Ik ben wielerfan. Nog steeds. Voor mij is en blijft Lance Armstrong de zevenvoudig winnaar van de Tour de France en als ik een rekening had bij de Rabobank zou ik die opzeggen omdat ze zich terugtrekt uit de wielersport. Slappe hap.

Het wielrennen ligt onder vuur. So what? Het wielrennen heeft altijd onder vuur gelegen. Vanaf mijn twaalfde ben ik wielerliefhebber en ik weet niet beter dan dat doping onlosmakelijk verbonden is met wielrennen. Ik maak hier geen vrienden mee – zeker niet bij de moraalridders in het wielerpeloton – maar als ik een talentvolle wielrenner was en het verschil tussen winnen en verliezen zou doping zijn, wist ik het wel.

Naar mijn mening is in de publieke discussie op het moment alle gevoel voor verhoudingen compleet zoek. Lance Armstrong wordt afgeschilderd als crimineel, de wielrennerij wordt als ‘ziek’ bestempeld. Volslagen belachelijk. Mensen keren zich openlijk van het wielrennen af. Ze doen maar. Blijven we met de echte liefhebbers over.

Lance ArmstrongWaar ik me aan erger is de morele verontwaardiging bij niet-wielerfans. Zij spreken schande van het wielrennen in het algemeen en van Lance in het bijzonder. Laat ik nog even tegen wat zere schenen schoppen. Lance blijft een geweldenaar, gezegend met de ijzersterke wil de beste te willen zijn. Ten koste van alles.

Het is stuitend te zien hoe zijn prestaties in de Tour nu bijna uitsluitend worden toegeschreven aan het gebruik van epo. Niemand die het heeft over het feit dat hij harder trainde dan wie dan ook. Nergens lees of hoor ik over de gewoonte van Lance om op trainingskamp na een dag lang afzien nog een keer een berg op te fietsen, terwijl de rest van de ploeg het hotel opzocht. Ik moet het eerste commentaar nog lezen waarin melding wordt gemaakt van het feit dat Lance de eerste wielrenner was die al in het voorjaar complete bergetappes verkende. Nu is het gemeengoed geworden, maar hij was de eerste die het deed. Als geen ander kon hij zich focussen op één ding: de Tour de France winnen.

Nu ik toch bezig ben, ik erger me ook aan het feit dat ook in de wielrennerij Lance nu het zwarte schaap is. Dat is de hypocrisie ten top. Geen enkele professionele wielerploeg zal het openlijk toegeven, maar neem van mij aan dat elke topploeg in de ‘epo-jaren’ een dopingprogramma had. Het feit dat Rabobank zich terugtrekt uit de wielersport bevestigt in mijn ogen alleen maar dat het in die ploeg van hetzelfde laken een pak was. Geen enkele ploeg zal het willen toegeven, maar ze zijn volgens mij vooral jaloers dat de ploeg van Lance een grote voorsprong had met het dopingprogramma.

De organisatie van de Tour de France heeft alle zeven zeges van Lance geschrapt. Ik vind het volstrekt onzinnig. De Amerikaanse renner was niet de enige pakker in die jaren. Het halve peloton – en dat is een voorzichtige schatting – gebruikte. Sla de eindklassementen van de zeven door Lance gewonnen Rondes van Frankrijk er maar op na. Geen enkele Top 10 is dopingvrij. Je vindt er slechts een enkele renner die nooit in verband is gebracht met doping. Anders gezegd, Lance won met gelijke middelen zijn Tours. Ik sta redelijk alleen in mijn mening, maar dat interesseert me niet. Ik sla er thuis mijn Wielerjaarboeken op na en daarin staat Lance zeven keer te boek als winnaar van de Tour. Zwart op wit. Dat zal nooit veranderen.

Mijn liefde voor de wielersport is onaangetast, hoeveel dopingaffaires er nog zullen volgen. Het moet nog winter worden, maar ik kijk nu al uit naar de voorjaarsklassiekers. Het Vlaams openingsweekend, met Omloop Het Nieuwsblad op zaterdag en Kuurne-Brussel-Kuurne op zondag, is als een hernieuwde kennismaking met een geliefde na een lange vakantie. Wat onwennig maar ook vertrouwd. De eerste twee zondagen van april zijn mij heilig. De Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. De mooiste wielerwedstrijden van het jaar.

Maar die doping dan? Dat kan toch niet? Ik hoor de wielercriticasters al met hun politiek correcte morele verontwaardiging. Het antwoord is simpel: ik laat mijn passie voor de wielersport niet bederven door dopinggebruik! Het wordt tijd te accepteren dat doping onlosmakelijk verbonden is met wielrennen. En niet alleen met wielrennen, maar met alle sporten waarin de beoefenaar tot op en soms over de grenzen van wat het lichaam aankan wordt gejaagd. Het is een absolute illusie dat je op een bruine boterham met pindakaas een Tour de France kunt winnen. Hem uitrijden zou misschien nog wel gaan, maar wil je daadwerkelijk meedoen in de top kun je niet om prestatiebevorderende middelen heen. Wie anders denkt is naïef.

Laat ik nog één ding duidelijk stellen. Ik hou hier geen pleidooi voor doping. Ik ben alleen realistisch genoeg om te accepteren dat je dopinggebruik nooit kunt uitbannen. Het ligt in het karakter van topsport besloten. Topsporters – en al helemaal diegenen die beschikken over een absolute wil om te winnen – zullen altijd de grens opzoeken om de concurrentie voor te blijven. En als ze er van overtuigd zijn dat ze over die grens kunnen gaan zonder betrapt te worden, zullen er genoeg sporters zijn diedat doen. Of je het nou leuk vindt of niet, dat is de realiteit van topsport. Prima als mensen dat niet kunnen accepteren, maar laat ze mij en andere wielerfans niet opzadelen met hun morele verontwaardiging.

Gerrit Wijnne
Laatste berichten van Gerrit Wijnne (alles zien)