Nee, de Raad het plaatje van vanochtend had niks met de Ronde van Lombardije te maken. Want: het is vandaag 4 oktober, dierendag. En dus ging ik op zoek naar renners met een dierennaam. Meer specifiek: een dierenbijnaam.
Bijnamen van renners verwijzen nogal eens naar de kracht van een renner (Spartacus, de Kannibaal, Der Pfanzerwagen, Turbo Jelle, IJzeren Willem, Rambo) of naar hun professie, al dan niet met een knipoog (de Kleine Tuinman, de Apotheker, de Melkboer van Wilsele). En dan zijn er bijvoorbeeld nog de koosnaampjes, afkortingen van voor- of achternaam van de bewuste renner. Boogy, de Kneet, de Tank, Vino en Pippo, een samenvoegsel van voor- en achternaam van Filippe Pozzato, de afgebeelde renner die er op dierendag niet bijhoort.
De andere drie Italianen zijn namelijk vernoemd naar een dier, vanwege hun voorkomen danwel hun manier van rijden. Met nog twee erbij vormen ze de top 5 van vandaag.
5. De Krekel
Paolo Bettini had soms ook wel iets weg van een gifkikkertje, maar staat alom bekend als de Krekel. Een klein mannetje vernoemd naar een klein krachtig diertje, dat steeds wegspringt uit het peloton. Niet van ophouden weet. Fel is, en maar blijft aanvallen. Of Bettini ook kan tjirpen is niet bekend.
4. De Valk
Vliegen, loeren en dan ineens stort-ie naar beneden. De valk heeft een kleinere vogel of ander dier gespot, om op te eten, en gaat er in volle vaart op af. Het is ook de tactiek van Paolo Savoldelli. Of moeten we zeggen: het lef van Savoldelli? De allerbeste klimmer is de Italiaan niet maar eenmaal op de top stortte hij zich naar beneden, om zijn tegenstrevers op te peuzelen…
3. De Haai
Voluit: de Haai van Messina. Dit gaat natuurlijk over Vincenzo Nibali die als een haai ‘onopvallend kan meedrijven in de buik van het peloton, dan opeens uit het water te voorschijn schieten en toehappen.’ Schrijft Bart Jungmann een jaar geleden in de Volkskrant. Maar te voorschijn schieten en toehappen doet hij in eendagskoersen nogal eens te vroeg, lijkt het. Luik-Bastenaken-Luik van vorig jaar en het WK van afgelopen zondag: had Nibali toch nog even wat langer onder water moeten blijven?
2. Het Olifantje
De Piraat, Il Pirato was een bijnaam waar Marco Pantani trots op was. Sterker nog, hij werkte die vernoeming met zijn kale kop, bandana, ringbaardje en oorring in hand. ‘Een bijnaam die Pantani minder graag hoorde was ‘Elephantino’ (olifantje), omwille van zijn opvallend grote oren. In februari van vorig jaar liet hij dan ook een oorverkleining uitvoeren’, schrijft de Gazet van Antwerpen in 2004 na het overlijden van excentrieke coureur.
1. De Buffel
Groot, breed en bovenal gezegend met imposante, gespierde dijen. Guido Bontempi gebruikte ze tijdens een massasprint. Kwam langzaam op stoom, maakte ‘buffelend’ steeds meer vaart en collega’s moesten van goeden huize komen om de Buffel nog voorbij te spurten.
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020
En er zijn er nog (weliswaar geen Italianen): ‘Poeske’, Das’, ‘Adelaar’, ‘Leeuw’…
Ik mis vooral Franco Pellizotti in dit rijtje, ofwel De dolfijn van Bibione
ik mis in dit rijtje mario chipolini