Lang twijfelde ik. Kijken of niet. Hét wielermoment van het jaar! Van de eeuw misschien! Maar ja, Oprah. Een zevenvoudig tourwinnaar die dopinggebruik bekent! Maar ja, midden in de nacht.

Eerder vandaag zag ik een foto voorbijkomen. De hotelkamer waar het interview gaande is. Lance Armstrong gesticuleert. Zittend in een stoel, met lelijke schoenen aan en een broek die niet goed bij z’n jasje kleurt. Achter hem jaren ’70-gordijnen en een dressoir met een zwart doosje erop, misschien zitten er tissues in, voor de voorspelde tranen. Onder het dressoir een klein tafeltje met twee glazen water. Eentje voor Oprah en eentje voor Lance. In ieder glas een rietje.

Ik ga niet kijken.

In plaats daarvan droom ik vannacht hopelijk van die ene keer dat ik Lance Armstrong in het echt – en ja, inderdaad: helemaal volgespoten – tegen een berg op zag stormen. Zoveel kracht. En dan nu dat rietje.

Nee, ik ga echt niet kijken.

Huilen is nog tot daaraan toe, maar ik ga niet lijdzaam toe zitten kijken hoe Lance Armstrong een rietje aan zijn lippen zet. Er zijn grenzen.

Andre van den Ende