maxiem-groenewegen‘Maxime was pas tevreden als ze met minstens een ronde voorsprong won’, vertelt Gerrie Groenewegen in wielertijdschrift De Muur*. ´Zij was altijd maar aan het beulen.´

Maxime Groenewegen was een van de grootste talenten van haar generatie. Als vijftienjarige versloeg ze Marianne Vos en Ellen van Dijk bij het NK tijdrijden voor junioren. Acht nationale titels behaalde ze, op de baan was ze in haar categorieën vrijwel onverslaanbaar. Een garantie voor grote prijzen en prestaties in een lichting meisjes onderweg naar de wereldtop.

Haar talent reikte tot een plek in het team van Leontien van Moorsel, en vulde drie volle planken met glimmende bekers achterin de fietsenwinkel van haar vader Gerrie. Tot het moment dat een auto-immuunziekte haar even onverwachts als genadeloos van de racefiets in een rolstoel duwde. Artsen wisten niet wat ze eraan konden doen. ‘Wie weet hoever zij anders zou zijn gekomen.’

Maxime herstelde, bouwde een nieuw leven op als moeder van twee jonge kinderen en met haar beautysalon in Vinkeveen. Het was voor haar verschrikkelijk moeilijk om afstand te moeten nemen van de sport. Ze zijn een bloedfanatieke wielerfamilie, zijzelf misschien nog wel het meest van allemaal. En zonder haar was haar jongere broertje Dylan sowieso nooit op het idee gekomen om te gaan fietsen.

 

*Voor wielertijdschrift De Muur schreef Martijn Sargentini het artikel ‘De winkel voor grote en kleine kampioenen’, over de Amsterdamse wielerfamilie van Dylan Groenewegen.
De Muur nr. 54 is sinds deze week te koop bij de betere boekhandel en online bij o.a. Blueonbike.nl

Martijn Sargentini