‘Hallo meneer, mag ik u interviewen voor de schoolkrant?’
‘Natuurlijk, ga je gang.’
‘Kon die Fransman, Pinol ofzo, vandaag het hardst fietsen?’
‘Pinot! Nou, hij finishte wel als eerste.’
‘Ja, dat bedoel ik.’
‘Nee, dat is niet hetzelfde.’
‘Ok. What ever. U eindigde als negende, dus zijn er acht beter dan u.’
‘Zo eenvoudig is het niet.’
‘Ik snap u niet.’
‘Kijk, iedere ploeg heeft een kopman en knechten.’
‘Die kopman is de beste, de knechten zijn losers.’
‘Nou, dat ligt iets genuanceerder.’
‘U bent vast geen kopman.’
‘Nee, ik ben knecht.’
‘Wat doet zo’n knecht?’
‘De kopman helpen, bijvoorbeeld door vóór hem te rijden.’
‘Zodat ‘ie de weg weet?’
‘Nee, we houden ‘m uit de wind.’
‘En op dagen dat er geen wind staat, heeft u dan vrij?’
‘Dan geef ik ‘m drinken en eten.’
‘En zegt u: “hup, kom op, rijden!” en dat soort modieuze coachingsclichés.’
‘Haha, ja. Of ik zeg: “sir Brad reed harder” en dan spuit ‘ie ineens weer vooruit.’
‘Ik begrijp u heel vaak niet. Ligt dat aan mij.’
‘Sorry, flauw grapje. Hopelijk leest Michelle dit niet.’
‘(…)?’
‘Ga verder, ik heb drie biertjes op tijdens de beklimming, ben een beetje melig.’
‘Ok. En in de bergen duwt u hem neem ik aan?’
‘Nee, dan rijd ik ook de hele dag voor hem uit.’
‘Waarom? Vanwege de wind?’
‘Nee, daarvoor rijden we te langzaam.’
‘Waarom dan?’
‘Ehm. Tja. Ehm. Dat is een soort van traditie.’
‘En als de knecht harder fietst dan de kopman, mag de knecht dan winnen?’
‘Nee, dan moet de knecht afremmen.’
‘Echt? Da’s vet kut toch?’
‘Ja, dat klopt wel. Maar dat is de afspraak. We helpen de kopman.’
‘Ook als die het net zo goed alleen kan?’’
‘Ook dan.’
‘Wilt u zelf niet winnen?’
‘Soms is het gevoel dat ik het hardste zou kunnen fietsen, al genoeg.’
‘Ik snap er niets van, maar toch bedankt, meneer eeh…Peels.’
‘Poels. Wout Poels.’

Sander Peters
Laatste berichten van Sander Peters (alles zien)