Hoe sterk is de eenzame fietser in 2011? Zijn er nog wel eenzame fietsers? Er valt geen enkele fatsoenlijke solo-ontsnapping te noteren dit jaar. Is de Tour echt zo nerveus als ze zeggen en ontsnappen de renners bij voorkeur in groepjes vlak na de start? Boezemen de sprinterscollectieven zo veel angst in dat enkel kamikazepiloten alleen weg durven te vluchten? Zijn er nog wel kamikazepiloten?

De winnende solist is altijd de held. De status van Michael Boogerd was nooit zo groot geweest als hij die prachtige, 86 kilometer lange, solo naar La Plagne niet had gewonnen. De solo van Claudio Chiappucci, in 1992 naar Sestrière, 125 kilometer eenzaam op kop is ook niet mis. Maar solo’s op het vlakke zijn mooier. Omdat ze de logica tarten dat je het alleen niet redt tegen een jagend peloton.

In 1990 stond er een etappe van 301 kilometer op het programma in de Tour. Het regende de hele dag. Gerrit Solleveld sprong die dag mee met wat puntensprokkelaars op een bergje. De sprokkelaars lieten zich inlopen, de Tomaat ging er vandoor op negentig kilometer van de finish. Goed eten, veel drinken en zo gedoseerd mogelijk rijden, analyseert de Sol achteraf het succes van een winnende solo.

Maar het kan nog mooier. De meest indrukwekkende Toursolo in de recente geschiedenis is die van Thierry Marie op weg naar Le Havre. De proloogspecialist uit Normandië reed op 11 juli 1991 na 25 kilometer weg uit het peloton. Hij kreeg maximaal 23 minuten voorsprong. Daar was na 234 kilometer solo slechts twee minuten van over. Toch nog genoeg om twee dagen het geel te mogen dragen. Alleen Albert Bourlon reed in 1947 langer alleen op kop in de Tour.

De eenzaamheid was destijds een beproeving voor de Fransman met de felblauwe ogen. Hij had onderweg gezongen en geschreeuwd. Soleren is alleen weggelegd voor renners die ook goed alleen kunnen trainen en dan niet na twee uur al praatjes aanknopen met wielertoeristen of tankstationbedienden. Had Marie zijn trompet maar bij gehad, die hij altijd in de slotrit bespeelde. Het had de tijd gedood.

En was het nu nog maar zo. Renners die meer dan 100 kilometer solo rijden en de verveling willen bestrijden. Voeckler die zijn eigen hagiografie bijschaaft tijdens een ellenlange solo. Hoogerland die met 33 steken een haakwerkje afmaakt. Andy die zich vermomt als Frank. Ten Dam die zijn baardje trimt. Boom die een Tourofficial een Rabohypotheek probeert aan te smeren. Het wordt weer eens tijd.

 

Alex van der Hulst