‘Op dit kampioenschap komen de klassiekermannen naar voren.’ ‘Een parkoers voor de pure klimmers.’
‘Hier gaan ze de sprinters niet losrijden.’

Nooit spreken de kenners elkaar méér tegen dan voorafgaand aan een kampioenschap. Zelfs nadat coureurs de omloop zijn wezen verkennen, kramen ze tegenstrijdige taal uit. Schitterend, natuurlijk. Ik kan me erg op het onbekende verheugen.

Anderen gruwen ervan. Redoute, Muur, Galibier, Peyresourde of Carrefour. Deze liefhebbers willen graag weten waar het gaat gebeuren. Conventies, weet u. Maar is het juist niet die onbekendheid, die onwetendheid, die kampioenschappen tot een schitterend schouwspel maakt?

Toch wil ik faciliteren in een behoefte. Ik ga in de volgende alinea’s namelijk alle ins en outs van Box Hill verklappen. In de hoop dat de protagonisten niet meelezen.

Eerst wat context. Want da’s nodig, om het één en ander in het juiste perspectief te plaatsen.

Zo’n 145 coureurs vertrekken in het centrum van Londen over de Theems richting ’t zuidwesten, via 70 biljartvlakke kilometers. Vervolgens komen ze aan op een omloop van 15 kilometer mét daarin de vermaarde Box Hill. Na de kruin van deze 203 meter hoge helling verlaat het peloton de omloop om na 30 kilometer te finishen op The Mall.

Box Hill dus. Alleen de naam nodigt al uit voor een hevig gevecht. Toch zijn de data minder spectaculair. Gemiddelde stijgingspercentage: 5,0%. Lengte: 2,5 kilometer. Hoogteverschil: 125 meter. Geen cijfers om van te suizebollen. ‘Te vergelijken met Camerig in Limburg’, stelde Robert Gesink.

Op de A24, één van de hoofdwegen in het graafschap Surrey, zullen de coureurs wringen voor hun plek. Want juist voor Box Hill volgt na de rotonde een smal weggetje, dat luistert naar de naam Old London Road. Na een eerste haarspeldbocht krijgen de renners via Dormouse Drive met de Butterfly Bend een tweede voor de kiezen. Het panorama is hier schitterend, bij mooi weer kijk je meer dan 50 kilometer de vallei.

De renners zullen hier geen oog voor hebben, want na een volgende haarspeld koerst het peloton over een straat met de veelzeggende naam Zig Zag Road. Steeds zijn de stijgingspercentages gelijkmatig, Box Hill is geen grillige klim. Na drie kilometer heuvelop gaat het via Donkey Green en de bevoorradingszone steil naar beneden, over een even smalle weg. Gelukkig is het wegdek, net als tijdens de beklimming, dik in orde. Geen Vlaamse toestanden, bij droog weer hoeft niks een veilige koers in de weg te staan.

Toegegeven, de status van de Olympische Spelen is een aparte. Het is waarschijnlijk de enige sport ter wereld waarin Olympus qua importantie minstens twee andere wedstrijden voor zich moet dulden. Maar juist omdat de Tour al na een week beslist was en we sindsdien alleen nog maar wedstrijden om des keizers baard hebben gezien, wakkert de Olympische vlam in mij heviger dan ooit.

Een voorspelling? Lastig te geven. Greipel. Sagan. Hagen. Cavendish, natuurlijk. Deze sprinters hebben in de Tour laten zien dat ze meespelen in etappes waar de gemiddelde Nederlandse klimmers al lang gelost zijn. Toch is Cavendish zo overduidelijk favoriet, dat ik me niet voor kan stellen dat er ook maar iemand met hem naar de meet durft. Kiezen andere spurterslanden voor een zekere ereplaats, of toch maar voor een kleine kans op succes? Het zal van de guts afhangen.

Box Hill op Strava

Marianne Vos en Loes Gunnewijk op Box Hill

Marianne Vos en Loes Gunnewijk op Box Hill

Tom Rustebiel
Laatste berichten van Tom Rustebiel (alles zien)