Pawel Szczepaniak (22 maart 1989) & Kacper Szczepaniak (21 november 1990)

Zes weken zijn Pawel en Kacper Szczepaniak wereldkampioen. Tot een brief wordt bezorgd die hen doet vluchten. Weg van de pers, hun ouders, hun dorp. Weg van hun regenboogtrui. De fietsen nemen ze mee op hun vlucht.

Waar zijn de broers nu? Wie weet door welk bos of welk veld ze met hun fiets op de schouder rennen?

Kleine kereltjes zijn het nog als Pawel en Kacper met hun vader tot ’s avonds laat aan de fietsen sleutelen voor hun huis naast het station van Strzelce Krajenskie. Het kleine dorp zou een zustergemeente van het Brabantse Hoogerheide kunnen zijn. Dit epicentrum van de Poolse cyclocross ligt niet ver van de Duitse grens bij Frankfurt a/d Oder. Ieder jaar als de kraanvogels over hun dorp de trek naar het zuiden inzetten pakken de broers hun crossfietsen uit de schuur. Modder genoeg in Strzelce.

De broertjes rijden voor de club van de plaatselijke metaalfabriek: POM Przełajowcy Strzelce. POM doet vooral aan veldrijden, de club grossiert in moddermedailles. Vader Casimir Szczepaniak verzorgt het materiaal en stopt al zijn spaargeld in de sportcarrières van zijn zoons. Het loont: ze winnen alles bij de junioren en beloften. Net als de oudere Mariusz Gil dat jaar na jaar deed voor de club. De roodwitte trui van de nationaal kampioen gaat altijd naar het clubhuis van de fabriek in Strzelce. Zo breed is de basis van het Poolse veldrijden niet.

De prestaties van Pawel en Kacper zijn voor ex-prof Zbigniew Spruch een reden om ze naar het bescheiden Pools/Italiaanse continentale team Utensilnord-Corratec te halen. En als Spruch het vraagt, zegt een Pools talent natuurlijk geen nee. Maar het team blijkt de absolute kelder van het profrennen, waar voormalig wereldkampioen tijdrijden Serhiy Honchar naar is afgedaald. Er brandt geen licht in die kelder. Honchar is aan het uitbollen tot zijn veertigste verjaardag en dopingrecidivist Niklas Axelsson trapt rustig met hem mee. Zo’n ploeg dus. Pawel en Kacper zijn na een paar maanden vertrokken bij dit obscure gezelschap.

Het lukt oudste broer Pawel in 2009 om de bronzen medaille te winnen tijdens de wereldkampioenschappen veldrijden voor beloften in Hoogerheide. Vlaanderen is een steenworp weg en heeft meegekeken. Pawel mag naar Revor-Baboco, het team van zijn clubgenoot Mariusz Gil en ex-wereldkampioen Erwin Vervecken. Hij gaat in de winter van 2009-2010 meerijden in de Wereldbeker voor beloften en in de Gazet van Antwerpen Trofee. Meestal rijdt hij ergens achterin de top twintig, met soms een uitschieter. In het veldrijden liggen de verhoudingen doorgaans muurvast.

De jongere Kacper maakt meer indruk. Hij wordt een paar keer derde in internationale veldritten en ook hij wint in –hoe kan het ook anders – Hoogerheide. Hij verslaat aanstormende talenten Joeri Adams en Tom Meeusen in de GP Adrie van der Poel. Het is 24 januari 2010. Nog zes dagen en dan is het WK.

Het uitgezette WK-parcours in Tabor is besneeuwd en het vriest een paar graden. De vorst beslist er een snelle omloop van te maken waarop de Poolse beloftenploeg met drie mag starten. Vlak voor de start spuit Kacper zelf het vuil nog van zijn fiets. Hij is het gewend. De Belgische beloften kijken vol verbazing toe.

