Joachim HalupczokJoachim Halupczok (3 juni 1968 – 5 februari 1994)

Joachim Halupczok is opgeleid als monteur maar het wielrennen zit in zijn bloed, zijn hart en in zijn benen. De zoon van Richard en Julia fietst wanneer hij kan, en dat is vaak. Wanneer hij officieel afgestudeerd is en zichzelf montagetechnicus mag noemen, staat het IJzeren Gordijn er nog. Tussen de plooien kun je het Westen al zien gloren. Het wacht erop veroverd te worden door een jonge Poolse wielrenner.

Joachim is goed in wat hij doet. Als hij fietst, fietst hij harder dan de jongens uit de buurt. Hij wordt opgemerkt, geselecteerd, hij volgt het patroon dat alle talentvolle kinderen vroeg of laat moeten volgen om verder te komen in het leven.

In 1987 neemt hij deel aan de Poolse juniorenkampioenschappen. Hij behaalt op ieder onderdeel een medaille. Een jaar later wordt hij door de Poolse bond uitgezonden naar de Olympische Spelen. Joachim, de jongen van het Poolse platteland, mag het vliegtuig in, naar Seoul, Zuid-Korea, om er in de kleuren van zijn land de blik van het oog van de wereld op zich te doen vestigen.

In de ploegentijdrit behaalt het Poolse kwartet zilver. Zenon Jaskula, die later derde wordt in de Tour en bekendheid verwerft als het glasetende paard, rijdt in Joachims wiel. Maar het is Joachim die de motor is, de motor en de benzine.

In zijn laatste jaar als amateur rijdt Joachim het WK in Chambéry. Het is 26 augustus 1989 en er zijn nog ruim twee ronden te rijden als Achim (hij heeft zijn naam inmiddels afgekort, wie weet helpt het in zijn zucht naar Westerse aandacht) demarreert.

Niemand volgt. Renners kijken, ze weten wie hij is, ze weten dat er met hem niet te spotten valt en ze weten dat wat hij hier van plan is tot de onmogelijkheden behoort. Dat zijn de harde wielerwetten.

Joachim wint. De pokeraars, de mannen die de harde wetten beter kennen dan hun eigen krachtenarsenaal, komen drie minuten na hem over de streep. Zij sprinten slechts om de zilveren medaille.

In oktober wordt hij op een bescheiden galaatje uitgeroepen tot Pools sportman van het Jaar. Een paar weken later valt De Muur.
Er is geen IJzeren Gordijn meer. Iedereen kan gaan en staan waar hij of zij wil. Ook wielrenners, ook Joachim.

De Westerse ploegen staan voor het talent in de rij, uiteindelijk is het de noodlijdende Diana-ploeg uit Italië die aan het langste eind trekt. Zij hebben al een paar Polen onder contract. Csezlaw Lang, de grote Poolse renner die tot het jaar voordien in Italië heeft gekoerst, voorspelt Achim een reusachtige toekomst. Hij kent zijn grenzen niet, zegt Lang. Waar die liggen? Ergens in de buurt bij Merckx, gokt de oud-renner.

Het begin is goed, veelbelovend zelfs. In zijn eerste Giro staat hij na een paar dagen plotseling tweede in het klassement. Hij zakt een paar plaatsen en krijgt last van zijn knie. Hoe hij ook doorzet, zijn lichaam werkt niet mee en Achim verlaat na twee weken de Giro, een pakket aan desillusies en hoop voor de toekomst met zich meezeulend. De nummer vijf in het klassement vertrekt in stilte, nog voor hij zijn moeilijke naam heeft kunnen vestigen.

Hij revalideert in Lodz van zijn ontsteking, dicht bij zijn ouders. Hij bereidt er zich voor op een knallend najaar, dat er ook komt. Tijdens het WK in Utsonomiya maakt hij zelfs een tijdje kans op een medaille, maar dat blijkt nog net iets te hoog gegrepen Bovendien, zijn knie is nog altijd niet helemaal genezen.

Kort na afloop van het seizoen, als de renners onder palmbomen uitpuffen van een jaar hard werken, moet Achim voor een routinecontrole naar de dokter. Een check-up, niets bijzonders.

Toch ziet hij het gezicht van de dokter betrekken.
Hartritmestoornissen.
Ernstig?
Ja, het is ernstig.

In februari, vlak voor het nieuwe wielerseizoen, krijgt Achim uitsluitsel van ene professor Furlanello uit Trento. Niet fietsen is zijn boodschap. Hij moet maar eens beginnen met vier maanden nietsdoen.

Niet fietsen, Joachim Halupczok weet helemaal niet hoe dat moet. Na die vier maanden wordt de termijn nog eens verlengd. Hij zal dat jaar 1991 geen enkele wedstrijd fietsen.

In 1992 begint hij weer, bij de grote GB-MG ploeg die nog wel wat in de oud-wereldkampioen zien. Het gaat goed met Achim, afgezien van een zeurende keelpijn die steeds maar terugkeert. Ook heeft hij het vaak koud.

Het vertrouwen is broos, zijn hart dat zo overloopt van de sport kan hem tenslotte ieder moment in de steek laten. Maar soit, hij fietst weer.

Het duurt tot de Midi Libre. Dan stopt hij alsnog. Zijn hart verdraagt geen inspanningen meer. Er wordt gegist naar de oorzaak van zijn klachten. Epo, fluisteren sommigen. Die knieontsteking, die misschien?

Om een beetje bezig te blijven stort Achim zich na het wielrennen dan maar op het voetbal. Gewoon, voor de lol, en pas na het werk.

Op 5 februari 1994 neemt hij deel aan een zaalvoetbaltoernooitje in Opole. De warming up is nauwelijks begonnen als de Wereldkampioen van Chambéry in elkaar zakt en sterft in de ambulance.

Aan zijn graf op de winderige van Osowiec, enkele dagen later, staat zijn jonge vrouw Barbara. Ze denkt aan Achim en aan Anna en Robert, hun kinderen, die hun vader hebben verloren aan een verstoring van het hartritme.

Drie jaar na Joachims dood verschijnt er een geruchtmakend artikel in L’Equipe, waarin de Italiaan Sandro Donati stelt dat epo-experimenten al talloze jonge slachtoffers hebben gemaakt. Het is de laatste keer dat de naam van Joachim Halupczok in de sportkaternen zal voorkomen.

 

Frank Heinen