Christopher Froome krijgt vanwege zijn optreden in de Tour de France allerhande verdachtmakingen en beschuldigingen naar zijn hoofd. Van het laagste niveau van zogenaamde wielerliefhebbers die met urine gooien tot journalisten die stellen dat de huidige waarden van Froome alleen geëvenaard zijn door renners die opgevoerd rondreden. Het gaat zelfs zo ver dat media die geen positie innemen, wel melding maken van het feit dat er veel rond Froome te doen is, wat op z’n zachtst gezegd niet echt bijdraagt aan een positieve beeldvorming.

PersmuskietenDe verdachtmakingen en beschuldigingen komen vreemd over. Het is van een zeldzame selectieve verontwaardiging dat de geletruidrager zoveel kritiek over zich heen krijgt, vrijwel als enige. De mannen vlak achter hem rijden net zo hard omhoog, of luttele procenten minder. Ze rijden bijna dezelfde waarden, maar zijn wonderbaarlijk genoeg veel minder verdacht. De grens tussen wat wel of niet normaal zou zijn, lijkt zich deze dagen ergens tussen de eerste en de tweede stek in het algemeen klassement te bevinden.

De betreffende journalisten, analisten en commentatoren lijken een verzekering te nemen. Een verzekering om in de toekomst niet voor gek te staan, mocht blijken dat iemand doping heeft gebruikt. Misschien is het uit frustratie dat het zonder harde juridische middelen lastig is om ergens achter te komen. Liever later ‘zie je wel’ kunnen zeggen dan nu objectief je werk doen met het risico dat je later te horen krijgt dat je je werk niet goed gedaan zou hebben.

De cynische wielertoeschouwer is als een geliefde die te vaak gekwetst is door een overspelige man. De pijn van het bedrog zit diep. Eenieder die ooit gedumpt of bedrogen is, weet dat het lastig is om je hart open te zetten voor nieuw geluk. Maar een nieuwe geliefde verdient het niet om opgezadeld te worden met de geschiedenis van vorige relaties. Het lijkt misschien makkelijker om je niet meer kwetsbaar op te stellen, omdat je weet hoeveel het pijn kan doen. Maar in je achterhoofd weet je dat het voor de lange termijn geen oplossing is.

Zowel de kortzichtige journalist als de cynische toeschouwer handelt uit angst. Angst om weer gekwetst te worden in zijn vertrouwen. Angst om beschuldigd te worden dat je je werk niet goed doet. Maar angst is een slechte raadgever. Froome verdient het vertrouwen van het publiek en de media, tot het tegendeel bewezen is uiteraard. Laat iedere overtreder de motivatie zijn om de sport te veranderen, zodat overtreders geen kans meer hebben. Maar laat de overtreder uit het verleden het plezier dat we aan de sport beleven in het heden of de toekomst niet verpesten.

Wielrennen zal niet kapotgaan aan doping. De sport kan wel kapotgaan aan angst, cynisme en kortzichtigheid.

En wielrennen is een veel te mooie sport om dat te laten gebeuren.

Frans de Vries