Beat Breu (23 oktober 1957)

Toen hij nog een kleine jongen was, wilde Beat Breu clown worden. Zo één met een rode neus, en flapschoenen.

Hij werd postbode.

Iedere dag reed hij op zijn fiets met twee posttassen aan weerszijden door de straten van zijn woonplaats Sankt Gallen. Sneller, steeds sneller, op zoek naar records die niemand vóór hem had gevestigd en niemand na hem zou willen breken.

Dan, als hij in 1979 de tassen van zijn fiets haalt, kan hij plotseling prof worden, bij een ploeg die zich Willora – Piz – Buin – Bonanza noemt. Beat, bijnaam ‘De bergvlo’, is dolgelukkig. Zijn hart ligt op de fiets, niet in de postbezorging.

Er volgt een professionele wielerloopbaan van zestien jaar.

Eén keer zesde in de Tour, wint twee bergetappes in diezelfde Tour. Verder: een gedegen carrière, voor een postbode.

In 1995 stopt hij, 37 jaar, tevreden en voldaan. De bergvlo is uitgesprongen, het is tijd voor nieuwe horizonten. Die vindt hij niet in de ploegleiding, in het management of in de sponsoring, zo is Beat Breu niet.

Hij vervult zijn jongensdroom en wordt – met vertraging – alsnog clown.

Als komiek treedt hij zeven jaar lang op. In het begin in kleine zaaltjes, die vol zitten omdat hij, Beat Breu, moppen komt tappen. Maar met het gebrek aan groei van Beats repertoire, krimpen de zaaltjes en blijven de toeschouwers steeds vaker helemaal weg. In het Zwitsers schnabbelcircuit smelt de legendarische klimmer tot een nauwelijks gewenste grappenmaker van de onderste plank.

Tussen de bedrijven van het grappigzijn door is hij ook nog de boot in gegaan met een investerinkje in onroerend goed. Kosten: een half miljoen. Beat rekent maar niet uit hoe vaak hij daarvoor nog op uitgebluste bedrijfsfeestjes hoeft op te komen draven.

Op een dag, een zondag waarschijnlijk, speelt Beat Breu nog één keer. Hij is gevraagd door de directie van een bejaardentehuis in de buurt om de activiteitenmiddag op te fleuren.

Zijn publiek bestaat uit een handjevol tachtigplussers, die verbaasd naar de kleine, ronde man op het podium staren. Een aantal hoort niet zo goed meer, een paar anderen weigeren hun kaartspel te onderbreken voor de conferences van Breu.

Twee dames op de eerste rij dommelen langzaam weg.

Als Beat van het podium stapt, zonder afsluiting, zonder slotwitz, echoot de stilte in de zaal en in zijn oren. Drie verpleegsters klappen en bedanken hem voor de mooie show, maar voor Beat Breu hoeft het niet meer. Niet zo.

Lang natreuren is niet echt iets voor de tegen de klippen op opgewekte Zwitser.

Enkele maanden na zijn laatste optreden als komiek, bereikt het volgende bericht de faits divers-kolommen van bijna alle Zwitserse kranten: ex-wielrenner Beat Breu en zijn vrouw Karin beginnen een erotische wildwestbar. Naam: Longhorn City. De bar bevat cowboyhuisjes, typische indianentipi´s, paarden, lasso´s en gewillige vrouwen.

Voor de deur van de net geopende uitspanning staat een trotse man met een ronde buik en een cowboyhoed op zijn hoofd. Wie goed kijkt, ziet dat het Beat Breu moet zijn.

Er blijkt in de buurt van de Bodensee minder animo voor wildwestsex dan Beat en Karin hadden ingeschat; de bar houdt het nauwelijks een jaar vol. De investeringsmaatschappij die het allemaal mogelijk heeft gemaakt, blijkt z´n rode cijfers consequent met zwarte inkt te hebben geschreven.

Alle stress en inspanningen maken een hartoperatie noodzakelijk. Beat raakt in een depressie, Karin laat zich van hem scheiden.

Zo af en toe zien de Zwitsers hem nog in een of ander amusementsprogramma voorbijschuifelen, als clown van de natie. Zonder rode neus of flapschoenen, maar vol verhalen die niemand werkelijk interesseren.

Het duurt een paar jaar voor Breu zich weer bij elkaar geraapt heeft en een handeltje begint met onderdelen voor vrachtwagens. Hij trouwt met Heidi, en lijkt gelukkig. Geluk duurt in het leven van Beat Breu echter nooit al te lang.

Dat komt: het fietsen, dat wat hij het beste kon en waar hij het gelukkigst van werd… Hij mist het. Hij mist het zo verschrikkelijk dat hij, 49 inmiddels, begint te trainen als een beest. Iedere dag de Bodensee rond. Fietsen wil hij, er gewoon weer een beetje bijhoren.

In drie maanden valt hij achttien kilo af.

Op 17 juli 2007 kondigt Beat zijn comeback aan. Hij wil tenminste nog drie seizoenen meedraaien, zegt hij.

Het huwelijk met zijn tweede vrouw Heidi is inmiddels ook om zeep. Beat voelt zich nog geen dertig en het ingeslapen midlife-huwelijk met Heidi past hem niet meer.

De boulevardpers wijdt iedere week wel een pagina aan Beat en Heidi, en geeft hen de ruimte de ander zwart te maken.

Volgens Heidi hebben Beats kinderen Marc en Denise een hekel aan haar, en is Beats moeder ook niet over de relatie te spreken. Beat en Heidi zijn in stilte getrouwd, met Kerst, en dat nam de familie Breu hen niet in dank af. Blick noteert likkebaardend dat Beat zijn nieuwbakken vrouw met Oudjaar al alleen achterliet, om zijn moeder uitleg te verschaffen.

Nu, na een huwelijk van ruim honderd dagen, is Zwitserlands favoriete clown weer op de markt. Nauwelijks een week later volgt het bericht dat Beat samen is met ene Sonja, een ´mysterieuze Tsjechische schone´.

In interviews zwijgt hij over Sonja, van wie de pers op Facebook heeft uitgevonden dat zij zich heeft aangesloten bij een groep die “Club of Muslim girls” heet. Dat is nieuws, in Zwitserland.

Liever spreekt Beat over zijn comeback, in het veld en op de baan. De terugkeer wordt mede mogelijk gemaakt door een Toverdrankje dat H20Hoch3 heet en gemaakt wordt door de firma SunWay Water.

Breu rijdt nog een paar veldritten, verschijnt op de baan en wint zelfs een keer een stayerwedstrijdje in de Zesdaagse van Zürich. De drie seizoenen maakt hij niet vol. Beat Breu moet weer op zoek naar een nieuw invulling van zijn leven.

Nader onderzoek wijst uit dat H20Hoch3 een giftig schoonmaakmiddel is. De website van SunWay Water bestaat niet meer.

Tussen Sonja en Beat is het voor zover bekend nog altijd aan.

 

Frank Heinen