Tom-Jelte Slagter

Tom-Jelte Slagter

Met de beelden van Wouter Weylandt vers in het geheugen is het schrikken geblazen als Tom-Jelte Slagter op 15 kilometer van het einde tegen het asfalt kwakt en een tiental seconden roerloos blijft liggen. Druk gebarend roepen omstanders om hulp en hoe langer de renner in beeld is, hoe langer de adem blijft stokken. Dan beweegt de Groninger zijn rechterarm en lijkt het eerste gevaar geweken.

Twaalf kilometer verderop staat Pieter Weening compleet stil op het laatste korte klimmetje van de dag. Zijn medevluchters Gadret en Kohler zijn al afgeschud, de etappezege lonkt. Zijn achtervolgers, een groep met favorieten als Contador, Scarponi en Nibali, kijken allemaal naar elkaar en vergeten waar het echt om gaat. Ze laten het allemaal lopen en Steven Kruijswijk stopt ondertussen prima af, ziet zijn ploegmaat winnen en sprint zichzelf naar de witte trui als leider van het jongerenklassement.

Een zware hersenschudding, een gebroken oogkas, een ritwinst, de roze trui én de witte trui en de laatste plaats in het klassement. De oogst van de Rabobankploeg in de 5e etappe van de Giro d’Italia is er één van grote uitersten. Een ritzege en twee leiderstruien zorgen normaliter voor feest bij een ploeg, maar in deze Giro is alles anders. Na afloop van de etappe draagt Weening zijn overwinning op aan Wouter Weylandt en zijn familie. Hij zag hem twee dagen geleden op het asfalt liggen, toen hij terug in het peloton probeerde te komen na een lekke band en was ook geschrokken van dat beeld.

Door een moment van onachtzaamheid of onoplettendheid viel de Belg en was op slag dood. Tom-Jelte Slagter nam een drinkbus aan uit de ploegleiderswagen van Euskaltel. Na deze daad van kameraadschap wist de Raborenner ook niet goed wat er gebeurde, verloor hij de controle over zijn fiets en tuimelde op het Italiaanse asfalt. Hij kan het in ieder geval nog navertellen…

Tragiek en heroïek. Ze vullen elkaar aan. Samen zitten ze daar, gebroederlijk in een hoekje. Wachtend op het moment waarop ze toe kunnen slaan. En niemand die er iets aan kan doen. Het maakt het wielrennen zo onweerstaanbaar, zelfs verslavend mooi.

Klaas Bakker