Als het startstoplicht op groen springt laten de Polen zien waarvoor zij hier gekomen zijn: Ze schieten weg. De broers doen het ijs onder hun tubes smelten. Marek Konwa koerst lange tijd nog in derde positie waardoor een volledig Pools podium in de maak is. Vlaams favoriet Tom Meeusen rijdt een verloren race. In de laatste ronde heeft Pawel zo’n vijftien seconden voorsprong op zijn broer te pakken. Daar achter gaapt een groot gat. Hij had de tegenstand met gemak op minuten gereden, maar neemt geen enkel risico meer op de ijspiste van Tabor. In de finishstraat pakt Pawel de nationale vlag aan van een supporter en viert zo de eerste Poolse wereldkampioen in de geschiedenis van het veldrijden. Omdat achter hem de Fransman Jouffroy een goede dag heeft is er geen compleet Pools podium, maar het scheelde weinig.

Direct na het WK doet de Nederlander Hans van Kasteren van topteam Telenet-Fidea de broers een aanbieding. Het veldrijden smacht naar kampioenen van buiten Vlaanderen om de sport gezond te houden. De broers Szczepaniak bedrukken hun kampioenstruien met het gele logo van de Vlaamse verzekeraar zonder dat de teammanager van Revor het weet. Maar er is wel meer waar de buitenwereld op dat moment geen weet van heeft.

Er wordt een in het Engels opgestelde brief bezorgd bij het huis naast het station van Strzelce. Er staat een Zwitserse poststempel op van 11 maart 2010. Zes weken na het WK brengt de UCI het bericht naar buiten waar veel wielervolgers al voor vreesden: in de urinemonsters van Pawel en Kacper zijn sporen van het verboden middel EPO aangetroffen.

Hans van Kasteren, ploegbaas van Fidea, geeft direct een persconferentie. De Vlaamse krant Het Laatste Nieuws duikt er op en publiceert een uitgebreid verhaal waarin ook Pawel wordt opgevoerd. De broers hebben het bedrog gepleegd om hun ouders een betere toekomst te bezorgen. Er wordt gesproken over een dubieus tussenpersoon die het duo van de verboden middelen heeft voorzien. De Vlaamse krant brengt het nieuws dat Kacper naar aanleiding van alle ellende geprobeerd heeft om zelfmoord te plegen.

Toch nog wat publiciteit behaald aan de broers. In het veldrijden wordt naar goed gebruik alles uitgevent. Daarna wordt het stil rond de Szczepaniaks.

In een spaarzaam interview met een Poolse televisiezender vertelt vader Casimir in de zomer van 2010 zijn verhaal. Hij is geschrokken van de pers. Televisieploegen omsingelden hun huis op zoek naar een glimp van de broers. Het was voor Szczepaniak Senior een nachtmerrie. Hij las berichten die onmogelijk waar konden zijn. Er was volgens hem geen zelfmoordpoging, een verzinsel van de kranten. En hij is boos op de Poolse Bond die hem liet zitten. Er is nooit een analyse van het B-staal uitgevoerd. Ze zouden er het geld niet eens voor hebben om het uit te laten voeren. Bovendien, de Bond moet nog steeds de premie van de bronzen medaille uit Hoogerheide uitkeren. In plaats daarvan schorsen ze oudste broer Pawel voor acht jaar en Kacper voor vier jaar. En er volgt nog een boete. Een ongekend hoge straf die een eventuele tweede kans in het profwielrennen praktisch onmogelijk maakt voor Pawel.

Gevraagd naar waar zijn zoons zijn antwoordt Casimir dat ze zijn vertrokken naar Nederland, op zoek naar werk. Dat ze hun fietsen meenamen bezorgt hem een glimlach op een gezicht vol tranen.

Januari 2011. Clubman Casimir Szczepaniak reikt tijdens de Nationale Kampioenschappen vanuit de materiaalpost de één na de andere blinkende fiets uit aan Mariusz Gil en de andere renners uit Strzelce. De grootste vijand van vader Szczepaniak is de modder op het parcours. Het ligt zo vet dat het schuift, er moet iedere ronde van fiets worden gewisseld.

Casimir staat op het Poolse kampioenschap niet alleen in de materiaalpost. Zoon Pawel werkt zich die dag in het zweet met de hogedrukspuit. Hij is het gewend. Tijdens de Poolse nationale kampioenschappen wint POM uit Strzelce als altijd alle medailles die er te winnen zijn. Éen jaar na de brief van de UCI staat de familie Szczepaniak weer met beide benen in de modder.

 

Martijn Sargentini