Als je, zoals ik, instructies nooit goed leest, kun je voor lelijke verrassingen komen te staan. Zoals een vernederende blik van Joaquim Rodríguez, gevolgd door een lachsalvo van omstanders.

Op de uitnodiging voor de lancering van de nieuwe Merida Reacto stond, nu ik hem teruglees, het volgende:‘The test bikes will be equipped with the Shimano SPD SL pedal system. If you prefer a different pedal system, please bring your own pedals.’

Wat ik las: neem je eigen pedalen mee. Niet nodig dus, maar dat wist ik toen nog niet.

De ochtend van vertrek krijg ik thuis mijn pedalen niet los en dus neem ik mijn hele fiets maar mee; een van de mekaniekers daar kan hem er vast wel vanaf krijgen.

Als ik anderhalf uur later op de parkeerplaats van een hotel in Beekbergen kom aanzetten met mijn frame over mijn schouder en ik daar allemaal blinkende Merida’s zie staan, ogenschijnlijk met een waterpas en meetlint naast elkaar opgesteld en gespoten in de kleuren van Bahrein-Merida, komt een eerste golf van ongemakkelijkheid opzetten; het contrast met mijn Trek wel erg groot. Ik heb al weken niet op mijn fiets gezeten en hij is niet om aan te zien zo smerig. Dan maar snel even afhandelen.

Licht weifelend spreek ik een mekanieker aan, naar al snel blijkt een Duitser. Hij is jong, maar maakt een uiterst serieuze indruk, met grapjes moet je hem niet vermoeien. Als hij me zegt dat ik mijn eigen pedalen niet nodig heb, vraag ik hem of hij dat ene pedaal misschien toch even wel losdraaien, zodat ik hem in elk geval in de toekomst nog eens kan verwisselen. Hij stemt in.

‘You didn’t clean your bike .’

‘I know, I’m sorry.’

Daar hangt ie dan, mijn smerige Trek uit 2008. Aan een standaard, tussen de fonkelnieuwe Merida’s. Andere net gearriveerde journalisten, afkomstig uit heel Europa, fronsen hun wenkbrauwen. ‘Is that your bike..?’

Dan maar een grap.

‘Yes, I took it with me to make the Merida’s look even nicer, haha!’

Nul mensen lachen mee.

Vanuit mijn ooghoek komt een klein mannetje aanlopen, gehuld in de kleuren van Bahrein-Merida. Als ik een paar hoofden zijn kant op zien draaien, bekijk ik hem aandachtiger. Daar staat Joaquim Rodríguez, een paar onnatuurlijk witte tanden blootlachend. Hij knikt vriendelijk naar de anderen. Dan ziet hij mijn fiets.

‘What’s that?’

Een stuk of acht hoofden knikken in mijn richting. Rodriguez trekt de mondhoeken even opzij en schudt zij hoofd meewarig. Er klinkt gelach. Als Rodriguez wegloopt druipen ook de omstanders af. Ik blijf achter, samen met mijn fiets en de vrolijke mekanieker.

Maar als ik een uur later over de Berg en Dalweg van Beekbergen richting Hoenderloo fiets, is het allemaal vergeten. Eerst zit ik tegen mezelf te praten, al snel wordt dat roepen: ‘Jezus wat een fiets. Wat een fiets!’

Ik zit op de Merida Reacto III Team met Shimano Dura Ace Di2 afmontage. Hij wordt standaard geleverd met schijfremmen, maar deze heeft velgremmen. Maar dat is even niet relevant, want ik wíl ook helemaal niet remmen. Op deze fiets wil ik alleen maar hard.

En hard ga ik. Het zal het contrast zijn met mijn eigen fiets, maar dat kan niet het enige zijn. Op zeker moment stap ik af om mijn Reacto nog eens van dichtbij te bekijken. Want waar ligt dat nou aan? Hij is licht, maar zeker niet superlicht. Hij oogt snel, lijkt te zijn gebouwd met een natuurlijke drang naar voren, maar zegt ook niks natuurlijk.

Zoals veel merken heeft Merida een aero– en een light weight-model. (Bij Merida respectievelijk de Reacto en de Scultura). Een aero is altijd zwaarder dan een light weight, maar door zijn aerodynamica sneller, zeker op het vlakke en in de afdaling. Een aero-bike is stijf en daardoor doorgaans minder comfortabel, maar in het geval van de Reacto is daar nauwelijks iets van te merken, ook niet op de glooiende en niet overal even gladde wegen door de bossen onder Apeldoorn. En toch: deze fiets is hij retestrak en reactief. Als je even inhoudt om vervolgens voluit aan te zetten, krijg je bijna het gevoel dat je fiets voor je uitschiet. In de bochten heb je alle controle en als je er uit komt, wil je alleen maar wéér aanzetten. Merida claimt dat naast het rijcomfort (‘10% comfortabeler, vooral door de S-Flex zadelpen’), ook het gewicht en de aerodynamica zijn verbeterd ten opzichte van de vorige Reacto. Voor wat betreft het gewicht: frame, voorvork, zadelpen en balhoofdstel wegen samen ruim 17% minder de vorige Reacto. De winst op het gebied van aerodynamica is 5% (8 watt bij 45 km/h). Dat laatste zit hem vooral in het design van de cockpit en de zadelpen, in combinatie met de vorm van de buizen.

Het wordt allemaal uitgelegd in de avond, door de technici van Merida. Zoals alleen Duitsers dat kunnen gebeurt dat met serieuze gezichten, weinig afwisseling en nauwelijks ruimte voor een lach of een kwinkslag, maar de boodschap komt wel over: deze fiets zit op het niveau van de aero’s van topmerken als Specialized en Trek. Echt interessant wordt het als het gaat om de visie van Merida op de winst die er voor toprenners nog te behalen is in meerdaagse wedstrijden. De boodschap: voor wat betreft de menselijke kant, training en voeding is nauwelijks nog iets te winnen. GC-riders hebben een vergelijkbaar maximaal vermogen. Het gevolg: meerdaagse wedstrijden worden niet meer gewonnen tijdens het klimmen maar tijdens afdalingen, in een waaier of tijdens een tijdrit. De boodschap: dan moet je de Reacto hebben.

Laten we eerlijk zijn: jij als lezer van dit stuk gaat geen GC winnen. De Tour niet, en ook de Ronde van Midden-Zeeland niet. Maar als je geen concessies wilt doen aan de kwaliteit van je fiets en je wilt een racemonster waarop het ook eens comfortabel zitten is, dan moet je nodig eens een proefrit op de nieuwe Merida Reacto maken. Grote kans dat je hem, net als ik, direct in je kofferbak wilt gooien. Het kan je, gezien de prijs van € 9.499 (met schijfremmen en Dura Ace Di2 afmontage) op een lastig gesprek met je partner komen te staan, maar ach, als de ruzie voorbij is, stap jij wel mooi op een geweldige fiets.

Menno Haanstra