Zouden de commentatoren van Italian Fishing TV dat nou ook doen? Laten we ze voor het gemak Erberto en Martino noemen, twee Italiaanse spraakwatervallen die met hun anekdotes en triviale wetenswaardigheden menig wedstrijd op het Italiaanse themakanaal opluisteren. Geen wielerkoers, dat zegt de twee niets. Nee, vissen is het specialisme van deze Erberto en Martino. Zoals RTL7 al jaren op een schier onmogelijk tijdstip VIS TV op het scherm brengt, zo is er in Italië een televisiezender waar de liefhebber van de edele hengelsport vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week zijn hart kan ophalen. Italian Fishing TV dus. En daar verschijnt hij regelmatig in beeld: een man met een verleden in een totaal andere sport. Zesenveertig jaar oud is hij inmiddels en in zijn huidige sport vele malen succesvoller. De ene keer hijst hij een ferme karper uit één van de vele Italiaanse meren, een andere keer toont hij breed grijnzend van trots een meerval van enkele tientallen kilo’s aan de wereld. Kunnen Erberto en Martino van Italian Fishing TV het dan laten? Of happen ze gretig toe, net als de karper enkele minuten eerder toen een boilie vol larven in het water neerdaalde, precies binnen het bereik van de vis? Erberto en Martino zullen zich waarschijnlijk niet kunnen inhouden en nemen de visliefhebbers mee terug naar die 25ste juli van 1997. Zoals onze Nederlandse Herbert en Maarten van de NOS in de Tour van vorig jaar, dit jaar en vermoedelijk ook de komende jaren hun Pavlov-reactie ten toon spreiden zodra Primož Roglič in beeld verschijnt en onmiddellijk over diens verleden als schansspringer beginnen, zo brengen hun Italiaanse collega’s van de viszender het verleden te berde van een man die direct na zijn wielercarrière de fiets heeft ingeruild voor een boot, hengels en visnetten.

Mario Traversoni luidt zijn naam. Italiaan. Van 12 april 1972. Iets meer dan een kwart eeuw na zijn geboorte zal hij een hoofdrol spelen in één van de meest vreemde ontknopingen van een Touretappe. Zelden zal het gezegde ‘als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen’ toepasselijker zijn dan direct na de negentiende rit tussen Montbéliard en Dijon. Viscommentatoren Erberto en Martino hebben zich het verhaal ongetwijfeld pas jaren later eigen gemaakt, met dank aan de firma Google LLC uit Silicon Valley. Een merkwaardige jurybeslissing bezorgt de latere kampioen karper vissen een etappezege in de Tour de France. Zonder daadwerkelijk te winnen. Sterker nog, Traversoni bevindt zich niet eens in de buurt van de voorsten. Die zijn een kleine halve minuut eerder schouder-aan-schouder over de finish gekomen. Alsof ze tijdens hun gezamenlijke ontsnapping fysiek met elkaar vergroeid zijn geraakt. Mening geliefden jaloers makend om zulk een innig contact.

Iets minder dan dertig kilometer voor de aankomst in Dijon hebben de twee, Bart Voskamp en Jens Heppner, zich losgemaakt uit een omvangrijke kopgroep, die enkele uren eerder, direct na het vertrek uit Montbéliard, tot stand was gekomen. Met na deze negentiende etappe enkel nog een tijdrit en het verplichte defilé op de Champs-Élysées voor de boeg, ligt de Tour van 1997 al een paar dagen in haar definitieve plooi. Jan Ullrich heeft zijn sprankelende debuut van een jaar eerder het vervolg gegeven dat de hele wielerwereld verwachtte. Moest Ullrich in 1996 nog genoegen nemen met de tweede plaats op het podium in Parijs, achter zijn eigen kopman Bjarne Riis, een jaar later staat er geen maat op de Duitser. Naaste belagers Richard Virenque en Marco Pantani kijken al voor de laatste bergetappes tegen een haast onoverbrugbare achterstand aan. De topsprinters zijn blij dat ze de Champs-Élysées zullen gaan halen en sparen zich om daar hun laatste krachten aan te kunnen spreken. En dus heeft het merendeel van het peloton er vrede mee dat de Fransman Arnaud Prétot direct na de start van de negentiende etappe zijn vermoeide lijf kort uit het zadel tilt, aanzet en al snel een gat slaat ten opzichte van de meute. Dertien van zijn collega’s aarzelen niet en springen voor het te laat is in het wiel van de renner van Gan. Pas na de finish zal het peloton, dat een snipperdag heeft, de veertien terugzien. Niet dat het koekenbakkers zijn, de vluchters. Integendeel. Voormalig geletruidrager Rolf Sørensen zit er bijvoorbeeld bij, net als zijn Rabobank-ploeggenoot Erik Dekker, TVM-trio Peter van Petegem, Servais Knaven en Bart Voskamp, tempobeul Viatcheslav Ekimov en een Italiaan met een goede sprint in de benen en een voorliefde voor de vissport. Een passie die bij Mario Traversoni zeker net zo vurig is als die voor het fietsen.

