Bekijkt u eerst de beelden: http://sporza.be/cm/sporza/videozone/sporten/v-wielrennen/1.1771748

Niet met uitgestoken hand, zoals men zich doorgaans voorstelt, maar het is wel degelijk een handgebaar waarmee de succesvolste Vlaamse klassiekerrenner van de afgelopen vijftien jaar zich in 2002 introduceert. Een korte vingerwijzing is het. Met zijn rechterhand. Niet om een overwinning te vieren of ongenoegen kenbaar te maken. Nee, om zijn ploeggenoten te helpen. Het tafereel houdt het midden tussen een bezorgde vader die zijn zoontje fietsen leert en het mannetje duidelijk wil maken beter op de stoep te kunnen gaan rijden en een herder die zijn schapen in de juiste richting manoeuvreert. Als makke lammeren volgen de ploeggenoten van Tom Boonen het bevel van de 21-jarige neoprof en sturen naar rechts. De stoep op. Behendig wippen ze hun voorwiel iets omhoog. Voor enkele tientallen meters zullen ze niet door elkaar worden geschud door bonkige kasseien, maar maken ze dankbaar gebruik van een beter berijdbaar stuk trottoir. Dat ze daar zelf niet op zijn gekomen. Als een ware reisgids leidt Tom Boonen zijn collega’s door het Vlaamse land. De twijfel die zijn voornamelijk Amerikaanse ploeggenoten een paar maanden eerder nog hadden over de nieuwkomer is nu definitief verdwenen. Aanzien moet je verdienen binnen de ploeg en dat is Tom Boonen gelukt. Waar anders dan in ‘De Ronde’?! De klassieker die hij later drie keer zal winnen. Maar dat weet de wereld dan nog niet. En Tom Boonen zelf? Die zal er in zijn eerste Ronde van Vlaanderen ‘zeker en vast’ een paar keer aan hebben gedacht. Of er ten minste over hebben gefantaseerd.

Wie in een wielerquiz de stelling ‘Tom Boonen reed zijn gehele profcarrière voor ploegen van Patrick Lefevere’ beantwoordt met ‘juist’ zal niet de maximale score behalen. Het is US Postal waar de zoon van oud-prof André Boonen in 2002 zijn loopbaan begint. Of eigenlijk doet hij dat al een paar maanden eerder. Na een succesvolle periode als belofte haalt de Amerikaanse ploeg Boonen in 2001 binnen als stagiair. Ploegleider Dirk Demol van US Postal heeft Boonen als belofte al eens onder zijn hoede gehad en is hem daarna blijven volgen, tot ‘Tornado Tom’ daadwerkelijk toe is aan een overstap naar het profgilde. Zo vreemd is de keuze voor de Amerikaanse ploeg rond Lance Armstrong dus ook weer niet.

De jonge Tom is duidelijk vele malen getalenteerder dan zijn vader, die eind jaren ’70 en begin jaren ’80 vooral uitkomt in Vlaamse kermiskoersen. Meestal in dienst van snelle mannen als de gebroeders Planckaert en Willy Teirlinck. En de ‘oude Boonen’ bezorgt volgens de overlevering Cees Priem in 1983 de eindzege in de Driedaagse De Panne. Onbedoeld en onbewust. Hoe? André Boonen gaat op het laatste moment niet van start in het tweede deel van de eerste etappe, een 6,3 kilometer lange tijdrit tussen Mol en Wezel. Door het plotselinge wegvallen van Boonen senior loopt alles compleet in het honderd. De tijdwaarneming van de renners correspondeert niet langer met de werkelijkheid. Het klinkt als een flauwe Belgenmop, maar het gebeurt echt. Journalisten van diverse Vlaamse en Nederlandse kranten vullen er de volgende dag gretig hun sportkaternen mee. Bij de geklokte eindtijden van de renners die na André Boonen op de startlijst staan, moet eigenlijk een minuut worden opgeteld om tot hun daadwerkelijke tijd te komen. De wedstrijdleiding verzuimt dat in eerste instantie. Pas na protest van renners en ploegleiding gaat de jury opnieuw aan het rekenen en corrigeert de tijden. Cees Priem wordt daarbij volgens vele volgers echter over het hoofd gezien. Het levert de Zeeuw een vermoedelijk onterechte derde plaats op in de tijdrit, slechts zeven seconden achter specialisten Bert Oosterbosch en Eric Vanderaerden. De tijd van Priem wordt nooit aangepast. Twee dagen later mag de renner van TI-Raleigh de Driedaagse De Panne bijschrijven op zijn palmares. Dankzij André Boonen.

