“Volgend jaar moeten ze dat anders doen!” Met rood aangelopen gezicht doet Gerrit Solleveld verslag van wat hij zojuist heeft moeten doorstaan. Ditmaal wordt de gelaatskleur van de Westlander, die deels door zijn afkomst, maar met name door zijn karakteristieke rode hoofd in het peloton de bijnaam ‘de Tomaat’ draagt, niet veroorzaakt door een bovenmatige inspanning. Frustratie is nu de boosdoener. Geërgerd heeft Solleveld Nederlands nieuwste profkoers na amper een kwart van de af te leggen tweehonderd kilometer verlaten. Zijn grieven richt hij in niet mis te verstane bewoordingen tot een journalist van Het Vrije Volk. Die deint gretig mee op de vloedgolf van kritiek, die uit de mond van de tempobeul van de SuperConfex-ploeg stroomt. De eerste editie van de Grote Prijs Forbo is er één om snel te vergeten. Een samenloop van slechte weersomstandigheden, een parcours dat onvoldoende geschikt blijkt voor een profpeloton en een onhandige plaats op de wedstrijdkalender geven Nederlands jongste eendagskoers in 1989 een, op z’n zachtst gezegd, valse start.

Iets meer dan een half jaar eerder was de stemming bij drie mannen in even zoveel delig grijs precies tegenovergesteld aan die van Gerrit Solleveld op die regenachtige dinsdag in juni, vier dagen voor de start van de Tour de France. Met een brede grijns zetten KNWU-voorzitter Piet van der Meer, koersorganisator Huub Engelen en directeur Willem Verzijl van Forbo Flooring hun handtekeningen onder een nieuw sponsorproject. De fabrikant van vloerbedekkingen uit het Noord-Hollandse Assendelft en de wielerbond gaan een partnerschap aan. Voor een bedrag van één miljoen gulden zal Forbo voor een periode van drie jaar de belangrijkste Nederlandse wielerkoersen, zoals de Amstel Gold Race en het NK, van financiële ondersteuning voorzien. Ook de vaderlandse afvaardiging naar de wereldtitelstrijd op de weg zal voor meerdere jaren door Forbo worden gesponsord. Kers op de taart is een gloednieuwe profronde door de Zaanstreek, waar de weergoden en dan met name zij die verantwoordelijk zijn voor de factor ‘wind’, de grootste tegenstanders zijn van een ieder die zich per fiets wenst voort te bewegen. Start en finish van Nederlands nieuwste eendagskoers liggen als vanzelfsprekend pal voor de deur van de hoofdsponsor én naamgever: Grote Prijs Forbo.

Op dinsdag 27 juni 1989 staat een honderdtal renners aan het vertrek in een bewolkt Assendelft. Ondanks dat de meeste renners de nationale kampioenschappen van twee dagen eerder nog in de benen voelen en een aantal in gedachte al aan de Tour de France is begonnen, is bijna de voltallige Nederlandse wielertop naar Noord-Holland afgereisd. ‘Zaanstreek beslist over laatste Tour-tickets’, luidt een veelbelovende krantenkop op de ochtend voor vertrek. Een paar uur later blijkt dat niet veel meer dan een sterk stukje promotie vooraf door de koersorganisatie. Of een staaltje overmoed van een dagdromende plaatselijk journalist. De smalle Noord-Hollandse wegen lenen zich niet bepaald voor een honderdkoppig peloton en een paar flinke buien maken het asfalt spekglad. In het kale en winderige polderlandschap komt het regenwater bovendien van alle kanten. Na iedere bocht lijkt de wind als een pesterige puber te zijn meegedraaid om de renners opnieuw het hemelwater vol in het gelaat te kunnen blazen. Terwijl de angst voor lekke banden, valpartijen of een sluimerende verkoudheid met elke kilometer groter wordt, neemt de wedstrijdmoraal tegelijkertijd in hetzelfde tempo af. De krantenkop ‘Zaanstreek beslist over laatste Tour-tickets’ begint steeds sterker rond te zingen in de hoofden van de renners die over vier dagen in Luxemburg aan het vertrek van de 76ste editie van de Ronde van Frankrijk moeten staan. De zin kan zowel positief als negatief worden geïnterpreteerd. Renners als Jean-Paul van Poppel, Frans Maassen en Adrie van der Poel zien hun gegarandeerde Tour-ticket in gedachte al hardhandig worden verscheurd door een onbenullige tuimelpartij in het Zaanse land. Eén voor één knijpen ze de remmen dicht. Nog voordat de Grote Prijs Forbo halverwege is, heeft ruim de helft van de deelnemers het startnummer al weer afgespeld. De toenemende regen doet het overgebleven deel van het peloton niet veel later nogmaals halveren. Als er een wieler-ombudsman was geweest, had-ie die 27ste juni in 1989 uitstekende zaken kunnen doen.