Terwijl bij zijn collega’s in de weken voor de Tourstart van 1997 de zenuwen met de dag toenemen, trekt de renner van Mercatone Uno lekker twee dagen naar Lazio om daar langs één van de vele meren nog maar eens een hengel uit te werpen. Ontspannener kan de Tour niet beginnen. Fietsen en vissen. Het zijn de twee dingen waar het leven van de Italiaan om draait en bovendien hetgeen waarin hij zijn ultieme rust vindt. Natuurlijk niet tijdens wedstrijden, als het er echt om gaat, maar er is niets waar Traversoni meer ‘zen’ van wordt dan van een trainingsrit door het glooiende landschap van zijn geboorteregio Lombardije en van het eindeloos afwachten tot het moment dat hij een vis aan de haak kan slaan.

Als sprinter-uit-de-tweede-lijn koestert Traversoni geen hoge ambities voor de drieweekse expeditie door het Franse land. Een jaar eerder heeft hij bij zijn debuut in de eerste Tourweek een paar aardige ereplaatsen in de daguitslag bij elkaar gesprint, maar in een peloton met rasspurters als Mario Cipollini, Djamolidine Abdoujaparov, Erik Zabel, Tom Steels en Jeroen Blijlevens kent Traversoni zijn plek. Niet kracht of pure snelheid, maar slechts een uitzonderlijke dosis geluk kan hem aan een sprintzege helpen. Zoals in het voorjaar van 1997. De godin Fortuna was Traversoni op zowel de slotdag van de Tirreno-Adriatico als van de Catalaanse Week gunstig gezind. De Italiaan mocht binnen een tijdsbestek van iets meer dan een week de tweede en de derde zege uit zijn profcarrière bijschrijven op zijn palmares, waar tot dan toe slechts een etappe in de Wielerweek van Bergamo van 1995 op prijkte. Het jaar na die eerste overwinning verkeerde Traversoni heel even in de veronderstelling dat hij Italiaans kampioen kon worden. In de eindsprint om de tricolore slaagde Traversoni er enkele tientallen meters voor de finish zowaar in om uit het wiel van Cipollini te komen en Il Re Leone bijna te verslaan. Slechts een paar millimeter voorsprong hield Super Mario over op zijn voornaamgenoot. Net genoeg voor wat Cipollini na afloop zijn mooiste overwinning tot dan toe zou noemen. Traversoni restte de tweede plaats. Alsof een vette karper een paar seconden aan de boilie snuffelde om toch maar verder te zwemmen, in plaats van gulzig toe te happen.