Zoon Tom maakt ruim achttien jaar na het incident rond zijn vader in Wezel zijn profdebuut in de Ronde van Polen. Uitrijden doet hij die etappekoers niet. Maakt niet uit. Het gaat om de ervaring en die vergaart de jonge Belg volop. In zijn eerste echte jaar als prof geeft ‘Tommeke’ met een zevende plaats in Kuurne-Brussel-Kuurne en eenzelfde klassering in de Driedaagse De Panne direct een fraai visitekaartje af. Logisch dus dat Dirk Demol zijn ontdekking in 2002 opstelt in de Ronde van Vlaanderen. Niet dat er al direct rekening moet worden gehouden met Tom Boonen. George Hincapie is de aangewezen kopman van US Postal, die door de rest van de ploeg zo diep mogelijk in de finale moet zien te worden gebracht. Door Tom Boonen dus, maar ook door Floyd Landis en zelfs…. Lance Armstrong! De op dat moment nog drievoudig Tourwinnaar wil in het Vlaamse land niet alleen de nodige trainingskilometers in de gespierde kuiten krijgen, hij wil ook wel eens iets terugdoen voor zijn trouwe luitenant Hincapie. Die offert zijn eigen kansen in de Tour de France jaar na jaar op. Als wisselgeld krijgt Hincapie het kopmanschap in de voorjaarsklassiekers. De Ronde van Vlaanderen, Gent-Wevelgem en Parijs-Roubaix, dat is zijn jachtterrein.

Niet gek dus dat de US Postal-ploeg in aanloop naar de Oude Kwaremont, met nog zo’n honderd kilometer te rijden, stevig aan kop van het steeds dunner wordende peloton sleurt. Boonen voorop, Armstrong in zijn wiel en daarachter nog een stel helpers van Hincapie. Heel even hebben ze geprotesteerd tegen het bevel van Dirk Demol om nu al volle bak te moeten rijden. De Belgische ploegleider heeft zijn renners nog maar eens fijntjes herinnerd aan het verloop van de Ronde tien jaar eerder. Jacky Durand, Thomas Wegmüller, Patrick Roelandt en Hervé Meyvisch waren in 1992 bijna direct uit het vertrek gedemarreerd, hadden een slordige 22 minuten voorsprong opgebouwd en alleen de Belgen Roelandt en Meyvisch werden voor het bereiken van aankomstplaats Meerbeke ingelopen. Het weerzien met Durand en Wegmüller volgde pas na de finish. Op de beslissende Bosberg had de Fransman geen moeite om af te rekenen met de Zwitserse stoomlocomotief. Diezelfde Wegmüller had vier jaar eerder ook al genoegen moeten nemen met de tweede plaats in een Monument. In 1988 werd hij in Parijs-Roubaix gemakkelijk verschalkt in een sprint-a-deux door… Dirk Demol.

De Vlaamse wielerfans vinden de uitslag van de 76ste editie van ‘hun’ Ronde maar teleurstellend. Niet alleen zijn zij van mening dat Jacky Durand een veel te onbekende en dus nietszeggende winnaar is, door de geslaagde monsterontsnapping ziet publieksfavoriet Edwig van Hooydonck zijn kansen op een derde zege in Vlaanderens Mooiste, na 1989 en 1991, nu stranden op een derde plaats. Gelukkig voor de teleurgestelde Belgen weet Durand nadien tweemaal Frans kampioen te worden, Parijs-Tours te winnen en meerdere Touretappes, waardoor zijn naam jaren later een stuk minder kleurloos op de erelijst van de Ronde staat.

