infographic-2016Nederlandse dames domineren de landenranking al jaren en winnen hoofdprijzen. Dat behoeft weinig analyse. Maar hoe zit dat bij de heren profs? Klopt het dat zij de laatste jaren steeds succesvoller worden? Hetiskoers! plaatste aan het eind van vorig seizoen een analyse aan de hand van de uitslagen. ‘Scorebordjournalistiek’ is volgens de definitie ‘een ongenuanceerde vorm van sportjournalistiek, waarbij alleen naar de uiteindelijke (hoge) uitslag wordt gekeken en niet naar het vertoonde spel en de feitelijke krachtsverhoudingen tijdens de wedstrijd’.

Dat vonden wij uitstekend klinken. Want waarom de cijfers laten zwijgen als die in ruime mate voor handen zijn?

Weet u nog wie de eerste Nederlandse zege van het seizoen behaalde?
Inderdaad, Peter Koning. Tijdrijder uit Venhuizen, rijdend voor Team Drapac Professional Cycling. Het was op 20 januari, de derde rit in de Tour de San Luis (UCI 2.1) met aankomst bergop in La Punta Cabilda. Koning finishte met ruim anderhalve minuut voorsprong op pocketklimmers als Fernando Gaviria, Peter Sagan en de jongere broer van een Colombiaanse Vuelta-winnaar. De eerste zege (en wat voor eentje!) was binnen nog voordat de internationale Cyclocross in Rucphen was verreden.
We waren vertrokken voor wat een topseizoen zou gaan worden.

De resultaten van Nederlandse renners lieten voor dit seizoen al een opgaande lijn zien, maar tot grote, aansprekende prestaties leidde dat nauwelijks. Want laten we daar eerlijk in zijn: die rondvaart door de grachten voor Niki Terpstra was nu toch ook alweer een tijdje geleden. Veel pap, weinig krenten.
De ommekeer kwam aan het einde van de zomer van 2015. Opeens wonnen drie (3!) verschillende Nederlandse renners etappes in de Vuelta, een ronde die dat jaar sterker bezet was dan ooit en waarin niet, zoals dit jaar, alle vlakke ritten gratis konden worden afgehaald door sprintaantrekkers van de derde lijn.
Er werd weer gewonnen. En niet zo zuinig ook.

Dat smaakte naar meer dan een hoge plek in een eindklassement, zo vonden velen. Het bleek al gauw dat onze toprenners er precies zo over dachten. Het nieuwe motto werd ‘mikken op dagsucces’ (#MikkenOpDagsucces). Tom Dumoulin gooide nog tijdens de ontknoping van de Vuelta 2015 met één machtige zwieper zijn roer om. Resoluut en zelfverzekerd. Een topsporter komt immers vaak tijdens de zwaarste inspanningen tot de beste inzichten. Zijn aanpak om het klassement voortaan te laten voor wat het was, betaalde uit (twee ritzeges!) en kende in seizoen 2016 vele volgers. Noem het gerust een gamechanger.

De eersten die de succesvolle aanpak van Dumoulin als volledige ploeg kopieerden, waren de renners en ploegleiders van de Lotto-Jumbo ploeg. Alle druk die op de platte, langgerekte schouders van Steven Kruijswijk rustte om toch vooral ‘voor een goed klassement’ te gaan, smolt als een sneeuwwand in volle Italiaanse zon. En zie: instant succes met de tijdritzege van Primož Roglič. Weliswaar geen Nederlandse renner, maar een kniesoor die daarop let. Sowieso mag de ploeg niet klagen over het totaal aantal zeges dit seizoen.

Ook tijdens de Tour en de Vuelta pasten ze dit recept naar volle tevredenheid toe, en dat leverde zomaar hun mooiste etappezege ooit op. De ritzege van Gesink illustreerde opnieuw de totale ommekeer, – of liever het omdenken-, in het Nederlandse wielrennen: klassementsrenners die de druk weghalen bij omgeschoolde en nog onervaren rittenkapers. Het is een even simpele als briljante strategie. De wijze waarop Bauke Mollema al zijn ambities als klassementsrenner probleemloos aan de kant zette en drie weken lang in Frankrijk toewerkte naar zijn moment van volle glorie aan promenade in San Sebastian, het verdient alle eer. Een beloftevolle generatie renners begon in seizoen 2016 eindelijk aan de oogst.

Zien we dit nieuwe elan terug op het scorebord?
Absoluut.
Het totale aantal zeges bij de heren profs nam toe, met daarbij, net als vorig jaar, liefst vier Nederlandse ritzeges in de drie Grote Ronden. En wie verder kijkt dan de cijfers ziet twee schitterende koninginneritten met solo-aankomsten bergop. Het aantal toptien-noteringen in de Monumenten is gestegen en er werd er dus zelfs een gewonnen (Wout Poels, Luik-Bastenaken-Luik).
De allerbelangrijkste constatering blijft toch dat de doelstelling om minder nadruk te leggen op de eindklasseringen, ruimschoots werd behaald. Slechts één renner (Steven Kruijswijk, – 4e plaats Giro d’Italia) is terug te vinden in deze lijstjes. Ter vergelijking: dat waren er vorig jaar nog vier.

We zijn, kortom, de goede weg ingeslagen.
Op naar volgend seizoen!

Website www.procyclingstats.com bevat een online database met wedstrijduitslagen van de afgelopen tien jaar. Iedere wedstrijdcategorie krijgt op PCS een eigen ranking. De cijfers en graphics in dit artikel zijn hierop gebaseerd.

Graphics: Tim van Asch

infographic-2016

Martijn Sargentini