italiebck1.jpgItalië, u kent het wel. Het land van pizza, pasta en een goed glas wijn. De muzikale klanken van Vivaldi, Andrea Bocelli, Zucchero en natuurlijk het Fratelli d’Italia. Het Fratelli d’Italia, dat is pas een volkslied. Voor het ‘’Broeders van Italië’’ zou ik mijn haren ook wel goedkammen en mijn hand op mijn borst leggen. Italië is dat land dat bekend staat als laars en geroemd wordt om haar snelle motoren van Ferrari, Lamborghini en Ducati. Prachtige wereldsteden als Milaan, Rome, Venetië en toeristische trekpleisters als het Gardameer en de toren van Pisa. Werkelijk waar een walhalla voor toeristen, dát Italië. Maar ten noorden van Milaan vinden we een andere kant van dit prachtige land. We vinden daar de streek Lombardije, het rijkste stukje Italië. En rijk zijn ze daar niet vanwege hun pasta’s en pizza’s. In deze regio tussen Milaan en het Gardameer vinden we grootschalige industrie, vaak in de vorm van decenniaoude familiebedrijven. Het is het vergeten kind van Italië, maar o zo belangrijk voor haar economie. Het is verantwoordelijk voor maar liefst een kwart van het nationaal inkomen. Een economisch motor, maar in de vakantiebrochures zal je dat niet zo snel tegenkomen.

Midden in dit economische hart van Italië, in Usmate Velate om precies te zijn, vinden we één van die familiebedrijven. Het is de huisvesting van de mannen van staal. In 1975 richtte Romeo Mario Galbusera, samen met zijn oom Attilio Magni, daar staalfabrikant Lampre op. Onder leiding van Romeo en Attilio, Romeo is overigens nog steeds directeur en eigenaar van het bedrijf, breidde Lampre zich al snel uit. Tegenwoordig heeft Lampre vestigingen overal de hele wereld en draagt het dus ook haar steentje bij aan het economische succes van Lombardije. Toch zal Lampre voor een groot deel van de wereld niet bekend zijn om de staalproductie, maar door de prestaties op de stalen ros.

Fel roze en donkerblauw

Het afgelopen decennium zijn, tot grote teleurstelling, veel iconische sponsoren verdwenen uit het peloton. Het jongste voorbeeld daarvan is natuurlijk het Baskische Euskatel, maar denk ook aan namen als Liquigas, Rabobank en Team Telekom/T-Mobile. Al deze namen zijn vervangen door zakelijke, Angelsaksische en nietszeggende namen. Het ergste aan deze sponsoren is misschien wel de nieuwe trend rondom de tricots. Grote vlakken, strakke strepen en donkere kleuren gegoten in een symmetrische vorm. Mapei-achtige opdrukken zien we zelden meer. We moeten het tegenwoordig zelfs zonder Milram doen. Blauwe koeienvlekken, daar kreeg je toch een soort van empathie voor.

Gelukkig zijn er nog sponsoren als Lotto, Quick Step, FDJ en AG2R die het nog steeds volhouden in de wielersport. Een naam die ook in dat rijtje past, is die van de Italiaanse staalfabrikant. Sinds 1992 is Lampre al sponsor van een wielerploeg en sinds jaar en dag rijden ze rond in die illustere felroze donkerblauwe truitjes. Staal en felroze, toch enigszins atypisch en nog temeer een reden om deze wielerploeg te adoreren.

Maar naast het felroze truitje, het bedrijf achter de sponsor en de lange geschiedenis in de wielersport, heb ik ook een zwak voor de wielrenners die voor deze ploeg fietsen. Met name voor die kleine.

Il Piccolo Principe

Damiano Cunego, bijgenaamd de kleine prins, beleefde zijn hoogte punt in 2004. Op slechts 23-jarige leeftijd won hij vier etappes in de Giro d’Italia en bracht hij de roze trui naar Milaan. Een jaar later fuseerde zijn ploeg, Saeco, met Lampre en sindsdien is Cunego deze ploeg altijd trouw gebleven. Het succes van 2004 wist hij echter nooit meer te herhalen. Na een teleurstellend 2013 hoopt Cunego dit jaar, zijn tiende jaar in dienst van Lampre, weer betere resultaten neer te zetten. Hij is inmiddels 32, maar heeft nog steeds goede hoop en hij denkt dat zijn tijd er nog steeds niet op zit. De kleine prins wil weer meedoen om overwinningen en het liefst nog een keer de Giro d’Italia winnen. Realistisch? Nee. Maar mocht hij het maglia rosa ooit weer om zijn schouders hebben, zal ik met volle overgave meejuichen. Hand op de borst, het Fratelli d’Italia luidt meezingend.

Juichen

dikkelampreIk zal sowieso juichen als de mannen van Lampre het Angelsaksische blok proberen te breken. Roze mannetjes wurmend tussen de blokken van Sky, Trek, GreenEdge en BMC. Ik zal juichen als Ulissi Italiaanse koersen als Emilia, de Apennijnen en de Internationale Wielerweek weet te winnen. Ik juich mee met ‘’Pippo’’ Pozzato, als hij wederom als tweede eindigt in Roma Maxima. Ik zal juichen als talenten Luca Wackermann en Elia Favilli dit jaar doorbreken en langzaam naam maken in het peloton. Ik zal juichen voor de mannen van staal, maar ik zal ook een beetje huilen.

Bijna. Bijna waren we van hem af. Een lange tijd leek het erop dat geen enkele ploeg hem zou voorzien van een contract, maar uitgerekend Lampre gaf hem een nieuwe kans. Een kalende Amerikaan van 42, voormalig soldaat van Armstrong en de wielrenner met de lelijkste stijl van fietsen in het gehele peloton. Geen Italiaan zou voor hem moeten knechten en hij zou geen talent in de weg mogen staan. Als hij daadwerkelijk weer een grote ronde gaat winnen dit jaar, dan zal ik niet juichen. Christopher Horner hoort niet meer thuis in dit peloton. En al zeker niet tussen de mannen van staal.

Daan van Leeuwen
Laatste berichten van Daan van Leeuwen (alles zien)