De afgestapte renners doen stuk-voor-stuk hun beklag over het parcours. ‘Levensgevaarlijk! Geen doen!’, laat Jacques Hanegraaf optekenen, terwijl Gerrit Solleveld moppert over het vele grind in de bochten. Slechts een enkeling probeert de koers tot leven te brengen. Of beter: alleen Nico Verhoeven doet verwoede pogingen. De ploeggenoot van Solleveld zint op revanche. Twee dagen eerder is hij in kansrijke positie bestolen van de nationale titel, nota bene door zijn eigen ploeg. Op het NK in het Gelderse Rheden had Verhoeven in de slotfase alleen op kop gereden, maar was kort voor het ingaan van de laatste ronde teruggehaald door een groep achtervolgers onder aanvoering van zijn eigen ploeggenoten Gerrit Solleveld en Twan Poels. Toen even later Frans Maassen, óók van SuperConfex, demarreerde hadden de twee helpers wél de benen stil gehouden, waarna Maassen onbedreigd naar het rood-wit-blauw had kunnen soleren. Pas na afloop van de titelstrijd kwam de ware toedracht boven water. Verhoeven had een dag eerder geweigerd zijn contract met SuperConfex te verlengen en ploegleider Jan Raas om bedenktijd gevraagd. Die was in woede ontstoken en wilde uit alle macht voorkomen dat Verhoeven Nederlands kampioen zou worden. Met succes. Terwijl twee ronde-missen Frans Maassen op het podium in Rheden in de nationale driekleur hesen, was Verhoeven met het stoom uit beide oren al op weg naar huis. In de wetenschap dat zijn plaats in de Tourploeg van Raas door een collega zou worden ingenomen. Desondanks mag (of beter: moet) Verhoeven van zijn ploegleider twee dagen na het incident wel weer in het groen van SuperConfex opdraven voor de Grote Prijs Forbo. Het zal één van zijn laatste koersen zijn voor de ploeg. Een maand later mag Verhoeven, met toestemming van de KNWU, midden in het seizoen overstappen naar de PDM-ploeg van Jan Gisbers. De verstandhouding met Jan Raas is niet langer werkbaar.

In de Zaanstreek wil Verhoeven zijn gram halen. Hij zint op wraak. Op Jan Raas. Op zijn ploeggenoten. Op de hele wereld. De tot op het bot getergde renner zit dus totaal anders in de wedstrijd dan de meesten van zijn collega’s, die met het oog op de Tour de France een plekje in de bezemwagen prefereren boven een plaats in de uitslag. Vreemd is het dus niet dat Verhoeven in de kopgroep, die mede op zijn initiatief is ontstaan, veruit het meest kopwerk doet. Zijn drie medevluchters, de Belg Peter de Clercq (Lotto) en de Nederlanders Martin Schalkers (TVM) en Marcel Arntz (Caja Rural), laten Verhoeven zijn frustraties op de pedalen botvieren. ‘Eerst het bordje van een ander leeg eten…’, zei Hennie Kuiper ooit. In de slotkilometers van de Grote Prijs Forbo ligt er zelfs geen laatste kruimel meer op het bordje van Verhoeven. De renner van SuperConfex is door zijn krachten heen en kan geen passend antwoord bieden op de aanvallen van zijn medevluchters. Een demarrage van Martin Schalkers doet de kopgroep van vier ontploffen en enkele minuten later boekt de knecht uit de TVM-ploeg de grootste overwinning uit zijn profcarrière, voor De Clercq en Arntz. De moegestreden Nico Verhoeven rest slechts een vierde plaats.

