Philippe Gaumont

Philippe Gaumont

Philippe Gaumont (22 februari 1973 – 17 mei 2013)

Op de erelijst van Philippe Gaumont staan twee uitslagen die níet met vals spelen tot stand zijn gekomen. Slechts een derde plaats op de Olympische Spelen (Barcelona 1992) en een zege in een wedstrijdje in Frankrijk (Poitou-Charentes, 1994) zijn clean behaald.

Althans, volgens Philippe Gaumont in zijn onthullende autobiografie Prisonnier du Dopage (2005).

De verwachtingen zijn hooggespannen als de rijzige Gaumont op 19-jarige leeftijd Olympisch brons haalt op de 100 kilometer ploegentijdrit. Normaal gesproken een onderdeel voor echte kerels, niet voor papkindjes van 19. Frankrijk smacht naar nieuwe wielerhelden en de jongen uit Picardië lijkt grootse beloftes voor de toekomst in te houden.

Het loopt anders.

Twee jaar later beperkt de erelijst van het grote talent zich nog altijd tot die bronzen plak in Barcelona en de Tour de Poitou-Charentes. Philippe wordt nerveus.

Het is 22 oktober 1994. Plaats van handeling: een hotelkamer. Aanwezig: vier renners. Drie renners van Castorama en één van Gan. Eén van hen is de jonge Philippe Gaumont. Hij wordt tegelijk gedoopt en gedoped. De drie anderen drukken de spuit één voor één in Gaumonts aderen en even later raast de amfetamine door zijn bloed.

Het ritueel neemt nauwelijks vijf minuten in beslag. De drie senioren wijden de junior in.

Philippe Gaumont kan veel, maar maat houden is niet één van zijn sterkste punten. De amfetaminen zijn al snel niet meer prestatiebevorderend, maar levensvoorwaardelijk. Een dag zonder drog is een dag niet geleefd. Binnen een halfjaar is hij een klassieke verslaafde: de amfetaminen peppen hem op, maar wanneer ze zijn uitgewerkt slaat de somberheid toe. Steeds vaker neemt Gaumont zijn toevlucht tot de beruchte pots belges, een dodelijk mengsel van amfetaminen, heroïne, cafeïne, efedrine en aspirine. Daar kikkert een mens van op.

Het zijn de jaren van ongelimiteerd dope- en drugsgebruik in het peloton. Philippe wordt tweemaal betrapt op het gebruik van verboden producten, maar stoppen met spuiten is al lang geen optie meer. Zijn schorsingen blijven steeds beperkt tot zes maanden, niet in de laatste plaats door de aanwezigheid van Cyrille Guimard in de disciplinaire commissie van de Franse bond. Guimard is tegelijk Gaumonts ploegleider bij Cofidis…

Bij Cofidis ontdekt hij Stilnox, dat hij in grote hoeveelheden gebruikt zodat het een pepmiddel wordt. Volgens Gaumont is de ploeg onder leiding van Guimard een bandeloos oord vol dope en drugs. Met veel geld worden internationale toprenners als Rominger, Armstrong, Julich en Livingston aan het gezelschap toegevoegd. De pepverslaafde Gaumont wordt nu ook ingewijd in het gebruik van serieuze dopingproducten. Lees: EPO.

Op 9 april 1997 wint Gaumont – nog altijd pas 24 jaar – Gent-Wevelgem. Het inlossen van zijn belofte lijkt nu echt begonnen.

Niets is minder waar: de drugs waar Gaumont niet van af kan blijven, maken van hem een nerveuze, angstige jongen, met een ernstig slaaptekort, dat vreemd genoeg wordt veroorzaakt door zijn overmatige slaaptablettengebruik. Jo Planckaert: ‘Gaumont was altijd stoned. Hij nam 15 slaappillen en liep dan als een zombie door het hotel.’

Steeds weer bedwelmt Gaumont zichzelf. Niet zelden is hij volkomen van de wereld. Soms herkent hij niemand, en het gebeurt ook dat hij zijn hotelkamer niet meer terug kan vinden. De volgende dag weet hij daar niets meer van.

Zoals het een echte junk betaamt, gebruikt Philippe inmiddels volgens een vast stramien: eerst een paar biertjes, dan een overdosis Stilnox. Hierdoor val je niet in slaap, maar raak je in hogere sferen, bereik je uithoeken van je bewustzijn waar je nooit eerder kwam.

Stilnox wint in hoog tempo aan populariteit binnen Cofidis; iedereen wil wel ervaren wat Gaumont zegt te voelen. De ploegleiding – die dopinggebruik bepaald niet ontmoedigt, maar dit wangedrag niet langer wenst te tolereren – zet een psychiater op de zaak. Zijn conclusies worden gepubliceerd in Les Annales Médico-Psychologiques.

De Cofidis-ploeg lijdt aan het vakantiekoloniesyndroom. De dagen rijgen zich in eentonigheid aaneen, de trainingen zijn immer gelijk, de hotelkamers zijn altijd dezelfde. Gevolg: individuele identiteit gaat verloren en wordt vervangen door excessief groepsgedrag.

Ook na de Tour du Dopage van 1998 verandert er niets in de dagelijkse praktijk van Gaumont en zijn ploegmaten. Ze kunnen niet terug, afhankelijk als ze zijn van hun prestatiebevorderende middeltjes, verslaafd als ze zijn aan hun drugs. De jonge Frank Vandenbroucke wordt door Gaumont ingewijd in de geneugten van het gebruik. In de nacht voor de Omloop het Volk – Vandenbrouckes eerste grote koers als Cofidis-kopman – zetten de twee de binnenstad van Gent op stelten. De volgende ochtend prepareren ze zich met behulp van Gaumonts middeltjes voor de koers en zetten de wedstrijd vervolgens volkomen naar hun hand. VDB wint, maar het is tevens het begin van een lange lijdensweg vol doping, drugs en depressies. Hij is het pad ingeslagen dat zijn nieuwe beste vriend Gaumont al enige jaren bewandelt. Een pad zonder terugweg.

De wielercarrière van Philippe Gaumont duurt nog enkele jaren voort. In 2001 komt hij nog één keer in het nieuws, met een afschuwelijke val tijdens Parijs-Roubaix. Hij breekt zijn dijbeen. Het is zijn laatste wapenfeit; in 2004 wordt hij door Cofidis ontslagen als hij, in navolging van ex-ploegmaat David Millar, dopinggebruik toegeeft. De zwijggelofte die hij op 22 oktober 1994 in een hotelkamer heeft afgelegd, is definitief gebroken.

 

Philippe Gaumont overleed op 17 mei 2013 na lang in coma te hebben gelegen.

Frank Heinen