Als ik aan Joop Zoetemelk denk, zeg ik Rijpwetering. Ik fiets regelmatig over zijn ‘Joop Zoetemelkpad’, dat naar zijn geboortegrond leidt. In 2007 studeerde ik af aan de School voor Journalistiek met een achtergrondverhaal over de Ronde van het Groene Hart. Als erelid van Swift was Zoetemelk even in Nederland eind maart van dat jaar. De fietslegende had een druk programma: de Joop Zoetemelk Classic fietsen, een tentoonstelling over zijn carrière openen en op zondag een touringcar vol genodigden tijdens de Ronde van het Groene Hart bezighouden. Met een biertje op tafel sprak hij in de bestuurskamer over zijn geliefde Groene Hart.

Wat vindt u van dat er een Classic naar u vernoemd is?
“Die Classic gaat samen met de klassieker van zondag in het Groene Hart. Die hebben ze dus maar de Joop Zoetemelk Classic genoemd. Dat is wel imposant natuurlijk, ik rekende er helemaal niet op.”

Vindt u niet dat uw eigen classic een beetje laat komt?
“Als je pas stopt heb je daar nog zat tijd voor. Het komt wanneer het komt, de gelegenheid moet er zijn om parkoers uit te zoeken. Er zijn verschillende mensen die het gevraagd hebben om het te organiseren, maar dan wilde ze het niet hier doen. Daar was ik niet zo op. Nu kon het hier doen, in mijn eigen gebied, mijn eigen trainingssparkoers. Als nieuweling en amateur en begin profperiode.”

Wat vindt u zo mooi aan het Groene Hart?
“Ik woonde in Rijpwetering en dan fietste ik graag de Haarlemmermeer in richting de Bollenstreek. Daar kon je nog rustig fietsen, je kon nog wegen vinden zonder stoplichten en waar niet zo veel auto’s reden. Met de plassen De Brasem en de Kaag is het gewoon een hele mooie omgeving. Daar reed ik graag doorheen. Dat wordt tegenwoordig wel steeds moeilijker. Hoewel er wel steeds meer fietspaden bij zijn gekomen. Het is gewoon fijn hier.”

Wat is er in al die jaren veranderd aan het Groene Hart?
“Er is veel veranderd. Er zijn veel meer fietspaden bijgekomen en er is veel meer bijgebouwd. De randstad is nu echt de randstad. Het blijft wel het groene hart, want er blijft altijd wel een stukje groen over, maar het wordt wel steeds kleiner. De dorpen zijn steeds groter geworden, het zijn net steden geworden. De laatste jaren zijn de industriegebieden groter geworden.”

U bedoelt die lelijke blokkendozen die we overal zien?
“Nou, ja (korte stilte) dat zegt u. Ik kijk er maar omheen. Ik kijk alleen naar de groene punten.”

Maar het moet natuurlijk niet meer worden.
“Daar kom je niet onderuit. Als het zo kon blijven zou het mooi zijn, maar ik denk dat het steeds moeilijker wordt.”

Hoe is dat in Frankrijk?
“Ik woon in Meaux, vlakbij Parijs. Maar Parijs komt ook steeds dichterbij de voorsteden. Over enkele jaren wordt dat misschien ook wel een groot gebied met industrieterreinen en winkelpanden. Dat is gewoon zo. Maar waar ik woon dat is zeg maar het Groene Hart van Frankrijk. Als ik naar het Oosten fiets dan rij ik zo van Parijs weg. Het is daar heuvelachtig, het is daar ook een hele mooie streek.”

Wat vindt u mooier: Frankrijk of Nederland?
“Als ik in Frankrijk ben dan voel ik me thuis omdat ik dan op een rustige plek ben en ik zo in de natuur stap. Maar toen ik in Rijpwetering woonde had ik het daar ook naar mijn zin. Ik hou van de natuur, van de rust vooral. Ik ben nu drie dagen in Rijpwetering en ik heb een beetje rondgereden dan zie ik die tijd van vroeger weer terug. Als je een beetje zoekt naar de plaatsjes waar ik vroeger ook kwam dan zie je nog wel rustige plekjes. Dat is nog een beetje hetzelfde als vroeger.”

Keek u eigenlijk om u heen als u in het Groene Hart trainde?
“Ja, ik keek altijd of ik een duif of een haas of een paar eenden zag. Ik keek altijd wel om me heen.”

En in de wedstrijden?
“Tijdens de wedstrijd was ik geconcentreerd op de wedstrijd. Ik lette alleen op mijn tegenstanders. Ik reed voor het klassement dus dan rij je altijd van voren, dan keek ik naar mijn tegenstanders. Aan hun positie of de manier van fietsen kon ik wel zien wat ze van plan waren. Dat deed ik wel.”

Wat is de mooiste koers qua natuur?
“Je hebt kleine rondjes die mooi zijn zoals de Ronde van Romandië. En de Tour de France vind ik ook een hele mooie wedstrijd.”

Kijkt u ook naar de Tour op televisie?
“De gewone vlakke etappes die niet zo interessant zijn kijk ik alleen naar de finale, maar bij de bergetappes zijn altijd mooi om te kijken. Ik kijk naar de Franse tv met Jean-Paul Olivier, dan doet hij de wedstrijdverslagen en een ander vertelt alle verhalen bij de kathedralen wie er in gezeten hebben hoe het ontstaan is. Dat vind ik wel leuk.”

Gaat u dan later ook naar dat soort plekken?
“Soms wel, als het in de buurt is.”

Morgen is de Ronde van het Groene Hart, het belangrijkste doel van de organisatie is om aandacht te vestigen op dit gebied. Helpt zo’n koers daarbij volgens u?
“Dat hebben we vandaag al gezien met de Joop Zoetemelk Classic, als je door de polders rijdt. En je kan nog meer zoeken als je wilt. Het is een van de mooiste streken van Nederland.”

Nu maar hopen dat het Groene Hart niet kleiner wordt.
“Dat gaat niet.”

Zelfs niet met dit soort initiatieven?
“Ja, daar beslis ik niet over, maar volgens mij gaat het steeds verder achteruit.”

Joop pakt zijn biertje en loopt de bestuurskamer uit. In de deuropening draait hij zich nog een keer om en vraagt op bijna Franse toon: “Oké?”. Als het voor hem duidelijk is dat hij verlost is van het interview, mengt hij zich weer tussen de Swift-menigte om oude bekenden te spreken en hier en daar een krabbel te zetten. De volgende dag laat hij de genodigden van de Ronde van het Groene Hart in een touringcar zien wat de schoonheid van ‘zijn gebied’ is.

Pieter van der Meer