Met verbijstering las ik het stuk ‘Een lichaam vol littekens en geen spoor van erkenning’ in NRC Handelsblad van 25 juni 2012. Nando Boers en Thijs Zonneveld beschrijven hoe Johnny Hoogerland op een bureaucratische en kinderachtige wijze aan het lijntje wordt gehouden door de ASO en Euromedia, het bedrijf dat de beruchte auto van de Franse televisie naar de Tour stuurde. Johnny heeft recht op geld, na wat hem is aangedaan, en niet zo’n beetje ook. Hij heeft tot nu toe nog geen dubbeltje ontvangen.

Dát was niet wat mij verbijsterde. Ik bedoel, de ASO (what’s in a name…..) staat niet bekend om zijn slagvaardigheid of enige empathie ten opzichte van de renners. Nee, wat mij tegen het hoofd stootte was dat dit de eerste keer was dat ik hierover las. Iets wist ik er wel van, dat Johnny nog steeds geen geld had gekregen bijvoorbeeld. Maar ik wist niet dat Johnny er zo onder lijdt. Johnny is bang. Als hij zijn ogen sluit ziet hij het prikkeldraad weer. En weer. In de koers rijdt hij vaak met de rem erop, hij durft niet meer wat hij vroeger durfde. Hij heeft psychologen bezocht en hij heeft mensen ingeschakeld die het juridische monnikenwerk, of zeg maar gerust beulswerk, voor hem op kunnen knappen, omdat hij erin dreigt te verzuipen.

Ik heb zitten denken hoe het kan dat ik niets wist van de strijd die Johnny op zoveel fronten moet leveren. Het zou natuurlijk kunnen dat ik niet de juiste dingen lees of de afgelopen tijd oogkleppen heb opgehad vanwege een bepaald toernooi in Polen en Oekraïne (excuses daarvoor), maar ik heb toch het idee dat iets anders de oorzaak is: wij hebben met z’n allen een clown van ‘m gemaakt. Misschien niet per se wij hetiskoers.nl-schrijvers en -lezers, of wij wielerliefhebbers, maar wij Nederland. Hij werd een cultheld, wat dat ook mag zijn. Een ‘nuchtere Zeeuw’, die doorzetter met dat grappige accent. Ik vergeet nooit meer dat ik in Surhuisterveen stond, langs het parcours van de Profronde, editie 2011. Eigenlijk was het ronduit belachelijk wat daar gebeurde. Johnny werd verwelkomd als held, waar natuurlijk niks mis mee is, maar er werd volledig voorbij gegaan aan wat hem eigenlijk was aangedaan. Niemand dacht na over zijn pijn, zijn angsten. ‘Op een fiets van Johnny voel je de pedalen niet meer!’ kraaide de speaker toen de betreffende bolletjesfiets per opbod werd verkocht. En ik werd na een uurtje knettergek van de luidspreker boven mij die ‘Go Johnny Go’ maar over ons uit bleef storten. Zijn honderden littekens aan de oppervlakte bereikten een ongekende status, maar de onzichtbare littekens zagen we niet. Wilden we niet zien.

Na de klap waren we allemaal even heel boos op die vreselijke Fransen met hun vreselijke auto, maar heel snel daarna werd ‘Prikkeldraad’ Johnny’s  middlename, omdat we het allemaal zo on-ge-lo-fe-lijk heldhaftig van hem vonden. En ik neem het mezelf ook kwalijk, want ook ik heb nooit écht nagedacht over de gevolgen die de meest besproken val van het jaar voor het leidend voorwerp zelf hebben gehad.

We kunnen de ASO en Euromedia van alles kwalijk nemen, heel veel zelfs, maar we moeten ook de hand in eigen boezem steken. Want in onze eigen honger naar heldendom hebben we niet doorgehad dat die jongen in het prikkeldraad geen leidend maar een lijdend voorwerp betrof.

 

Hilde Kugel
Laatste berichten van Hilde Kugel (alles zien)