In de Tour van 1997 is een derde plaats lange tijd de beste rituitslag van Traversoni. De renner van Mercatone Uno hoeft alleen Blijlevens en Abdoujaparov voor te laten gaan in een massasprint die bij veel mensen nog altijd op het netvlies gegrift staat. In de laatste paar honderd meter naar de finishlijn in Marennes gedragen de snelste mannen van het peloton zich als kinderen die vechten om het laatste toetje. Eerst deelt Erik Zabel met het hoofd een kwak uit aan Robbie McEwen, waardoor meerdere renners moeten uitwijken. Een paar tellen later reageert Tom Steels zijn frustraties af op een manier die hem een enkeltje terug naar Vlaanderen zal kosten. Als door een wesp gestoken zet Steels na de zoveelste duw de adrenaline, die aan alle kanten uit zijn oren spuit, niet om in snelheid, maar in agressie. De Belgisch kampioen grijpt zijn bidon uit de houder en gooit ‘m met een ferme zwaai in de richting van Fréderic Moncassin. Die kan maar net ontsnappen aan de rondvliegende drinkbus. Exit Steels. Zabel wordt voor zijn vergrijp geklasseerd op de laatste plaats van het peloton, Jeroen Blijlevens mag op het erepodium met de bloemen zwaaien en Mario Traversoni schuift door naar de derde plaats in de rituitslag, inclusief de bijbehorende punten voor de strijd om de groene trui. Niet dat de Italiaan verwacht het tricot te kunnen bemachtigen, maar hij stelt zichzelf wel een doel: in Parijs een top 3-klassering behalen in het puntenklassement. Dat bereiken zou de Tour van Traversoni, die voor de niet-klimmer naast het sprinten om ereplaatsen bestaat uit knechten voor Marco Pantani, tot een geslaagde exercitie maken.

Vandaar dat de Italiaan als enige van de sprinters mee glipt met Arnaud Prétot en twaalf anderen op weg naar Dijon. Hij kan de punten onderweg en aan de aankomst goed gebruiken. Op de dagzege rekent Traversoni niet. Aangezien hij de rapste is van het gezelschap zal iedereen naar hem kijken zodra er gedemarreerd wordt. Dat is dan ook precies wat gebeurt als Bart Voskamp zich op een kleine dertig kilometer van de finish losmaakt uit de kopgroep. Alleen Jens Heppner kan volgen, de rest kijkt elkaar aan. Of stopt af, zoals Voskamps ploeggenoten Knaven en Van Petegem en Heppners kompaan Christian Henn. Uitgerekend dezelfde renner die een jaar eerder met Voskamp had gesprint om een dagzege in de Tour en het toen aflegde tegen de Nederlander. Aan Heppner de lastige taak die nederlaag te wreken.

Bij het opkomen van het laatste rechte stuk naar de finish laat de Duitser zich echter gemakkelijk de koppositie opdringen. Met nog 250 meter te rijden zet Voskamp aan om alle in het wiel van Heppner opgespaarde krachten in een uiterste explosie te laten samenkomen. De Nederlander knalt weg uit de rug van zijn vluchtgenoot. Die laat zich echter niet verrassen en duikt meteen op het achterwiel. Alsof een onzichtbare kracht plotseling twee kranen vol melkzuur heeft open gedraaid voelt Voskamp zijn beide benen in hoog tempo vollopen. Hij realiseert zich dat hij de sprint te vroeg heeft ingezet, maar een weg terug is er niet. Het enige dat hij nu kan doen is blijven trappen en hopen dat zijn Duitse concurrent er niet meer in slaagt om nog langszij te komen. In zijn linkerooghoek ziet Voskamp dat die hoop met elke pedaalomwenteling ijdeler wordt. Heppner heeft zijn fiets al bijna naast die van zijn medevluchter gemanoeuvreerd en komt met zijn voorwiel centimeter voor centimeter naast dat van de TVM-renner. Die zwenkt ineens wat naar links in een poging Heppner de doorgang te beletten. De Duitser pareert door met zijn hoofd tegen de schouder van Voskamp te leunen. Alsof een tube secondelijm zijn werk heeft gedaan rijden de twee schouder-aan-schouder over de streep. Het wiel van Voskamp tikt net iets eerder aan dan dat van Heppner.