Terwijl Schalkers van zijn overwinning geniet, staat organisator Huub Engelen de pers te woord. Op dreigende toon legt hij het journaille uit de passieve houding van het merendeel van de renners niet te pikken en financiële consequenties te zullen verbinden aan het massale afstappen. Engelen is in die tijd ook medeverantwoordelijk voor de startgelden in een aantal lucratieve na-Tourcriteriums. Als Mathieu Hermans in augustus, terwijl hij op het punt staat te starten in de Nacht van Linne, hoort dat hij genoegen moet nemen met een lager bedrag dan verwacht, levert hij subiet zijn rugnummer weer in en vertrekt naar huis. Wellicht begrijpelijk, want Hermans is in de Grote Prijs Forbo nu juist één van de weinige Tourrenners die níet afstapt. De sprinter in Spaanse dienst (tijdens de Grote Prijs Forbo nog Caja Rural, vier dagen later in de Tour de France is de ploeg in allerijl omgevormd tot Paternina, omdat sponsor Caja Rural de salarissen niet betaalt) finisht als tiende en zal iets meer dan twee weken later zijn enige Touretappe winnen. Een Tour die Martin Schalkers niet zal rijden. Zijn zege in de Grote Prijs Forbo brengt hem niet verder dan de reservelijst van TVM. Ploegleider Cees Priem geeft de laatste plek in zijn Tourploeg aan Peter Pieters, die in Assendelft de pelotonsprint wint.

Organisator Huub Engelen laat het niet bij financiële consequenties, hij klimt ook in de pen. Tijdens een ledenvergadering van de VVBW, de belangenorganisatie voor beroepsrenners, leest secretaris Gerrit Vixseboxse de grieven van de koersdirectie van de Grote Prijs Forbo voor aan een delegatie uit het peloton. Een aantal paar rennersschouders gaat nonchalant omhoog als Vixseboxse uitgesproken is. Verdere reactie blijft uit. De Grote Prijs Forbo is niet de enige koers die kampt met een passief peloton. De Ronde van Midden-Zeeland kan over eenzelfde wedstrijdverloop meepraten en ook in het buitenland klagen wedstrijdorganisatoren over het gebrek aan strijdlust bij de renners.

Twaalf maanden later blijken de woorden van Gerrit Solleveld tegen dovemans oren te zijn gericht. Van het ‘volgend jaar anders doen’ is bar weinig terecht gekomen. Er zijn slechts twee verschillen met de eerste editie: de weersomstandigheden zijn iets beter en de Grote Prijs Forbo is een paar weken naar voren gehaald op de wedstrijdkalender. De tweede editie van de koers door de Zaanstreek wordt niet in de week tussen het NK en de Tour de France verreden, maar op zondag 10 juni. Het biedt weinig soelaas. De Noord-Hollandse wegen zijn nog even smal, de wind blaast weer uit alle mogelijke richtingen over het uitgestrekte laagland en de renners beschouwen de wedstrijd als een veredelde training. Op Phil Anderson, kersvers ritwinnaar in de Giro d’Italia na, houden de grote namen het wederom snel voor gezien. Renners als Steven Rooks, Jean-Paul van Poppel en Jelle Nijdam zitten nog voor half koers al weer in de auto. Anderson herkent onder zijn dertien medevluchters in de kopgroep vooral knechten, die voor één dag vrijstelling hebben van het halen van bidons, wegbrengen van regenjassen en dichtrijden van gaten en nu voor hun eigen kans mogen gaan. In de finale weet het Duitse Stuttgart-team van ploegleider Hennie Kuiper haar numerieke overwicht in de kopgroep optimaal uit te buiten. Even lijkt wegkapitein Ad Wijnands de winst te verspelen door veel te vroeg zijn eindsprint in te zetten, maar de voormalig winnaar van twee Touretappes heeft genoeg krachten over om Twan Poels en de Belg Peter Huyghe van zich af te houden en Team Stuttgart één van haar o zo spaarzame overwinningen te bezorgen.

