Dimitri de Fauw

Dimitri de Fauw

Dimitri de Fauw (13 juli 1981)

Op de laatste avond van de Zesdaagse van Gent 2006 liggen Dimitri de Fauw en zijn koppelmaat Alexander Aeschbach al zo ver achter dat er van spanning geen sprake meer is. Toch geeft Dimitri (zijn supporters mogen ‘Tarzan’ zeggen) in de tweede ploegkoers nog eens alles voor het publiek in Het Kuipke.
Zijn publiek, De Fauw is van Gent.

Opeens, in een bocht, voelt Dimitri hoe er iemand tegen zijn stuur rijdt. De sturen raken in elkaar en Dimitri en Isaac Galvez klappen tegen de balustrade die de baan van de tribune scheidt.

Isaac Galvez blijft bewegingloos op het hout van het Kuipke liggen. Dimitri zit in zijn cabine op het middenterrein, een handdoek over zijn hoofd. ‘Het is mijn schuld,’ gilt hij. ‘Mijn verdomde, stomme schuld.’ Alsof hij het dan al weet.

In de kleedkamers in de krochten van het stadion ligt Tarzan even later op de tegels. Hij huilt, hij huilt zo onbedaarlijk, dat omstanders vrezen voor een shock. Hij herhaalt dat hij een moordenaar is, een moordenaar!

Niemand durft dan nog met zekerheid te zeggen hoe het met Galvez zal aflopen.

Tarzan pakt een behandeltafel en smijt die met één hand door de ruimte. Oerkracht, voortgekomen uit schrik en doodsangst.

Dimitri wordt in shock afgevoerd naar het Universitair Ziekenhuis van Gent. Hij wordt alleen op een kamer gelegd, de gordijnen rond het bed worden gesloten. Maar de deur van de kamer naar de gang blijft open. Daar, op de gang, overleggen twee jonge artsen met elkaar. Het is al de tweede coureur die zij vanavond hebben binnengekregen. De ander heeft het niet gehaald.

Achter het gordijn begint Dimi te schudden en te beven. Hij heeft alles gehoord. Tarzan wordt vastgebonden, maar vertrekt diezelfde avond nog naar huis. Over zijn leven is de schaduw van de dood gevallen.

Er volgt een periode van depressie, van schuldvragen, van nachtmerries. Zijn contract bij Chocolade Jacques wordt niet verlengd, de wielerwereld is niet in staat zijn getraumatiseerde zonen de noodzakelijke opvang te bieden.

Dimitri is labiel en beïnvloedbaar. Drie maanden na het fatale ongeluk stemt hij toe in een gesprek met ex-wielerverzorger Jef D’Hondt (schrijver van het onthullende boek Memoires van een wielerverzorger), politicus en ex-judocoach Jean-Marie Dedecker en een journalist van de krant Het Laatste Nieuws. Dimitri geeft openheid van zaken over de gang van zaken bij zijn oude ploeg Quick-Step en Het Laatste Nieuws voert hem enkele maanden later op als anonieme bron in een serie artikelen over doping- en drugsmisbruik bij de troepen van Lefevre. Onder meer Tom Boonen, Wilfried Cretskens, Kevin de Weert en Bram Tankink worden door de anonieme getuige ernstig in diskrediet gebracht.

Als Dimitri de artikelen onder ogen krijgt, is hij witheet. Volgens hem hebben Dedecker en de journalist hem woorden in de mond gelegd. Hij vreest de toorn van zijn collega’s, wanneer uitlekt dat hij degene is die de omertá van het peloton geschonden heeft.

En natuurlijk lekt het uit. In de buik van het peloton wordt in de loop van 2009 gefluisterd over De Fauw als de anonieme tipgever van Dedecker en co. Dimi weet wat de gevolgen zijn voor iemand als hij, een renner met een kleine erelijst, een dodelijk ongeval en een dopingstory op zijn naam. Zo’n renner krijgt nooit meer een contract.

Op 6 november 2009 beëindigt Dimitri de Fauw zijn leven. Hij moet de wereld rondom hem, de wereld van de fiets en van de piste, langzaam hebben zien afbrokkelen.

Drie dagen later onthult Dedecker wie zijn anonieme bron was. Bijna drie jaar na die fatale avond in Gent eist het ongeluk in Het Kuipke alsnog zijn tweede slachtoffer.

Frank Heinen