Het blijft me fascineren. Een wielrenner die een datum prikt om te trouwen, die precies samenvalt met de start van de Tour de France. We schrijven 30 juni 2012. Terwijl zijn collega’s in Luik een voor een van de starthelling rollen om de proloog van de Tour de France te rijden, staat Thomas de Gendt voor het altaar op zijn bruid Evelyn Tuytens te wachten. Waarom juist op deze dag? De talentvolle Thomas had toch zeker niet misstaan in de Tourselectie van Vacansoleil.

Evelyn gaf een verslaggever van De Standaard het volgende antwoord: ‘we geloven heel sterk in het lot en we zochten een datum met betekenis. Ik verjaar op 30 maart en Thomas op 6 november. Daarom kozen we voor 30/06. Op 1 juli, de nacht van ons trouwfeest, zijn we ook precies zes jaar samen, dus alles valt samen.’

Geen speld tussen te krijgen, zou je denken. Buitengewoon romantisch en goed doordacht. Maar niets is zoals het lijkt. In het wielrennen niet. In de liefde evenmin.

Hoe moeten we deze stap nu echt verstaan?

Is dit een ridderlijk gebaar van de buitencategorie? Thomas, die zijn lief wil tonen dat zij boven alles gaat? Een topsporter die na een avondje relativeren, zich plots is gaan beseffen dat een gele trui door de motten aangevreten kan worden, rode bolletjes op een koerstrui al gauw verbleken, maar dat liefde eeuwig duren kan.

Spreekt hier niet gewoonweg enorm veel vertrouwen uit? Van Evelyn in haar Thomas. En van Thomas in wielrenner De Gendt? “Thomas, ik weet zeker dat jij met je talent nog kansen genoeg hebt, om van die gele leeuwtjes te winnen. Genoeg leeuwtjes van Le Credit Lyonnais (LCL) voor al die kinderen die we ons toewensen. Laten we het er in 2012 maar gewoon van nemen. Wij gaan in de zomer van 2012 op huwelijksreis! Ook al sponsort Vacansoleil onze honeymoon niet omdat teammanager Daan Luijcx het er helemaal niet mee eens is. Wij trekken gewoon ons eigen plan! Saampjes”.

Zou het kunnen dat het een uiting van jaloezie is? Zou Evelyn het wel kunnen verkroppen dat haar lief zijn gladgeschoren benen veel vaker tussen twee wielen dan tussen haar warme dijen schuift? De fiets als de minnares die van geen wijken wil weten. Dat ranke ding, dat zijn gedachten blijft beheersen, zelfs als jij je gele jurkje draagt. “Lief, als jij de enige in mijn leven wil blijven, trouw dan met me! Maar wel tijdens de tour, jouw Tour!”.

Zit hier een derde achter? Een minzame (toekomstige) schoonmoeder die het maar niks vindt dat haar dochter het met een wielrenner doet. “Wielrenners…Die zijn toch nauwelijks thuis? Als vrouw kom je toch altijd op het tweede plan bij een topsporter? Nou dan, als hij echt voor je wil gaan, laat hem dat maar bewijzen! Laat hem zijn andere droom maar voor jou opgeven. Jij bent dat waard, meid. Voor minder moet jij het niet doen!” Hier wordt gewoonweg, ouderwets, een hoge bruidsschat gevraagd.

Of is het huwelijk van Thomas en zijn Evelyn het voorbeeld van een perfecte combine? Een samenzwering? Van een renner die in zak en is as zit omdat hij de tour van 2012 helemaal niet wil rijden (“the sky is too high!”), maar dat van zijn ploegleiders wel moet. En zijn vriendin, die weet dat haar Thomas zijn zinnen juist op de Giro d’Italia had gezet om daar te kunnen vlammen op de legendarische klim van de Passo di Stelvio. Een geslepen samenspel van een stel dat beseft dat alleen iets groots, iets absoluuts ingezet kan worden om de immense druk van de ploegleiding te weerstaan. En in plaats om zich te verschuilen achter het grote ongeluk, het voordoen van een flinke blessure, komen ze tot het briljante plan om hun trouwerij, het grote geluk, als camouflagenet te gebruiken.

En ze leefden nog lang en gelukkig.

Bort Hartog