Ondertussen is ook de UCI opgevallen dat de grote namen uit het Nederlandse en mondiale peloton maar weinig interesse hebben in de Grote Prijs Forbo. Alle inspanningen van de hoofdsponsor en de koersorganisatie ten spijt, is het plan om de eendagswedstrijd door de Zaanstreek te laten uitgroeien tot semiklassieker en vaste waarde op de wielerkalender na twee edities bepaald niet van de grond gekomen. Driemaal is scheepsrecht. Forbo, de KNWU en organisator Huub Engelen hebben in november 1988 immers hun handtekening onder een driejarige afspraak gezet. Die derde editie komt er dan ook in 1991, al is er wel een beroepszaak nodig om de Grote Prijs Forbo op de internationale wielerkalender te krijgen. De UCI zet de koers daar in eerste instantie namelijk niet op. Gebrek aan toprenners in de uitslagen van de eerste twee edities, smalle Zaanse wegen, moeilijk in te passen tussen de grote wedstrijden. Het zijn allemaal argumenten waar de internationale wielerbond mee schermt. Pas in tweede instantie weet de koersorganisatie de UCI te overtuigen de Grote Prijs Forbo toch voor een derde maal op de kalender te zetten en de voor renners, ploegen en sponsoren zo belangrijke FICP-status toe te kennen. Daardoor verdienen de eerste tien finishers punten voor de wereldranglijst. Dertig schamele puntjes kregen Martin Schalkers en Ad Wijnands voor hun zeges in de eerste twee edities. Ter vergelijk: winst in een Vlaamse semiklassieker als de Omloop Het Volk levert begin jaren 90 vijftig punten op, zegevieren in de Amstel Gold Race 150 en een grote ronde winnen wordt beloond met 300 punten voor de FICP-wereldranglijst.

Die dertig punten worden op 16 juni 1991 opgeëist door Olaf Ludwig. Terwijl veel renners op datzelfde moment de Route du Sud of de Ronde van Luxemburg rijden, zet de Grote Prijs Forbo zowaar een internationale topper op haar erelijst. Al is Ludwig in 1991 nauwelijks nog een schim van de sprinter die hij in voorgaande jaren was. Panasonic-ploegleider Peter Post twijfelt in de eerste seizoenshelft openlijk of Ludwig zijn beste tijd niet heeft gehad en geeft meerdere malen aan dat zijn voormalige kopman aan het einde van het seizoen mag uitkijken naar een andere werkgever. Post investeert liever in de aanstormende Vlaamse spurtbom Wilfried Nelissen dan Ludwig nog langer uit te spelen in grote wedstrijden. De Grote Prijs Forbo is voor de Duitser niet meer dan een doekje voor het bloeden, al komen de dertig FICP-punten goed van pas. Die kunnen van waarde zijn bij het zoeken naar een nieuwe ploeg. Het vinden van een nieuwe broodheer levert de Olympisch kampioen van 1988 geen problemen op. De Stuttgart-ploeg van Hennie Kuiper wordt aan het einde van het seizoen, zonder Kuiper en zonder voormalig Grote Prijs Forbo-winnaar Ad Wijnands, omgevormd tot Team Telekom. Ludwig is er achtereenvolgens kopman, lead-out man voor Erik Zabel, wegkapitein en zwaait na zijn actieve loopbaan zelfs enige tijd de scepter over de ploeg.

In de Grote Prijs Forbo zal Team Telekom nooit aan de start staan. Na drie tegenvallende edities wordt in november 1991 bekend dat de eendagskoers geen vervolg krijgt. Het Zaanse Forbo Flooring blijft nog wel een aantal jaren verbonden aan de wielersport en sponsort diverse wedstrijden op de weg en in het veld, maar is niet langer de naamgever van een profkoers. Hadden ze in de Zaanstreek maar naar het advies van Gerrit Solleveld geluisterd…

Vincent de Lijser