Ieder jaar landen er in Europa vliegtuigen vol wielrennende gelukszoekers uit verre oorden. Slechts weinigen slagen en worden niet de knuffel-Zimbabwaan of de zielige Venezolaan die bij elk zuchtje wind alleen de mongolenwaaier vormt. In 2013 is de toestroom van niet anders. Team Europcar contracteerde bijvoorbeeld de Afrikaanse wielerkampioen Natnael Berhane uit Eritrea, Cannondale legde de Japanner Nariyuki Masuda vast en de Marokkaan Tarik Chaoufi benutte het nieuwe inhuurbeleid van Euskaltel door een contract in het Baskenland te versieren. In die nieuwe lichting van het vreemdelingenlegioen is het altijd zoeken naar de pareltjes die in een rijtje met Djamoline Abduzhaparov en Alexandre Vinokourov gezet kunnen worden. Een bespreking van de grootste niet-Europese (en niet-Colombiaanse) talenten van 2013.

Rohan Dennis (Australië, 28 mei 1990 – Garmin-Sharp)

De naam Rohan Dennis zal velen nog bekend in de oren klinken. Was het immers niet deze jongen die de Rabobankploeg in 2011 inlijfde in het opleidingsteam en aankondigde als één van de grootste Australische talenten ooit? Waarom draagt deze jongen dan niet het Blancoshirt? Het antwoord is er één in de trant van Royston Drenthes carrière: too much, too soon. Dennis voelde zich op 20-jarige leeftijd niet klaar om weg te trekken uit zijn eigen land en op eigen benen te staan. ‘Rekeningen betalen, dat soort dingen. Ik was daar niet aan gewend’, aldus Dennis. Een stapje terug naar het Orica-GreenEdge-opleidingsteam stoomde hem klaar voor zijn eerste profjaar bij Garmin-Sharp.

Talentvol is de jonge Australiër nog steeds. Dennis kan geweldig tijdrijden, behoorlijk klimmen en is tactisch een geweldige coureur. Verwacht van Dennis dit jaar niet de grootste uitslagen, maar wel dat hij zijn neus aan het venster komt steken. Een top-5-notering in de Ronde van Romandië, de ENECO Tour of de Ronde van het Baskenland behoren dit jaar al tot de mogelijkheden. Vaughters is alvast laaiend enthousiast over wat de tweede Australische Tour de France-winnaar moet worden: ‘Rohan is een bijzonder talent. Hij zal een van de beste renners ter wereld worden, de vraag is alleen nog wanneer.’

Joe Dombrowski (Verenigde Staten, 12 mei 1991 – Sky ProCycling)

Oei, wat verfoeide ik het nieuws dat ik in oktober las over één van de grootste Amerikaanse talenten. Joe Dombrowski, de jongen die Robert Gesink in de bergrit van de Tour of Califorina zo op de hielen zat, tekende bij Team Sky. Uitgerekend Team Sky, de ploeg die in de Tour van vorig jaar haar harde ploegdiscipline zo liet spreken, zal deze jongen moeten opleiden tot één van de grote ronderenners van de toekomst.

Joe Dombrowski is een klimmer met een aardige tijdrit en lijkt ietwat op Robert Gesink; hij is net te lang voor een klimmer en altijd bezig op een miniverzetje. Zijn talent is, net zoals dat van Gesink, vrijwel onbesproken. Vorig jaar reed in hij de Verenigde Staten overal op kop wanneer de wegen omhoog voerden. Zijn Italiaanse uitstapje zal echter ook niet snel vergeten: hij won de Babygiro door de twee finishes in het hooggebergte naar zijn hand te zetten. Te hopen is dat Team Sky hem enigszins de ruimte geeft en hij niet zozeer als jonge knecht voor Wiggins of Froome ingezet zal worden. Krijgt hij die ruimte, schrijf hem dan maar vast op voor geanimeerde bergritten in de Ronde van Zwitserland of het Criterium du Dauphiné.

Alexey Lutsenko (Kazachstan, 7 september 1992 – Astana)

Het is natuurlijk erg gemakkelijk om de Wereldkampioen bij de beloften in dit rijtje te plaatsen, maar Lutsenko is bij de beloften veel meer dan een eendagsvlieg. Overal waar de watersnelle Lutsenko aan de start kwam wist hij ereplaatsen aan elkaar te rijgen. De jonge Kazach is een sprinter die lang kan overleven in het heuvelland en zelfs beter lijkt te worden naarmate de wedstrijd lastiger is. Dat bewees hij vorig jaar al in de Tour de l’Ain waar hij tussen de professionals knap tweede werd in de derde rit.

Daarenboven wist hij in het beloftencircuit in alle grote koersen de ereplaatsen aaneen te rijgen. In de Thüringen-Rundfahrt eindigde hij in alle etappes in de top 10, in de Ronde van de Aosta-valleien imponeerde hij door solo te finishen in een zware heuveletappe en ook in de Tour de l’Avenir passeerde hij als eerste de finishlijn Etappezeges in rondes als die van Polen en Catalonië of de ENECO Tour behoren zeker tot zijn mogelijkheden.

Reinardt Janse van Rensburg (Zuid-Afrika, 3 februari 1989 – Argos-Shimano)

Argos-Shimano heeft dit jaar zijn core business behoorlijk weten uit te breiden. De aanwinsten van de kleinste Nederlandse WorldTour-ploeg zijn, met uitzondering van het Franse klimtalent Warren Barguil, rappe mannen die zich bij kleine ploegen in kleine koersen in de kijker reden. Dat geldt ook voor de Zuid-Afrikaan Reinardt Janse van Rensburg die zich in korte tijd heeft ontwikkeld tot de beste Afrikaans wielrenner, Chris Froome niet meegerekend.  Janse van Rensburg is een sprinter met een aardige tijdrit die overal waar hij start met de bloemen naar huis lijkt te gaan. Maar liefst 14 keer mocht hij vorig jaar de hoogste podiumtrede betreden, meer dan Marcel Kittel, Tom Boonen en John Degenkolb. Voor Janse Rensburg geldt hetzelfde als voor Dombrowski: het risico ligt op de loer dat Janse van Rensburg vooral een knecht wordt voor de toppers, in dit geval Kittel en Degenkolb. Met name in de kleinere etappekoersen zal hij zijn kans moeten grijpen en zo te bewijzen dat hij ook in de grote Europese wedstrijden zijn mannetje kan staan.

Henk Strikkers