Jurgen Van den BroeckHet is niet het jaar van Jurgen Van den Broeck. Na zijn ziekte in de Tour en een teleurstellende 13de plaats, gaf hij vrijdag op in de dertiende etappe van de Vuelta. Alweer de 13de, inderdaad. Was het ’s ochtends al bij de start dat VdB dacht: ‘wat gaat vandaag geven, met dit ongeluksgetal. Al weken zoek ik naar mijn beste vorm, zie ik de Contadors, Froomes en Valverdes ver voor me uit rijden. Zelfs mijn eigen ploegmaats kan ik niet meer helpen. Wat doe ik hier eigenlijk nog, in deze rotVuelta?’

Maar hij begon er toch aan, aan die dertiende etappe. Een lange aanloop van 100 km, daarna de eerste klim. En Jurgen gaf op. Geen fut meer, geen zin meer, vloekend wellicht, misschien wel een traan wegpinkend. Kan je het hem kwalijk nemen? Aan zijn lijdensweg lijkt maar geen einde te komen.
Want hoeveel pech kan een jongen uit Morkhoven eigenlijk hebben. Ja, hij werd derde in de Tour de France van 2010. Hebben we hem ooit op het podium gezien? Neen. Mocht hij eens juichen, handje zwaaien naar het publiek? Neen, dat werd hem niet gegund. Dopingzondaars die later geschorst werden, stonden wel op dat podium, kregen het applaus. Jurgen niet.
En zo ging dat maar voort: de Tour van 2011: er uit in de negende etappe na een val. Het lijf kapot, werken aan de comeback en in 2012 stond hij er: vierde in de Tour, net niet dat podium, maar wel vierde in de Tour. Ik zei: vierde in de Tour. Kijk maar eens om je heen; weinigen doen het hem na.  Hij mag er fier op zijn, vierde in de Tour, dan zijn er maar drie renners sterker. Drie, dat is peanuts.
2013. Het kan niet anders, u weet het wel, met zo’n getal, het zal weer niet zijn en inderdaad: Jurgen valt, nog maar eens. Nu in de vijfde etappe van de Tour. Naar huis, weg klassement, weg droom. En een heel zware knieblessure er bovenop.
Maar Jurgen vecht terug, zoals zo vaak. Hij gaat niet kniezen, hij gooit zich niet de drank en drugs, hij kruipt niet in een hoekje. Eenzaam op zijn berg in de Sierra Nevada, eenzaam in Mallorca, eenzaam in Tenerife werkt hij aan zijn comeback in 2014. Het loopt niet meteen zoals hij wil in de voorjaarsklassiekers. Een eerste keer wordt twijfel gezaaid in de pers: is hij wel goed genoeg? Moet hij wel naar de Tour?
Jurgen antwoordt met de benen, in de Dauphiné. Hij rijdt er als vanouds. Pas op, dat is allemaal niet spectaculair wat hij doet. Hij heeft niet die dansende pedaalslag van Contador, die zwiepende beentjes van Froome bergop, die grinta van een Valverde. Jurgen volgt, wil niet lossen, moet het hebben van zijn wilskracht, hij klampt aan, fietst hard en wordt mooi derde in de Dauphiné. Hij lijkt terug.
En dan komt de Tour. Jurgen valt … en hij valt … en hij valt nog eens, maar Jurgen gaat niet morren en hoopt op beter. Maar beter komt niet, een ziekte kiemt in zijn lichaam zegt de ploegarts. Jurgen heeft geen kracht door zijn ziekte. In de pers wordt gegist: ‘Jurgen kan niet om met de druk, Jurgen staat te mager, Jurgen dit, Jurgen dat. Jurgen is voorbij…’ klinkt het.
Jan en alleman die meent iets van koers te kennen, iedereen die koers kijkt, en ze zijn met velen, spuit zijn mening. Neen, het is niet gemakkelijk om Jurgen Van den Broeck te zijn. Hij is geboren in het verkeerde land, hij is geen toptalent, hij compenseert wat anderen door moeder natuur meekregen met hard werk. Dat leidde tot een derde en vierde plaats in de Tour. Dat neemt niemand hem nog af. Dat is de top.
Kijk, Jurgen Van den Broeck is misschien niet de meest charismatische renner, hij doet misschien niet meteen je hart sneller kloppen, maar Jurgen Van den Broeck is tot op vandaag nog altijd onze beste ronderenner. Koester hem. Schrijf hem nog niet af. Hij komt terug, nog een keer, de zoveelste keer.
Laat hem nu eerst wat weken rust nemen, een frietje eten met een grote kwak mayonaise, zelfs twee of drie. Daar bovenop gun ik hem ook een paar Westvleteren en een feestje of drie, vier met de Rode Duivels in de Carré. Laat hem even bekomen, geef hem een goed gevoel. Laat hem in alle rust de winter in gaan, hard werken, een bredere basis leggen dan dit jaar. Laat het hem nog eens proberen.
En lukt het in 2015 niet, wel dan zal hij zelf wel zijn conclusies trekken, maar gun hem nog een jaar. Ik gun het hem alvast van harte.
Ann Braeckman
Laatste berichten van Ann Braeckman (alles zien)