Ze waren allen weer feestelijk uitgedost en gelukkig ook van de partij.

De klamme zweethandjes om 09u30 in de ochtend die maar geen namiddag wilde worden, de dag die dan al een kwartetmaal bezig is, uiteindelijk ook de namiddag, voorbeschouwingen die langer schijnen dan een winter volgestouwd met leegte en de eerste livebeelden (dat moet ik uitleggen: de Omloop is in feite een sacraal openingsritueel dat het licht verwelkomt, renners weten dat ze kunnen uitslapen, ’s middags vertrekken voor een ritje van zo’n 200 kilometer en aankomen voor de duisternis invalt, de eerste livebeelden vormen in dien verstande noch het astronomische of meteorologische, maar het wezenlijke begin van de lente).

De opmerking dat de eerste koers vroeg in januari in Australië is verreden of ga je iets terug in de tijd op een wielerbaan in Parijs reeds in 1868, de verwoede pogingen om de magie van de Omloop uit te leggen aan mensen die niet van koers houden (???), de haast onmetelijk enthousiaste aanhef die verzandt in een onverstaanbaar geprevel, in het beste geval in een inderhaast geformuleerde relatief beknopte opsomming waarin onder andere Luc, Renaat op de motor en de elk jaar weerkerende hoopvolle verwachtingen omtrent Tom Boonen en bijhorende ledematen essentiële kernwoorden zijn.

De kronkelende Vlaamse karrensporen nog heraangelegd door de grootvader van Stijn Streuvels, woeste met groeven bedrukte koppen geplukt uit zijn romans, de Haaghoek, de Berendries en Boembeke.

De afwezigen, de niet te voorziene plotwendingen (we weten elke seconde van het jaar waar Boonen zich bevindt, wat hij doet en wie hem daarvoor dankbaar mag zijn behalve in de finale van de Omloop, daar bleek hij op een gegeven moment zoek), de costauds, baroudeurs en renners met een groot Nys-gehalte.

De groteske excuses en schoorvoetende gelukwensen.

Een Brit (een volkje waarvan algemeen geweten is: gevaarlijker in de Omloop dan op Wimbledon), een renner die vaak tweede wordt, een renner die nog vaker tweede wordt, een 21-jarige winnaar van Luik-Bastenaken-Luik in wording maar hiervan nog niet op de hoogte gebracht en een Fransman wiens sprint na een ontsnapping van 200 kilometer en 23.546 kopbeurten nog zeer voor verbetering vatbaar is.

De herhalingen, Etixx-Quick Step (klopt technisch gezien), de detailstudies van een wielrenner in de graskant, de graskanten beter berijdbaar dan de openbare weg en het gootje.

De samenvatting van de wedstrijd voor vrouwen en de NASA die een glimp van Filippo Pozzato opvangt.

De onvoorwaardelijke verering en de charme van traditie die door economen met stilstand wordt verward, Vlaanderen zoals het er vorig jaar bij lag, tien jaar geleden, honderd jaar geleden en waarschijnlijk nog vroeger ook en de lieden die hardop ‘Omloop Het Nieuwsblad’ uitspreken en op een vermolmde houten plank met roestige tetanusspijkers de Noordzee zijn ingeduwd.

De voorbarige conclusies en de premisse dat dit slechts het begin is van meer, de wildste fantasieën over Kuurne-Brussel-Kuurne en veel te lange opsommingen in wielercolumns die een puberale opwinding moeten verbergen waartegen geen beredeneerd denken opgewassen is, vergeefse moeite.

Oef.

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)