Quatorze juillet: de Fransen eten ’s ochtends biefstuk.

Toch winnen zij doorgaans niet op hun nationale feestdag. Verbrodt een ander het feest, zoals vandaag.

Zoals 14 juli 2003, tijdens een gelijkaardige etappe tussen Bourg D’Oisans en Gap. Daags na Alpe D’Huez, waar Iban Mayo verschroeiend uithaalde. Toen nog de Verschrikkelijke.

Bloedheet, die dag. Zelfs het asfalt kan er niet tegen. Moet daar weg.

Vino moet ook weg, maar dan uit het peloton. Vorm van zijn leven.

Vierde, op 1’17 van Armstrong. Bedreigt de maillot jaune.

Bedreigt ook Beloki, toenmalig tweede.

Tweede, derde: dat was zijn plaats. Niet meer, niet minder. Dat wist hij; daar voelde hij zich thuis.

Vino zou daar geen stokje voor steken.

In de afdaling van de côte de la Rochette leidt Joseba de dans. Als een bezetene. Het gaat snel, erg snel.

Dan gebeurt het meest aangrijpende moment uit de moderne tourgeschiedenis.

De engel vliegt te hoog. Verbrandt zijn vleugels. Valt.

Ploegleider Manolo Sainz, Joseba in de armen, vervloekt de Goden.

De tengere Spanjaard wordt nooit meer de oude. Verlaat het peloton via een achterpoortje.

Tijdens het neerpennen van dit stuk, post Lance Armstrong onderstaande Tweet:

Bad memories of final descent into GAP where Joseba Beloki crashed in ’03. He was a great rival and that crash effectively ended his career.

Het ga je goed, Joseba.

Ken Lambeets