Zesentwintig tellen later bewijst Mario Traversoni inderdaad de snelste te zijn van de groep vluchters. Met gemak sprint de Italiaan naar de derde plek. Als de ploeggenoot van Marco Pantani twintig minuten later terugkomt van de verplichte dopingplas staat Charly Mottet hem op te wachten. De oud-renner is belast met de huldigingsceremonie na elke etappe en gebaart Traversoni met hem mee te komen. In al haar wijsheid heeft de Tourjury na ampel beraad besloten om zowel Voskamp als Heppner te diskwalificeren. Onreglementair sprinten door beiden, luidt de aanklacht. Normaal wordt een boosdoener teruggezet naar de laatste plaats van de groep waarin hij is gefinisht, maar dat is in een sprint-a-deux natuurlijk net zo zinloos als demarreren uit een peloton dat een massasprint voorbereidt. En dus roept de jury de nummer drie, Mario Traversoni, uit tot winnaar. Niet dat de Telekom-ploeg van Heppner of Voskamps TVM geprotesteerd heeft tegen de manier waarop de twee koplopers de finish zijn gepasseerd. Zelfs Tourdirecteur Jean-Marie Leblanc begrijpt bar weinig van het jurybesluit, net als de meeste renners en volgers. Het verdict is echter onomkeerbaar. Het boe-geroep dat Traversoni tijdens de huldiging lijdzaam moet ondergaan, doet de hoon die Chris Froome ruim twintig jaar later ten deel zal vallen in de Tour bijkans verbleken. De Italiaan laat zich er niet door uit het veld slaan. ‘Mijn naam gaat de Tourgeschiedenis in en over een tijd weet niemand meer hoe deze overwinning precies tot stand kwam’, tekent Cyclingnews.com op.

Traversoni is al de derde renner in de Tour van 1997 die een etappe wint dankzij tussenkomst van de jury. Behalve de Italiaan en de al genoemde overwinning van Jeroen Blijlevens in Marennes wordt ook de elfde etappe ontsierd door een incident. Ditmaal is het Serguei Outschakov die in de fout gaat. De Oekraïner rijdt Laurent Desbiens bijna de hekken in, met diskwalificatie als gevolg. Een verontwaardigd armgebaar van diezelfde Outschakov is de reden voor nóg een jury-ingrijpen na afloop van de negentiende rit naar Dijon. Achter Mario Traversoni beweegt Peter van Petegem zich namelijk als een ongeleid projectiel door de groep sprintende renners, waardoor Outschakov nu zelf slechts ternauwernood uit de dranghekken weet te blijven. Jurylid Martin Bruin en zijn collega’s zetten Van Petegem terug naar de laatste plaats van de achtervolgende groep, pal achter Voskamp en Heppner, maar wel voor Sørensen en Prétot, die in het zicht van de finish een paar seconden hebben moeten toegeven op hun medevluchters. De daguitslag van de negentiende Touretappe komt daardoor steeds meer in aanmerking voor een pagina in Denksport. Het is voor niet-ingewijden een onbegrijpelijke puzzel. Mario Traversoni kan er niet mee zitten. Zijn Tour, die hij twee dagen later in Parijs afsluit met de derde plaats in het puntenklassement, is meer dan geslaagd.

Een jaar later rijdt de Italiaan opnieuw met een voldaan gevoel over de Champs-Élysées. Winnen doet hij ditmaal niet. Net als in de twee voorgaande edities van de Tour sprint Traversoni een handvol top 10-klasseringen bij elkaar, maar dankzij zijn bijdrage aan de eindzege van Marco Pantani kan de spumante in Parijs toch worden ontkurkt. Ondanks de wederzijdse waardering – Traversoni haalt zijn kopman zelfs over om een paar keer mee te gaan vissen – scheiden aan het einde van het seizoen de wegen van Pantani en Traversoni. De sprinter-uit-de-tweede-lijn gaat deel uitmaken van de trein van Mario Cipollini. Die samenwerking eindigt echter al na één jaar. Traversoni rijdt nog kortstondig voor kleine ploegen in Portugal en Italië, maar begin 2002 verruilt hij zijn fiets voorgoed voor een hengel. Zodat commentatoren Erberto en Martino tijdens die lange, soms wat saaie, wedstrijdverslagen op Italian Fishing TV tenminste een fraaie anekdote te vertellen hebben.

Vincent de Lijser