Toen ik begon met fietsen, was ik tien jaar jonger dan vandaag en bevond ik me zo’n beetje op de bodem van een depressie die me alle lust tot wat dan ook ontnam. Volgens de psychiater zou meer beweging een van de pijlers onder mijn herstel kunnen zijn, dus ik kocht een goedkoop racekarretje – een Raleigh; mijn historisch besef was in de maalstroom van zwartgalligheid wonderbaarlijk overeind gebleven – en ging fietsen. De eerste paar ritten zat ik met doodsangst op de fiets; het asfalt was me veel te dichtbij en in het echt waren die bandjes nog veel smaller dan ik in al die Touretappes op tv ooit had gezien. Maar tijdens mijn derde of vierde ritje reed ik over een lange rechte weg naast het Amsterdam Rijnkanaal. De wind in de rug, de zon op mijn gehelmde hoofd, het asfalt zo strak als een biljartlaken. En ineens, ineens gebeurde het: ik was helemaal niet meer bezig met de versnellingen, mijn helm voelde ik niet meer en dat die fietsbroek mijn benen tot twee rolladerollen degradeerde, zag ik ook niet meer. Ik hoorde slechts de wind, ik voelde slechts mijn benen die in staat waren een magische drie en een even magische nul op het kilometertellertje te toveren.

IK!

REED!

DERTIG!

pedala1_coverNiet in een auto, niet op een brommer, maar op een fiets. Mijn eigen lijf deed dit, mijn eigen benen maalden dit in de rondte. Wat een besef!

Mijn zwarte periode duurde uiteindelijk bijna een jaar en gedurende die tijd fietste ik. Niet wekelijks, maar vaak genoeg. Soms met mijn lief, soms met mijn vader. Tijdens die ritjes kwam ik zo goed als nooit andere meiden tegen, waardoor ik me behoorlijk stoer voelde – enige drang tot opvallen zit toch wel in me, als ik eerlijk ben.

Tegenwoordig fiets ik wekelijks, op z’n minst. En dan zie ik heel vaak andere meiden rijden. Ik moest daaraan wennen, aan die andere meiden die plots ook gingen fietsen. Niet langer een van de weinige stoere dames in die mannenwereld, het was echt wel even een dingetje. Maar inmiddels snap ik al die meiden wel: hé, ik ben er zelf een van! Fietsen is nu eenmaal het leukste wat er is. Vanwege de wind door je haren, de kilometers die je soms bijna ongemerkt wegtrapt, vanwege het vervloeken van regen, wind en stijgingspercentages en de voldoening als je het toch weer hebt gered en vanwege je rode wangen als je na het douchen in de spiegel kijkt. En godsamme: het is misschien wel de mooiste manier om jezelf te leren kennen. Dat je en passant ook nog eens op plekken komt die je anders nooit van je leven had gezien en dat je daarbij ook nog eens leuke nieuwe mensen ontmoet… eigenlijk is het ongelooflijk dat al die meiden de fiets nu pas ontdekken! Gelukkig is er voor al die vrouwen wel meteen een geweldig nieuw blad: Pedala. Een fietsmagazine dat je alles vertelt over fietsen. Zeker niet mutsig, maar ook weer niet té technisch – we blijven tenslotte wel vrouwen. Kekke shirtjes naast fraaie Limburgse routes en kasseienvreten naast een verhaal over hoe het nou zit met die koolhydraten. En dat er ook tranentrekkend mooie fietsen in staan, is logisch – we blijven tenslotte wel vrouwen…

PS: Vanaf 7 april 2015 is het eerste nummer van Pedala overal te koop.
PS 2: Mijn psychiater had gelijk…

Mariska Tjoelker
Laatste berichten van Mariska Tjoelker (alles zien)