omzwervingen belandde ik bij het Poolse CCC dat me drie jaar aan zich bond. De emmer der vernederingen bleek nog te ledig. Als boegbeeld van mijn ploeg mocht ik niet deelnemen aan de ronde van mijn eigen land of CCC zou niet mogen starten. Wie de deelnemerslijst van die Giro bekijkt, snapt ogenblikkelijk wat ik bedoel met de hypocrisie van het wielrennen.

Nu kunt u denken dat ik een wrokzuchtig persoon ben. Alleen het tegendeel geldt. Het is mijn geloof dat mij staande houdt. De dingen gebeuren omdat God het zo wil. Vergeef de zondaars en kijk vervolgens weer vooruit. We maken allemaal fouten. Een keer per week ga ik te biecht en telkens weer verlaat ik de kerk met een vederlicht gevoel. Die gemoedsrust houdt een mens jonger dan zijn geboortedag verraadt.

Na mijn comeback won ik als veertiger de Tre Valli Varesine, de Trofeo Melinda, de Ronde van Emilia, de Coppa Agostoni in de sprint tegen Nibali en kleine etappekoersen als de Ronde van Languedoc-Roussillon en de Sibiu Cycling Tour. Zonder die noodlottige val in de laatste etappe ook de Ronde van Turkije.

Het laatste jaar oogt misschien wat minder indrukwekkend, uitgeblust ben ik geenszins. Mijn motivatie is nog altijd hetzelfde als in de tijd toen ik Coppi, Bartali en Magni bekampte. Het is ook zo dat ik in 2017 mijn 25-jarig profbestaan kan vieren. Neemt u het mij af? Ja, durft u dit? Ik weet bovendien nog dingen over u. Alvorens te biecht te gaan, wil ik met de hoop afsluiten dat we voor elkaar meer dan wat kunnen betekenen.

Met groeten van een wielrenner anno 2017,
Davide Rebellin

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)