Wie over Bauke Mollema schrijft, kan er niet omheen. Het wonderlijke verhaal van Bauke’s eerste wielerjaren leest als een jongensboek; een spannende, onvoorstelbare en soms ronduit hilarische aflevering van Kuifje. De dagelijkse tochtjes naar school op z’n oude oma-fiets over het fietspad tussen Zuidhorn en Groningen, waarbij hij met speels gemak gemiddelden van 35-40 km/u haalt – met de wind in z’n goeiige snufferd welteverstaan. Of z’n eerste optreden bij de wielerclub in de grote stad Groningen (op z’n 18e!), waar de lokale helden onbedaarlijk hard moeten lachen om Bauke’s lubberende koersbroek en z’n veel te grote, veel te scheve Calimero-helm. Totdat Bauke gaat trappen…

Die clubgenoten liggen nu nog op apegapen.

Iedere keer als ik Bauke zie, moet ik aan dat fietspad denken, daar way up north. Ik ben er nooit geweest, maar ik kan me er van alles bij voorstellen. Een kaarsrechte weg, populieren erlangs. Achter hem een kerk: Zuidhorn. Voor hem een kerk: de Martinitoren. En verder? Wind.

Net als Zeeuwse Johnny krijgt Groningse Bauke de genen en de fysiek van een berggeit mee. Wrede grap van God? Of zou Hij zich in de luren hebben laten leggen door de benaming het Hogeland en de succesvolle slogan van de provinciale VVV: ‘Er gaat niets boven Groningen…’?

Ik ken het verhaal niet van Bauke’s eerste kennismaking met het hooggebergte, maar ik zou er een kapitaal voor over hebben om er bij te zijn geweest. Ik stel me het volgende voor. Een groepje wannabe profs – jongens van 19 à 20 jaar, onze nationale fine fleur, in piekfijne wielerpakjes, witte sokjes en bruine beentjes, en met glimmende zonnebrillen op de neus – draait de eerste bocht van Alpe d’Huez op. Eén renner bungelt wat achter de groep, in waggelgang. Hij kijkt wat verstrooid en verbaasd omhoog, drukt de afgezakte zonnebril terug op de geprononceerde neus, en mompelt iets als ‘Poeh hé, da’s niet mis’. Dan zet hij aan.

Boven op de Alpe heeft Bauke de massage en het copieuze diner al achter de rug als de rest boven komt. Hij glimlacht vriendelijk. Afwezig. Het lijkt hem weinig te doen, zijn puike prestaties.

Bauke is een fenomeen.

Ook al heeft Bauke al heel wat laten zien – winst in de Tour de l’Avenir, 12e in de Giro, 4e in de Vuelta, en een tweede plek in de 17e etappe van de Tour in 2011 – toch moet het grote wielerpubliek en moeten cracks als Evans, Wiggins en Schleck de échte Bauke (koosnaampje: Bokkema) nog leren kennen.

En dus Bauke, zijn wij voor jou even gaan zoeken naar de juiste gelegenheid daarvoor (ook omdat we weten dat een gedegen, minutieuze voorbereiding niet jouw cup of tea is, relaxed en onverstoorbaar als je bent).

En hé, we hebben ‘m gevonden ook, hoor, die gelegenheid. De 14e etappe in de Tour. Datum: 15 juli. Plaats van handeling: het uiterste zuiden van Frankrijk, in de Pyreneeën. Ergens tussen Limoux en Foix, op een slordige 40 km van de streep, ligt een weggetje over een bergje, geasfalteerd dat wel, maar het is een geitenpad. Niets meer, niets minder. Hooguit drie meter breed. En steil. Steil!

Zeg maar een combi van de Angliru en het fietspad tussen Zuidhorn en Groningen.

Daar Bauke, daar ga jij vlammen. Om nog preciezer te zijn, tussen kilometer 6 en 8 kijk je gespeeld verbaasd omhoog naar de stroken van 16 en 18% (want hé, je weet het nu al), je zet je bril stevig op de neus, mompelt iets als ‘Pooh hey, that’s not wrong’ en je waggelt langzaam maar akelig zeker van Cadel, Bradley en Fränk weg.

Met dank aan het wijvenverzetje dat je die ochtend hebt gestoken… (voorkennis is alles!)

En als zij over de finish rollen, sta jij daar al lang en breed op het podium met Bernard Hinault, de burgemeester van Foix, de bloemen, de champagne en een paar van die lekkere kusmeiden. Je wuift naar je concurrenten. En glimlacht, welgemeend. En verdomme, wat zou ik het nu ontzettend gaaf vinden, als je nog één keer die lubberende, wapperende koersbroek aandoet van toen. En die grote, scheve helm.

Wrijf het ze maar in: Bokkema is een fenomeen.

Met dank aan: Dennis Rijnbeek en Cyclingthealps.com

Sander Peters
Laatste berichten van Sander Peters (alles zien)