Oscar FreireHè, zie ik dat goed? Al drie dagen op wielerpensioen en nog geen stukje over Oscar Freire op Het is Koers? Kom nou! Als niemand de verantwoordelijkheid neemt, schrijven wij dan maar een hommage aan de meest succesrijke slaapkop van het peloton.

Oscar Freire, de kleine Cantabriër uit Torrelavega, heeft veel koersen gewonnen. Grote koersen, kleine koersen. Van driekwart van die koersen had je tot driehonderd meter voor de meet niet eens door dat hij meereed. Niemand kon zich wegstoppen in een razend peloton zoals Oscarito. Plots dook hij op, met de streep in zicht. En won, met dat guitige lachje van hem. Drie keer wereldkampioen, drie keer Milaan-San Remo. Herfst en voorjaar. Groen in de Tour. Kind van alle seizoenen.

Van Freire wordt gezegd dat hij maar naar een fiets moest kijken en hij was in vorm. Op die fiets gaan rijden, durfde wel eens voor problemen zorgen. Freire, die qua talent met zijn gat in de boter gevallen is, had moeite met het harde zadel. Duiveneieren, derde teelbal of hoe je die lastige cystes op de poep ook wil noemen. En als hij geen problemen met het zitvlak had, speelde de knie wel weer op. Dus keek Oscar vanuit de zetel zichzelf maar weer eens in vorm.

Oscar Freire was een dromer. In het peloton durfde hij wel eens in slaap te dommelen, om dicht bij de meet wakker te worden. En te winnen, dat spreekt. In die zin blijft het verhaal van Michael Boogerd het mooiste. We veronderstellen dat er een beetje mythevorming achter steekt, maar het blijft één van de mooiste verhalen uit het peloton.

Volgens de legende gaat het om zijn eerste zege in de Brabantse Pijl (2005). Freire zou op vijfhonderd meter van de streep aan zijn ploegmaat Boogerd gevraagd hebben hoe ver het nog was. Waarop Boogerd uiteraard meldt dat de aankomst nù is en Freire de sprint wint. Onzin. In 2005 valt Freire aan op 20 kilometer van de meet en klopt Lotz en Merckx op de streep.

In 2007 zitten de twee ploeggenoten wel samen in de kopgroep. Freire wint. Maar zou hij echt de aankomst niet gekend hebben waar hij twee jaren voordien won? Rondje misgeteld? Bel gemist?

Hmm. Youtube-filmpje zoeken.

Een groepje zit achter de net ontsnapte Leukemans. Nog vijf kilometer. Boogerd plooit zich in vieren aan de kop. Freire zit in derde positie. Kilometers lang, ongewijzigd. Op de Alsemberg, op zeshonderd meter van de meet, wordt Leukemans gegrepen. Boogerd trekt nog even door, zet zich dan op kant en ziet zijn ploegmaat Freire winnen.

Waar hebben Freire en Boogerd gesproken in die laatste kilometer? Boogerd had er zeker de puf niet meer voor, Freire lijkt onbeweeglijk en geconcentreerd. Onzin. Er is niet gesproken. Dit is een mooi staaltje mythevorming.

Wat er ook van zij, het was de perceptie rond Freire die bleef bestaan. Hij traint niet, hij laat zich niet zien in de koers, hij zet geen sprinttreintje op. Hij zit gewoon wat te knikkebollen op zijn fiets, tot iemand hem zegt dat de aankomst nabij is en dan zorgt hij dat hij als eerste thuis is. Voor de koers, na de koers, tijdens de koers: altijd maar suffen en dromen.

Prachtige mythe, eigenlijk. Laten we hem maar in ere houden. Slaapwel, Oscarito, het ga je goed!

P.S. Herman Loos heeft op Oscar Freire nooit gewed maar vaak gevloekt. Toen hij Vdb in 1999 van de wereldtitel hield en toen hij Tom Boonen in Milaan-San Remo 2010 op de meet vloerde nog het hardst. Hij beseft maar al te goed dat hij het beter omgekeerd had gedaan: wel wedden, niet vloeken.

Herman Loos
Laatste berichten van Herman Loos (alles zien)