Ivan GottiIvan Gotti (28 maart 1969)

Ivan Gotti woont weer in zijn eigen streek, in San Pellegrino Terme. Daar, in de Val Brembana omringd door de groene heuvels van Lombardije, voelt hij zich echt thuis. De ruim 5.000 dorpsgenoten kennen hem, en zijn geschiedenis. Daar, in San Pellegrino, hoeft hij niets uit te leggen. Een vage glimlach volstaat.

Daar, in San Pellegrino, rijdt hij dertig jaar eerder zijn eerste wedstrijdje. Georganiseerd door de pastoor, voor de verveelde jongeren van het dorp. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers ligt rond de vijftien, Ivan is nauwelijks twaalf. Hij neemt deel op zijn eerste fiets, een Maffiolletti, gekregen op de naamdag van Santa Lucia van vader Giovanni en moeder Alma.

Natuurlijk wint hij. Zo gaan die dingen.

Het duurt vier jaar voor hij lid wordt van een ‘echte’ wielerploeg. Bij het plaatselijke US Paladina valt de ietwat muizige jongen met het ingevallen gezicht al gauw op. Vooral als klimmer maakt hij indruk, iets waar hij voorlopig alleen óp de fiets in slaagt. Hij wordt gescout door de beloftenploeg van Locatelli en wint onder meer twee keer de Giro delle Valle d’Aosta en wordt tweede in de Baby Giro.

Ivan groeit uit tot een van de grootste talenten van zijn generatie, een renner naar wiens profdebuut reikhalzend wordt uitgekeken. Meer nog dan naar dat van die andere miezerige jongen die hij in de bergen regelmatig tegenkomt: Marco Pantani. Ivan is op alle fronten net wat beter dan die vroeg kalende jongen met de flaporen: hij klimt sneller, zijn recuperatievermogen is uitstekend en zijn tijdritten zijn vele malen beter.

Aan het eind van 1990 krijgt Ivan telefoon. Het is Gianluigi Stanga, een van Italiës meest fameuze ploegleiders. Of hij in diens ploeg wil komen rijden in het komende seizoen.

Vanaf 1991 is Ivan Gotti professioneel wielrenner bij Gatorade. De verwachtingen zijn hooggespannen maar worden nauwelijks waargemaakt. Ivan moet het vak leren, hij rijdt in dienst van de kopmannen en een toekomst als waterdrager lijkt in de maak.

En dan, uit het niets, als de kenners zich al lang weer bekommeren om nieuwe Valle d’Aosta-winnaars (Gilberto Simoni en Valentino Fois bijvoorbeeld), komt het toch nog goed.

In de Tour de France 1995 wordt Gotti vijfde, vooral door iedere dag weer lang aan te blijven klampen. Het is geen flitsend optreden, maar het publiek kent hem nu in elk geval.

Op basis van die onverwachte glansprestatie wordt Ivans contract bij de beruchte Gewiss-ploeg flink opgewaardeerd. Dat geld verdient hij in het jaar daarna nog niet terug, met een kleurloze vijfde plek in de Giro en een opgave in de Tour.

Geldschieter Emmanuele Bombini noemt hem in een interview een angsthaas. Het wordt herhaald op televisie. Ivan Gotti angsthaas. Angsthaasangsthaasangsthaas.

Opeens ziet iedereen vooral nog een angsthaas op een fiets.

Het jaar 1997 neemt Ivan grandioos revanche op zijn eigen bijnaam. Hij wint de Giro en treedt uit de schaduw van zijn rivaal Pantani. Een beetje althans, want hoe ver hij ook uitsteekt boven de rest, alles aan hem ademt middelmaat. Zijn beeltenis beklijft niet, zijn voorkomen is als een schoolbord vol wiskundige formules: je kijkt ernaar omdat het hoort, maar onthouden doe je er niks van. Op een podium weet hij nauwelijks hoe hij moet kijken, waar hij zijn handen moet houden, of hij moet lachen of sereen moet kijken.
Ivan Gotti is niet gemaakt voor aandacht.

Hij verhuist naar Monaco en leeft het leven van de kampioen die hij is. Het zijn de jaren van Het Grote Slikken. Neem het jaar 1999, wanneer klassementsleider Marco Pantani een dag vóór het eind van de Giro van zijn bed wordt gelicht en uit de wedstrijd wordt geknikkerd. Zijn schaduw, Ivan, wint. In zijn bloed hebben ze niks verdachts kunnen vinden.

Het is een van de laatste hoogtepunten voor Gotti. Pas in 2001 duikt hij weer op in de krantenkolommen, maar nu is hij het die in het verdachtenbankje zit. De Italiaanse politie doorzoekt tijdens de Giro de camper van Gotti’s schoonvader, die iedere dag als een bezetene achter de karavaan aanjakkert. De wagen blijkt gevuld te zijn met talloze medicijnen die op de dopinglijst staan en waar de gemiddelde schoonvader niet per se baat bij heeft.

Een jaar later maakt Ivan Gotti een eind aan zijn carrière.

Het leven als wielerprof bevalt hem al langer niet meer.

Zijn huwelijk evenmin.

Hij gaat scheiden, verhuist van Monaco terug naar San Pellegrino en trekt zich terug uit de aandacht van de wereld. Daar, in de Val Brembana die hij zo goed kent, opent hij een eigen wielerschooltje onder de vlag van zijn oude team US Paladina. Daarnaast wordt hij vertegenwoordiger. Niet in frames of trainingskampen, zoals de meeste oud-renners, maar in etenswaren.

Kinder Surprise.

Strak in pak schuimt hij met zijn waar de supermarkten van Bergamo af. Een normale baan, voor een doodnormale man, die per ongeluk een ster werd. Als het niet om Ivan Gotti zou gaan, zou het een verdrietig einde zijn. Nu geloof je hem als hij in een interview afsluit met de zin: ‘Ik ben heel tevreden.’

Frank Heinen