Ik rook onheil toen het peloton achter de volgwagens van een organisatie, die veel geld verdiende aan dit WK, naar de boorden van de woestijn werd geleid.

Een treurige parade langs slecht afgewerkte randen van de bewoonde wereld.

Toen de vlag daalde, vlogen de renners echter als dolle zwijnen in de richting van het ravijn. Een handvol schermutselingen later was de traditionele vroege ontsnapping een feit.

Het beeld van de zeven mannen die deze eer ten deel viel, deed mij denken aan de roman Dit zijn de namen van Tommy Wieringa. Een fantastisch boek dat onder andere gaat over de bizarre overlevingsstrijd van een groep arme sloebers die, op zoek naar een beter bestaan, zich letterlijk en figuurlijk af laat zetten op een eindeloze steppe.

Niet geheel toevallig ook door figuren die daar heel veel geld aan verdienden.
Wat volgde was een onvoorstelbare reis die louter uit vicieuze cirkels bleek te bestaan. Een beetje zoals die bijna surrealistische rotondes die het peloton midden in de woestijn moest kapen.

Het verhaal was gruwelijk en schitterend tegelijk.
Net zoals het décor van leegte, onwerkelijk grote trucks in tegengestelde richting en het door stuifzand belemmerde zicht op een bollende horizon.
Onooglijk, afschuwelijk, maar toch fantastisch.
Misschien wel omdat het de waanzin raakte van de koers zoals die ooit door een stel krantenjongens is bedacht.

Ik dacht aan al die andere beelden uit de woestijn en trok de conclusive dat er echte en gecreerde waanzin bestaat. Waarbij voor dat laatste geldt, dat wanneer je er midden in zit, dat verschil op dat moment even niet bestaat.

In tegenstelling tot het boek was niet het troosteloze en fictieve Michailopol het einde van de reis, maar het protserige Doha waar de nagloeidende waaierkoorts, een verrassingsaanval van Tom Leezer en het inmiddels vertrouwde knuffelberen-Engels van Peter Sagan, dat in Michailopol niet zou weerstaan, het gevoel van onheil als sneeuw voor de zon deed verdwijnen.

Evenals het gevoel dat dagenlang de wielergesprekken had gedicteerd. Het gevoel dat het eigenlijk niet kon, zo’n koers in een troosteloze zandbak.

Joost-Jan Kool