Op donderdag 28 juni 1956 gaat de dertienjarige Romek Strzalkowski van huis. Hij is op weg naar de winkel als hij plots verzeild raakt in de grootste mensenmenigte die hij ooit heeft gezien. Het is een reusachtige demonstratie die door de straten van Poznan trekt.

Romek, net als alle andere Poolse kinderen een patriot in hart en nieren, vergeet onmiddellijk waarom hij eigenlijk op straat is en sluit zich aan bij de demonstratie.

In de gauwigheid schrijft hij een boodschap op een stuk karton. Er staat: ‘Wij eisen godsdienstonderwijs op onze scholen’.

Dan, als de demonstratie al behoorlijk uit de hand gelopen is, wordt Romek aangepakt door een agent in burger, die hem het karton uit de hand trekt en hem wil inrekenen.

Wat er daarna gebeurt, vermeldt de geschiedenis niet. Zeker is dat Romek Strzalkowski de volgende dag wordt aangetroffen in het ernstig beschadigde Ministerie van Veiligheid, zittend in een stoel. Hij is in zijn borst geschoten.

*

Stanislaw KrolakTwee maanden voor Romek Strzalkowski’s dood is de Vredeskoers van 1956 van start gegaan. Een van de deelnemers is de talentvolle Pool Stanislaw Krolak wil proberen een gooi te doen naar de eindzege. De Vredeskoers is de Tour de France voor wie achter het IJzeren Gordijn woont. Een reusachtige wielerwedstrijd, waaraan iedereen die op de route woont zijn steentje bijdraagt. Een feest van de gemeenschap. Een feest waar je verplicht heen moet, dat wel.

Krolak is de hoop van de Volksrepubliek Polen, een land dat bestaat sinds 1944 en dat eigenlijk permanent onder grote druk staat. De communistische regering lijdt onder gebrekkig gezag, in steden als Warschau en Poznan hangt een dreigende, rellerige sfeer. Wanneer Stalin wordt gevraagd naar de situatie in de Volksrepubliek, zegt hij: ‘Proberen de Polen communisme te brengen, is proberen een koe te zadelen.’

Sport, en wielrennen in het bijzonder, is bij uitstek geschikt om het gevoel van nationale eenheid nieuw leven in te blazen en Krolak is de aangewezen figuur: hij is een bekend figuur, heeft in de voorbije jaren al verschillende etappes in de Vredeskoers gewonnen en bovendien is hij niet bang om zich uit te spreken. Hij is een Pool zoals de Polen hun Polen graag hebben.

Dat jaar, 1956, wint Stanislaw Krolak de Vredeskoers, op ruime afstand gevolgd door de Roemeen Dumitrescu en de Sovjet Kolumbet. Zijn verrichtingen zijn met toenemende opwinding gevolgd door het hele land, en met de opwinding komen de sterke verhalen.

In de laatste dagen van de wedstrijd vertelt iedereen in Polen elkaar het volgende: Krolak zou in een van de etappes waarin hij de basis legde voor zijn eindzege een renner van de Sovjetploeg met een fietspomp op het hoofd hebben geslagen. De Sovjets zouden met z’n allen een van Krolaks (niet bij naam genoemde) ploeggenoten bedreigd hebben, waarop de sterkste man zijn vriend en collega verdedigde door zijn pomp tevoorschijn te halen.

Stanislaw Krolak, symbool van de Poolse onverzettelijkheid: zich verzet tegen de Russen en uiteindelijk als winnaar uit de strijd gekomen. Er zijn beelden bewaard gebleven van zijn terugkeer in Warschau: de David die Goliath met een fietspomp velde, blijkt een keurig geklede jongeman in overhemd en colbert. Onderaan de vliegtuigtrap staat zijn vrouw, een gebloemde hoofddoek om het haar geknoopt en een brede glimlach op het gezicht. Als de bus met Krolak erin van de landingsbaan naar het stadscentrum rijdt, wordt hij achtervolgd door tientallen jongens op hun eigen racefietsjes.

Later die dag zal de grootse huldiging van Stanislaw Krolak uitlopen op een massale anti-Sovjetdemonstratie. En dat allemaal vanwege een fietspomp.

Er was echter een probleem met het fietspompverhaal: het was niet waar.

Stanislaw Krolak ontkende bij hoog en bij laag dat er ooit iets dergelijks was voorgevallen. En iedere keer dat journalisten hem weer vroegen naar zijn heldenstatus, antwoordde hij weer dat hij daar geen recht op had.

En de journalisten bleven vragen, en Stanislaw Krolak bleef ontkennen. Het was zinloos: de Polen wilden zo graag dat er een Pool was die opstond tegen de Russische overheerser dat het gewoon gebeurd moest zijn. Het verhaal was te mooi om door de werkelijkheid om zeep geholpen te worden.

Jaren later, toen hij al lang gestopt was met fietsen, ontkende Stanislaw Krolak het niet meer.

*

De Opstand van Poznan duurt drie dagen, er moeten uiteindelijk Sovjettanks aan te pas komen om de demonstraties neer te slaan.

In die drie dagen komen ruim honderd burgers om. Een van hen heet Romek Strzalkowski.

Nauwelijks zes weken na de finish van de Vredeskoers heeft Polen nog een symbool voor een vrijheidsstrijd die nog 33 jaar zal duren.

Bronnen:

Herbie Sykes – The man who raced against the Stasi
Jan van Steenbergen – Poznan, juni 1956

Frank Heinen