VinokourovAlexandre Vinokourov stopt er na deze Tour mee. Nou ja, na de Spelen. Als hij niet voortijdig met een geknapt bovenbeen uit een greppel wordt getild en dan dus niet gepast afscheid kan nemen. Afscheid nemen doet Vino niet met één van zijn machtige poten in een gipsen omhulsel. Niet Vino. Vino stopt op de fiets. Het liefst winnend, of in ieder geval een veelbelovende Kazach helpend. Kan die kleine tot in lengte van dagen dankwoorden uitspreken richting Alexandre. Alexandre die dan al een gerespecteerd lid is van het Kazachstaanse parlement. Dat geblokte lichaam gehuld in een maatpak, maar nog altijd met dezelfde krachtpatsersblik. ‘Veto Vino’, zullen ze hem noemen. Zijn collega’s zullen ja en amen knikken.

Ik mag Vino wel. Ik zou geen biertjes met hem willen drinken, maar ik heb met veel plezier gekeken naar zijn koersen. Vino was niet echt van de souplesse, of de tactiek. Vino was van het hoefschrapen. En als het hek open ging, kataklopte Vino met zijn machtige dijen naar de glorie. Voor Kazachstan. Voor Kivilev. Want hoewel Vino de duivel lachend in zijn gezicht spuugt, komen de waterlanders rap naar boven als zijn goede vriend Kivilev ter sprake komt. Kivilev. Dankzij hem draagt het complete peloton nu een helm. In de eerste jaren na diens overlijden leek Vino een emotioneel wrak. Won hij, dan huilde hij. En niet een bescheiden snifje, of een trillende zucht op een Frans podium, maar echt huilen. Snikken. Diepe halen. Vino huilt zoals hij fietst. Met overgave, zonder gêne.

Naar mijn mening was Vino’s mooiste zege die op de Champs Élysées in 2005. Want het had alles in zich. Die zege kon door niemand anders behaald worden. Dat blinde beuken. Een monsterlijk verzet en de benen zo tekeer laten gaan dat zelfs het oersterke carbon in zijn fiets jankte om medelijden. Een compleet peloton had geen idee hoe ze die Kazach moesten aanpakken. Er werd gejakkerd als dolle honden achter een ontsnapte vos. Vino won. Zijn zegegebaar was ook typisch Vino. Woeste brul, twee gebalde vuisten. Het zou me niks verbazen als hij een soigneur direct na de finish een hengst had verkocht. Van adrenaline. Daarna wel bij wijze van excuus een krankzinnig duur horloge geven. Geregeld via de minister. Zo is Vino ook wel weer.

Maar zelfs een dolle stier is op een gegeven moment wel uitgebriest. En Vino gaat stoppen. Blazoen natuurlijk wel wat geschonden wegens bloeddoping. Maar goed. Hij zat zijn straf uit en won Luik-Bastenaken-Luik. Of nee, hij kócht Luik-Bastenaken-Luik. Alsof die arme Kolobnev zonder dealtje wél uit de klauwen van Vino was gebleven. Terzijde. Vino stopt. Voor de derde keer. Zijn schorsing was geen waardig afscheid, zijn gebroken been ook niet. En dus moet het nu. Na de Spelen. Eerst nog de Tour. Het zou geweldig zijn als hij nog één keer zijn duivels kan ontbinden. Nog één keer zien hoe dat stuk fietsend graniet die jonge ventjes een bruut pak voor de broek geeft. Ze in verbazing achterlaten en in Londen uithalen in een aanval die het never gaat halen.

En dan gaat Vino de politiek in. Want iedere politicus weet hoe waardevol het is om hem aan zijn zijde te hebben. