Exact een jaar geleden stond Robert Gesink aan de start van de Santos Tour Down Under. In de Vuelta a España een paar maanden daarvoor had hij de bevestiging gekregen waar hij al een tijd je naar op zoek was. Een rit winnen in een grote ronde was wat hij graag wilde en waar hij zeker toe in staat was. In de Vuelta wist hij een prachtige rit te winnen op de Aubisque; als je er eentje wint kun je het beter goed doen. In de Tour Down Under startte hij de voorbereiding op meer euforie, na een voorjaar met weinig sprankelende resultaten begon hij aan de Tour de France met hoge verwachtingen. Zelden was hij beter, zo zeiden de benen.  We weten allemaal wel hoe het afliep, een bijna ritzege op Station des Rousses, gevolgd door een lullige valpartij op weg naar Chambéry. Zo lullig als het was, zo groot was de schade.

Iedereen had medelijden met hem, maar ook bijna iedereen moest om hem lachen. Zijn humor om deze tegenslag te verwerken was mooi om te zien. Gesinks tweet na de valpartij ging niet over hoeveel pijn die hij had of hoe zielig hij was, nee hij leek op een Minion, daarover maakte hij zich druk.

Vijf dagen later zat hij in zijn Minion-outfit op de hometrainer. Robert ziet er niet uit als een soepele latinodanser, maar zelden zat er iemand zo stijf rechtop op een hometrainer. Één ding spatte van de foto af; dat er weinig lol viel te beleven die dagen.

Uithuilen en doorpakken, er is al zo vaak geschreven over de tegenslagen van Robert, ondertussen weten we dat hij tegenslagen kan verwerken. Veel liever zal hij verhalen lezen over zijn winst op de Aubisque, of verder terug in de tijd, die mooie sprint in Québec, de winst in Californië op Mount Baldy.

Thuis in Girona kwamen de mensen die Robert echt na staan weer langs. Zijn Mexicaans-Spaanse-Noord-Hollandse vriend kwam langs, No te Rajes viel er te lezen op een shirt dat daar niet toevallig lag. Uit de tweet valt trouwens niet op te maken of Jetse Bol hem kwam steunen die dag of dat Robert bijgedragen had aan de crowdfundingactie. No te Rajes, weinig Nederlands aan, maar zowel bij Jetse Bol als Robert zit het in het bloed.

Laten we de statistieken er even bij pakken. Zwift is mooi, Zwift is leuk, maar Zwift is niet de reden dat Robert begonnen is met fietsen. In augustus zat hij op bijna 1.000 kilometer op de Zwift, in september werden dat er 1.778. Had hij zijn No te Rajes-shirt aan? We weten het niet, maar een doorzetter is hij wel: eind september zat er zelfs een rit bij van 160 kilometer, vierenhalf uur op Zwift. Zwift is mooi, Zwift is leuk, maar 160 kilometer Zwift kun je alleen aan als je echt niet op wilt geven.

Elke winter heeft Robert er wel een rit bij zitten die eigenlijk gekkenwerk is. Zo ook dit jaar. Hij mocht weer op de weg fietsen. Dat deed hij dus, en hoe. Langs de kust richting Frankrijk en weer door het binnenland terug, het klinkt als een normale rit, maar de afstand zegt wat anders. 333 kilometer op één dag, dat doe je alleen al je heel graag wil.

Na een jaar staat hij weer aan de start van de Tour Down Under, wellicht weer op zoek naar bevestiging, maar nu vooral dat hij er weer bij hoort. Hij weet dat hij een rit kan winnen in een grote ronde. Hij gaat dat dit jaar proberen in de Giro en de Tour, maar weer mee mogen spelen met de jongens, dat is toch het mooiste wat er is. Zijn rentree wordt niet groots aangekondigd, maar reken maar dat dit voor hem best een momentje zal zijn. Ik kijk er in ieder geval ook naar uit.

Erik Berendsen
Laatste berichten van Erik Berendsen (alles zien)