Tien jaar na de onverwachte zege van Jacky Durand voltrekt zich in eerste instantie hetzelfde scenario als in 1992. Vlak na de start rijden vier renners weg: de Belgen Erwin Thijs en Jan Kuyckx, Ronny Scholz uit Duitsland en de Spanjaard Alexis Rodriguez. Zij bouwen een voorsprong op van een kleine twintig minuten. Vandaar dat de US Postal-ploeg al vroeg de snelheid verhoogt. De jacht op de vier koplopers en een aantal anderen, die zich in de welbekende ‘chasse patate’ hebben gestort, is geopend. Tom Boonen legt het peloton zijn wil op en stuwt het tempo nog maar eens wat verder omhoog. In zijn wiel zit Lance Armstrong. Talent herkent elkaar. Alsof er plotseling een spiegel naast je staat en je zij-aan-zij met je evenbeeld fietst. Het sterke rijden van zijn jonge Vlaamse ploeggenoot is Armstrong natuurlijk al lang opgevallen. Het zal betekenen dat Boonen niet lang de kleuren van US Postal draagt. Daar is er immers maar één de baas. Of ‘The Boss’. Als het einde van het wielerseizoen 2002 nadert forceert Boonen een breuk met zijn Amerikaanse werkgever. Hij heeft weliswaar nog een contract tot en met 2003, maar US Postal ziet niets in Boonens verzoek om meer status binnen de ploeg en het bijbehorende hogere salaris. Het eisenpakket maakt dat Boonen door sommige media wordt beticht van hooghartigheid en sterallures, maar de Belg krijgt zijn zin. De scheurtjes in de relatie met US Postal zijn niet te lijmen en Patrick Lefevere is de lachende derde. Hij lijft Boonen in bij zijn nieuwe ploeg Quick Step-Davitamon. Een team vol klinkende namen, met name voor het klassieke werk. Johan Museeuw, Frank Vandenbroucke. Luca Paolini, Servais Knaven, Paolo Bettini. En dus ook tweedejaarsprof Tom Boonen.

In Boonens eerste Ronde van Vlaanderen, in 2002, behoren die grote namen nog allemaal tot de tegenstand. Van ‘Tommeke’ zelf, van Armstrong en vooral van George Hincapie. Tijd dus om nog maar eens flink aan de boom te schudden. Wie weet kan er op honderd kilometer voor de finish alvast een concurrent onschadelijk worden gemaakt. Slechte dag, onoplettendheid, malheur aan de fiets. Eén kleine tegenslag en het kan zomaar voorbij zijn. Tom Boonen realiseert het zich maar al te goed, terwijl hij zijn benen het werk laat doen. Het initiatiefrijke rijden van zijn jonge ploeggenoot komt Lance Armstrong niet slecht uit. De Ronde van Vlaanderen zal nooit ‘zijn’ wedstrijd worden, maar zo werkt hij wel een fraaie training af.

De waardering van de Amerikaan voor Tom Boonen wordt nog groter als de Belg zijn parcourskennis demonstreert. Niet alleen aan zijn collega’s, maar aan de hele wereld. Zodra het peloton een volgende kasseistrook opstuift, attendeert Boonen Armstrong en de anderen met een korte vingerwijzing op de beter geplaveide strook rechts van de bonkige stenen. De Vlaamse televisiecamera’s brengen het haarscherp in beeld. Slechts een fractie van een seconde priemt de rechterwijsvinger van Boonen naar het trottoir. Met een beetje fantasie zie je Armstrong denken ‘oh, ja!’, zodra hij het gebaar van Boonen in het vizier krijgt en begrijpt wat hem aangeraden wordt. Alsof hij op toneel staat en van een souffleur precies op tijd dat ene zinnetje krijgt toegefluisterd. Het is op die zevende april van het jaar 2002 de definitieve kennismaking van de wielerwereld met Tom Boonen. In de dagen die volgen onderstreept de ‘Bom van Balen’ zijn status van toekomstig kampioen. In Gent-Wevelgem sprint hij naar een knappe zevende plaats en precies een week na de Ronde van Vlaanderen is hij in Parijs-Roubaix één van de allerbesten in koers.

