Het onvoltooide dagboek van Reinier RiethovenStan Ockers moet z’n idool zijn geweest. Een grote foto van de wereldkampioen kreeg een ereplaats in zijn kamertje, schrijft Antoon van de Rijk in een boekje over wielrenner Reinier Riethoven. Misschien stond hij er uren naar te kijken mee te praten, suggereert Van de Rijk.

Reinier is ook een kampioen. Een kampioen in wording toch zeker. Als aspirant en nieuweling wint de jonge Leidenaar de ene koers na de andere. Kortenhoef, Krommenie, Goirle, Zegge, Terheyden en natuurlijk zijn eigen Leiden; het zijn zomaar enkele zegeplaatsen. Z’n ongetwijfeld mooiste winst behaalt hij op 22 juni 1958 op het circuit van Zandvoort. Voor het NK bij de nieuwelingen staan er maar liefst zo’n 300 renners aan het vertrek. In de massasprint weet hij uit zijn lijf nog een extra versnelling te toveren.

Over de nummer 2 van die dag schrijft Van de Rijk niet. Het boekje is immers geschreven in 1958 en niet een jaar of tien later als de  “J. Janssen, Nootdorp” van 1958 een landelijke bekendheid is.

Terug naar Reinier over wie Van de Rijk lyrisch is. ‘Hij was de beste en de beste had gewonnen’, schijft hij over het NK. ‘Dat was de droom in werkelijkheid, dat was het antwoord op de vernedering, dat was het resultaat van zijn liefde. Van de rustige voorbereiding en opoffering, kampioen van Nederland op 16-jarige leeftijd, als anderen nog op deze leeftijd zich druk maken over een Tarzanfilm of belletje trekken in de buurt.’

Toch gaat niet altijd alles naar wens. Als Reinier een keer zijn helm is kwijtgeraakt, leent hij van een vriend een oud exemplaar. Te oud blijkt, want tijdens de wedstrijd in Zuidland schiet het riempje los om vervolgens langs zijn hoofd te bungelen. Hij krijgt een waarschuwing van de jury (Van de Rijk noemt de bewuste commissaris ‘kamprechter’) maar vastmaken van het riempje lukt niet. Reinier moet de wedstrijd verlaten of wordt nog erger gestraft, krijgt hij te horen.

De renner stapt af en is gebroken. Weigert die avond te eten, barst in een huilbui uit en is tijdens de volgende wedstrijden niet vooruit te branden. ‘Het moraal is vertrapt’, schrijft Van de Rijk die de kamprechter er van langs geeft. ‘De jongen, die klaar staat voor iedereen en liever afstapt dan onregelmatig een wedstrijd te betwisten, deze renner wordt ten aanzien van duizenden bezoekers aan de kaak gesteld door een zich niet van zijn taak bewuste kamprechter.’ Even verder vallen de woorden onrechtvaardig en onsportief.

Maar met het NK in aantocht komt bij Reinier ook weer de moraal. En dus de winst voor een jongen die volgens Van de Rijk niet te koop loopt met zijn prestaties. ‘Hij bleef voor zijn bekenden en vrienden de doodgewone Reinier. De rustige, vriendelijke jongen, die alles goed vond, mits het maar gewoon was.’

Reinier traint al langer, één keer per week, op de baan in Amsterdam. De trainer is sprintlegende Arie van Vliet, die Reinier het WK op de baan van 1958 in het vooruitzicht stelt. Om die reden wordt de Acht van Chaam voorlopig zijn laatste wegwedstrijd. Daar wil hij wat moois van maken…

Dat lijkt te lukken. In de sprint om winst ligt hij aan de leiding. Maar hij valt. Over de aanleiding zijn de kranten het niet eens. Slipt hij weg in het zand naast de weg? Of raakt hij een voorovergebogen jongetje uit het publiek?

Een massale valpartij is het gevolg. Onderop ligt Reinier. ‘Roerloos, zachtjes kreunend.’ Hij wordt overgebracht naar het ziekenhuis waar een schedelbasisfractuur wordt geconstateerd. Een operatie volgt maar helpen doet het niet.

Het is bijna twee jaar na de fatale val van zijn idool Ockers als Reinier Riethoven, op 7 augustus 1958, in het ziekenhuis overlijdt.

Jos van Nierop
Laatste berichten van Jos van Nierop (alles zien)