Laat ik maar meteen tot een bekentenis overgaan: ik was een VdB-believer. Ik wilde geloven dat als Jurgen een keer geen pech zou kennen, een keer overal recht kon blijven, en een keer geen mysterieus virus zou oppikken, dat hij dan zeker op het podium van enkele Grote Rondes zou komen te staan.

Tot vorige week, in de laatste fantastische editie van de Giro.

Je mag me gerust een traag van begrip noemen, want veel wielerliefhebbers hadden de hoop al veel eerder losgelaten. Na de teleurstellende Vuelta van vorig jaar bijvoorbeeld, of na de zoveelste pech-Tour.

Na de tweede ernstige bergrit vorige week werd ook mij pijnlijk duidelijk dat het plafond nu echt helemaal werd bereikt. De echte top ligt zelfs al even achter ons, als we eerlijk zijn.

Uit de eindafrekening van de Ronde van Italië leren we dat er nu minstens 11 betere ronderenners zijn in het peloton. Reken daar nog minstens Froome, Quintana, Pinot, Nibali, Valverde en (met enige reserve) Porte bij, plus enkele andere doorbrekende talenten, en we zitten al snel aan een twintigtal renners die gewoon consequent beter doen dan Jurgen.

Dat is op zich helemaal geen schande. Hij heeft er – naar wat we steeds te horen kregen – alles aan gedaan.
Het is wat het is. C’est la vie. Life goes on.

Dit schrijfsel is dan ook geen afserveren van een ex-idool dat uiteindelijk toch teleurstelde.

Het is een waarschuwing.

Want Jurgen Van den Broeck is met een onvervalste chasse patate bezig. Hij jaagt moederziel alleen op een kopgroep van ronderenners die hij aanvankelijk wel kan volgen, maar dan toch telkens weer moet laten gaan.
Achter hem een breed peloton van mindere goden. Met een 12e plaats (op 25 minuten van Contador, weliswaar) sta je nog altijd netjes in de top 10% van een peloton van meer dan 180 renners. Zeker niet slecht. Maar Jurgen ziet zichzelf nog steeds als een podiumrenner…

En hij gedraagt er zich nog steeds naar. Snel nors in zijn antwoorden, al te vaak als reactie op de confrontatie met het schrille contrast tussen zijn uitgesproken ambitie en de harde realiteit van het algemeen klassement. We begrijpen de eerste emoties, het verwerken van de zoveelste teleurstelling. Maar het wordt een beetje een ziektebeeld.

De pittige discussie (zeg gerust: ruzie) met ideale schoonzoon Maxime Monfort bij het overschrijden van de finish is een flinke waarschuwing voor Jurgen zelf, en voor al wie hem met zorg begeleidt. De spanning tussen droom en daad is nu zo groot dat het nu maar twee kanten op kan gaan.

Ofwel wordt VdB een verbitterde coureur. Met een erg magere erelijst, vierde en vijfde plaatsen in de Tour. En tientallen externe oorzaken om zich achter te verstoppen. Met ongetwijfeld steeds scherpere uitvallen naar wie er al eens kritiek op durft geven. En wellicht, laat ons eerlijk zijn, snel vergeten binnen enkele jaren. Niet meer dan een voetnoot in de rijke wielergeschiedenis.

Ofwel vindt hij zichzelf opnieuw uit. Als aanvaller en favoriet in kleinere rondes. Of als superknecht en mentor van jong toptalent zoals een Tim Wellens of een Tiesj Benoot. Misschien als de Vlaamse Kiryienka of Basso, van goudwaarde als locomotief voor een explosieve kopman.

En doe alsjeblieft iets aan die erelijst, Jurgen. Je hebt jezelf al flink tekort gedaan met je keuze voor het enkel rijden van grote rondes. En eigenlijk enkel de Ronde van Frankrijk met hart en ziel.

In elk geval is het hoog tijd om te stoppen met je chasse patate, Jurgen. De kopgroep is onbereikbaar. Je eigen mooie trofeeënkast is dat nog niet.

 

Met toestemming overgenomen van het weblog van Filip Aerts

Filip Aerts
Laatste berichten van Filip Aerts (alles zien)