Franceso PlanckaertDrie jaar prof, nul zeges. Dat zijn de harde cijfers. Wie op de onvolprezen Dewielersite het palmares van Francesco Planckaert bestudeert, zou kunnen denken dat hij een jongen zonder verhaal is. Maar dat is hij niet: uitslagen, het zijn maar cijfers, boekhoudkundige tekens voor mensen zonder fantasie die zich ergens aan vast moeten kunnen klampen in een sport die van onzekerheid en vaagspraak aan elkaar hangt.

Maar het verhaal van Francesco Planckaert wordt voornamelijk ver van de koers verteld.
Francesco is de zoon van Eddy. Eddy is een legende.
Francesco is het neefje van Willy en Walter. Willy en Walter zijn mythes.
Francesco is de neef van Jo. Jo is een beroemdheid.

Daarom wordt Francesco Planckaert wielrenner: hij is het de stamboom verschuldigd. In de familie Planckaert is de koers zoiets als een eenmansbedrijfje dat van vader op zoon en van oom op neef wordt doorgegeven.

Hij is mediageniek, zijn naam lijkt wel verzonnen om in de krantenkoppen op te duiken. Er is maar een probleempje met de wielrenner Francesco Planckaert: hij bakt er werkelijk helemaal niets van.

Ploeg na ploeg verslijt hij, zoals een nymfomane mannen verslijt. Steeds weer zit er iets tegen: een blessure, een familie-omstandigheid of de wind. Altijd is er wel wat.

Regelmatig herhaalt Francesco in interviews dat hij beter wil worden dan zijn vader. De werkelijkheid is dat er weinig renners zo weinig in het profpeloton te zoeken hebben als hij. En toch, toch is Francesco Planckaert op een goede dag beroemder dan Tom Boonen en Johan Museeuw samen. Hoe dat komt?

Wanneer vader Eddy failliet gaat, verhuist de flodderige familie Planckaert naar een berg ergens in de Ardennen, vlakbij Lesterny. Daar, op de Planckaert-berg, sticht stamvader Eddy de Planckaert-nederzetting: een familie als een commune.

Al snel komen er mannen in pakken, mannen van commerciële omroepen, mannen die wapperen met contracten waarin staat vastgelegd hoe ver de familie Planckaert haar intieme gezinsleven moet laten penetreren door een cameraman, een geluidsman en een gnuivende regisseur, uiteraard in ruil voor een bedrag met een stuk meer nullen dan er op het palmares van Francesco staan.

Het is de familie Flodder, maar dan in het echt. En Vlaanderen vreet het, tien jaar lang.

In die tien jaar groeit Francesco op van een adolescent tot een vader van drie kinderen, een Bekende Vlaming, een dromerige jongen met een gitaar en een wielerloopbaan waar hij zelf ook niet erg gelukkig mee lijkt. Hij duikt op in talkshows, in radioprogramma’s, hij wordt een stamgast aan de toog van de roddelbladen die smullen van het buitengewone leven van een familie die op een paar mijl van het gewone leven gelukkig tracht te worden. Hij wordt het soort man dat op zijn Wikipedia-pagina informatie heeft staan als “Francesco kan gitaar spelen”, zoals je over Amerikaanse filmsterren leest dat ze het liefst zittend plassen of over bekende tv-presentatoren dat ze verslaafd zijn aan wattenstaafjes.

Zo gaan die dingen, als je beroemd bent. Alles wat je kan, is zinnige informatie. En alles wat je niet kan eigenlijk ook.

Na drie jaar is Francesco Planckaert eindelijk geen wielrenner meer. Hij neemt de houthandel van zijn vader over. Over Houthandel Planckaert hoeven mensen maar twee zaken absoluut te weten:

  • Spectaculaire prijzen, onberispelijke kwaliteit.
  • Motto: “Sterk, goed, mooi en snel.”

Af en toe duiken Francesco en zijn vrouw Magali nog op in ‘de boekskes’. Zoals in 2010, wanneer hun derde kind Yukka geboren wordt en Magali wordt geïnterviewd.

Wat Yukka eigenlijk betekent?

‘Mijn broer zei iets over een drakenrijder of zo, en het is ook een plant, maar dat doet er toch allemaal niet toe.’

Tot slot wordt er ook nog melding gemaakt van het feit dat de navelstreng thuis in de vriezer ligt. Maar Magali gaat hem niet opeten, wat nochtans een ‘oud Planckaert-gebruik’ schijnt te zijn: ‘Eerlijk gezegd was dat de vorige keer helemaal niet lekker.’

Zo heeft Francesco Planckaert iets gepresteerd waar geen van zijn beroemde familieleden ooit van heeft durven dromen: iedereen kent hem, en hij heeft er geen wedstrijd voor hoeven winnen.

Frank Heinen