De fenomenale finish van Mathieu van der Poel in de Amstel Gold Race werd bijna aan het zicht onttrokken door de vele Bretonse vlaggen met de zwart witte strepen en de hermelijnstaarten. Bretagne en wielrennen, je noemt het in een adem. Of zoals de Breton het zelf zegt: “le vélo est un sport breton”. De Bretonse vlaggen kom je bij iedere wielerwedstrijd, waar ook ter wereld, tegen. En in Bretagne wordt altijd gekoerst. Eind 19e eeuw was er de fameuze tocht Parijs – Brest – Parijs, 1200 km. Bretagne bracht wielrenners voort als Jean Robic, Louison Bobet en Bernard Hinault, le Blaireau. Als de Tour de France Bretagne aandoet, dan is Le Mûr de Bretagne opgenomen in het parcours. En er is een eigen ronde: Le Tour de Bretagne, een jaarlijkse meerdaagse wielerwedstrijd voor beloften. De koers bestaat sinds 1967 en heette toen Ruban Granitier Breton. In de jaren zestig wordt de fiets als vervoermiddel voor de arbeiders populair, maar ook als sport. Een handvol granitiers, noeste wielerliefhebbers, wil van deze populariteit gebruik maken om een race te organiseren die de granietgroeven in Bretagne zal promoten. Een koers voor mannen van graniet, door het land van de graniet.

Drie keer won een Nederlander: Harm Jansen in 1989, Lars Boom in 2007 en Bert-Jan Lindeman in 2014.

Dit jaar wordt de 53e editie verreden. De 6e en voorlaatste etappe eindigt in de Côtes d’Armor. Via Cap Fréhel wordt Plurien bereikt waar vier lokale ronden worden gereden.

Plurien, de naam zegt het al. Het is zo’n typisch Bretons dorp, een kerk met er tegenover Café du Centre, enkele jaren geleden gesloten omdat Gilles zijn heil ging zoeken aan de voet van de Pyreneeën. Er heeft zich nog steeds geen nieuwe eigenaar gemeld. Verder kent het dorp de slagerij Chez Hénaff, bekend om zijn uitstekende ‘andouille et andouillette’. De slager baat al zeven generaties ook nog een café uit, ‘Le Tue Mouches’. Plurien kent verder een bakker, nog een bar, de PMU voor de gokverslaafden en een gemeentehuis. Het is er zoals overal in de regio, jongeren zijn vertrokken om elders werk te vinden. Gepensioneerden, die zich bewegen tussen de bar en hun huis, vormen het straatbeeld. En in de zomer wordt Plurien overspoeld door stedelingen uit Rennes en Parijs die er een residence secondaire hebben.

Maar op 30 april is alles anders, dan is het koers. Het dorp leeft er al weken naar toe en maakt zich op voor een invasie van Bretonse wielerliefhebbers.

De rit die de renners naar de Côtes d’Armor brengt, wordt vooraf gezien als het hoogtepunt van deze editie. Hier zou het klassement wel eens gemaakt kunnen worden. Tot op het eind kan het spannend zijn. Het is mogelijk om het klassement tijdens deze etappe op zijn kop te zetten, zo is de verwachting. De eerste 100 kilometer zullen niet veel problemen opleveren, het venijn zit hem in de laatste 70 km. Vier colletjes voor het bergklassement in 28 kilometer, en daarna ook nog Cap Fréhel, waar de wind vrij spel heeft, voordat het peloton aankomt in Plurien. En dan niets meer? Het lastige slotcircuit kent enkele pittige klimmetjes en een lange vlakke finish, het gaat erom spannen.

Het wordt een mooie koers. De vooraf gevreesde wind langs de kust is er niet, maar de muur anderhalve kilometer voor de meet die vijf keer genomen moet worden, breekt de elkaar afwisselende vluchters op. De etappe eindigt in een massasprint. De Italiaan Alberto Dainese uit de ploeg van Richard Groenendaal boekt zijn derde ritzege. En Fabian Lienhard leidt het algemeen klassement. De Zwitser krijgt opnieuw de leiderstrui om de schouders uit handen van Le Blaireau. Geen granitier aan kop, maar er is nog een etappe te gaan.

Voor de geïnteresseerden: Sunweb’s Nils Eekhoff wint de laatste etappe. Het eindklassement is voor Lorrenzo Manzin, toch een Fransman.

 

 

Gerard Kruijff