De weg kronkelt door het dal. Bossen, beekjes en eindeloze vergezichten wisselen elkaar in hoog tempo af. En wijnranken, overal waar we kijken. We zitten in het hart van de Bourgogne, de Côte d’Or, de streek van de Grands Crus.

Het is zaterdagmiddag rond de klok van vijven. We zitten al een lange dag in de auto. Nog even en we arriveren bij ons vakantiehuis. Dan ineens, na een scherpe bocht, een dorpje. Het vlekje op de kaart heet Lusigny en is in één woord schit-te-rend. Een kasteel, een romaans kerkje, een kabbelende beek, een groot aantal fraai gerestaureerde boerenhoeves en bloemen, overal bloemen.

Village fleuri, 3 sterren. Minstens.

We passeren een bruggetje over het water, de weg slingert zich weer geleidelijk omhoog. Vlak voor het uitrijden van het dorp ligt rechts van de weg nog één groot huis. Het ligt wat verscholen achter drie enorme kastanjebomen, maar we kunnen nog net een nieuwsgierige blik werpen op de tuin. Tot onze verrassing zien we een groot tv-scherm op het grasveld. Flarden van opgewonden Franse commentaarstemmen waaien door het open raam.

‘Oh lala’, en ‘formidable’, dat soort werk.

Het is de Tour de France, zoveel is duidelijk.

Het meest opvallende is dat de drie mensen die naar de tv kijken, allen gehuld zijn in het tenue van Sky. Een man op leeftijd, jaar of 60, een jongeman – zijn zoon? – en een klein jochie. Jaartje of vier, vijf. Alle drie hebben ze een spierwitte huid, rossig piekhaar en stevig ontwikkelde oren.

De drie maken een ontzettend Britse indruk. Wiggins-klonen, dat zijn het.

Dan passeren we het plaatsnaambordje en ik vergeet het bijzondere tafereel in dat schilderachtige dorpje meteen.

Een minuut of tien later bereiken we onze eindbestemming. We pakken de bagage uit, halen de fietsen van het dak, en installeren ons in de tuin met een goede lokale vin blanc. De eigenaar van deze gigantische boerderij schuift ook nog even aan. Hij ziet onze fietsen en vraagt of we weten hoe de Touretappe van deze dag is verlopen. We schudden ons hoofd. In een paar korte zinnen schetst hij de etappe naar de ‘berg van de mooie meiden’.

Hij besluit met: “De gele trui is nu voor Bradley Wiggins” (fransfonetisch: Bradléé Wiegèns). En in één adem door: ‘De familie van Wiggins heeft een tweede huis hier in de buurt, iets verderop, in een dorpje dat Lusigny heet. Moet je maar eens opzoeken, op je fietsje.’

Dat ga ik doen, in mijn Hetiskoers-shirt. For sure.

 

Sander Peters
Laatste berichten van Sander Peters (alles zien)