Het AD heeft besloten om het de renners maar eens op de man af te vragen: heb je wel eens doping gebruikt. Want, als je het direct en duidelijk vraagt, krijg je ook een duidelijk en direct antwoord. AD vraagt het aan alle Nederlandse renners, en da’s een flink overzicht geworden.

Wat mij vooral opvalt is de enorme verontwaardiging bij veel renners, die ze uiten wanneer ze de vraag gesteld krijgen. Erik Dekker zegt zelfs: “Dit is een waardeloze en oneerlijke vraag”. Anderen zeggen: “Nee, en daar wil ik verder niks over kwijt.”

Hoezo is die vraag oneerlijk? En waarom wil je er verder niks over kwijt?

Kijk, ik wil al die renners die in het overzicht “nee” zeggen (allemaal, want niemand zegt “ja”) best geloven. Ik heb geen idee of al die renners wel of geen doping hebben gebruikt, maar aangezien tot nu toe nog niks is bewezen ga ik uit van hun onschuld.

Maar, waarom doen de renners zo panisch?

Sommige renners reageren redelijk: “nee, maar tuurlijk hoorde ik wel eens wat”. Of: “ik ben wel eens in de verleiding gekomen.” Maar anderen schieten meteen in het standje ‘PANIEK!!’

Adrie van der Poel: “Ik doe met deze onzin niet mee. De journalistiek heeft meer dan genoeg schade berokkend aan de wielersport, door maar te blijven spitten in het verleden.”

Martin van Steen: “Nee. En daar wil ik verder niks meer over kwijt.”

Davy Dubbeldam: “Ik heb hier eigenlijk niks op te melden. Ik zou nee kunnen zeggen, maar ik voel me er heel ongemakkelijk bij.”

Door dit soort antwoorden blijft er altijd een enorm rookgordijn hangen om de wielersport. Ik weet niks van wielrennen. En dat wat ik weet, weet ik van tv, het lezen van websites en artikelen in de krant. Na het lezen van deze lijst, denk ik dat de wielerwereld een bizarre plek is. Een plek waar je niet graag wilt zijn. En tuurlijk, dat is misschien een vooroordeel, maar de wielerwereld zelf doet ook verdomd weinig om dat vooroordeel weg te halen.

Luuk Ikink
Laatste berichten van Luuk Ikink (alles zien)