Alleen Johan Museeuw en Steffen Wesemann weten eerder de streep op de wielerbaan van Roubaix te passeren dan Tom Boonen. Een derde plaats, in misschien wel de zwaarste van de vijf Monumenten. Voor een neoprof. Het voelt voor Boonen als een overwinning. Of toch niet helemaal? In een interview met wielersite Cyclingnews.com laat Boonen zich in 2016, veertien jaar na dato, ontvallen dat hij de allesbeslissende versnelling van Museeuw misschien best had kunnen pareren, maar dat de stalorders van US Postal dienden te worden gerespecteerd. ‘Blijf bij Hincapie!’, luidde het bevel dat ploegleider Dirk Demol vooraf had uitgevaardigd. Tijdens de koers smeekt de Amerikaan Boonen zelfs meerdere keren om in te houden, omdat hij zijn jongere ploeggenoot anders niet kan volgen. Pas als Hincapie op zestien kilometer voor de finish op de door de regen spekgladde en met modder besmeurde kasseien weg slipt en met fiets en al in een greppel belandt, springt voor Boonen het licht op groen om eindelijk voor eigen kansen te gaan. Wie weet waar Boonen zonder stalorders zou zijn geëindigd… Koning Museeuw erkent na afloop in ieder geval direct zijn troonopvolger.

Diezelfde Johan Museeuw slaagt er een week voor zijn derde zege in Parijs-Roubaix niet in om voor een vierde maal de Ronde van Vlaanderen te winnen. Ook aan George Hincapie gaat de overwinning voorbij. Mede dankzij de inspanningen van Tom Boonen worden de vier vroege vluchters, in tegenstelling tot in 1992, nu wel op tijd ingelopen. Erwin Thijs ligt het langste dwars. Aan de voet van de Muur van Geraardsbergen, op een kleine twintig kilometer van de aankomst, moet ook hij echter zijn superieuren erkennen in de klassiekerspecialisten. Museeuw heeft op dat moment de meesten van zijn concurrenten al klein gekregen. Alleen Peter van Petegem, Danielle Nardello, Andrea Tafi en George Hincapie kunnen de ‘Leeuw van Vlaanderen’ bijhouden als hij op de Muur stevig doortrekt. De samenstelling van de kopgroep van vijf maakt dat Hincapie genadeloos in de tang zit. Zijn vier medevluchters vrezen stuk voor stuk de sprint van de Amerikaan. Bovendien zijn Nardello en Tafi ploeggenoten en proberen Museeuw en Van Petegem het onderling op een Vlaams akkoordje te gooien. In eerste instantie weet Hincapie zich kranig te weren tegen de demarrages van met name Tafi. Als de Italiaan op iets minder dan vier kilometer van de finish voor de zoveelste keer aanzet, heeft de kopman van US Postal echter geen weerwoord meer. De geest wil nog wel, maar het lichaam is vermoeid. Te zeer uitgeput om nog eens een ultieme krachtsinspanning te kunnen leveren en naar het achterwiel van de ontketende Tafi te rijden. Ook de beide Belgen moeten een passend antwoord schuldig blijven. Nardello proeft in zijn mond dan al voorzichtig de smaak van de champagne, die hij die avond met Tafi en de rest van de Mapei-ploeg zal mogen delen. De Italiaans kampioen ontspant en kiest het laatste wiel.

Enkele minuten na die beslissende demarrage toont de Vlaamse regie de uitslag van de 86ste Ronde op miljoenen televisieschermen. 1. Tafi. 2. Museeuw. 3. Van Petegem. 4. Hincapie. En Tom Boonen? Tommeke wordt 24ste in zijn allereerste Ronde van Vlaanderen. De klassering verdwijnt al snel naar het rijk der statistieken, maar het handgebaar waarmee Boonen Lance Armstrong een paar uur eerder wegwijs maakt door het Vlaamse land gaat de hele wereld over. De hand waarmee Tom Boonen, 21 jaar jong, zich voorstelt. Een aangename kennismaking met een man aan wie vele wielerfans in de vijftien volgende jaren een hoop plezier zouden gaan beleven.

En nu? Nu is het aftellen. Naar zondag. Tom Boonen neemt afscheid van het peloton. Ongetwijfeld met een handgebaar, als hij op het Velodrome van Roubaix zijn laatste meters aflegt. Maar welk? Hopelijk niet eenzelfde wegwerpgebaar als afgelopen zondag in zijn laatste Ronde van Vlaanderen, toen Boonens ketting blokkeerde aan de voet van de Taaienberg en ook zijn reservefiets dienst weigerde. Nee, liefst een vreugdegebaar. Een vijfde zege in Parijs-Roubaix zou het mooist denkbare einde van een pracht carrière zijn.

Vincent de Lijser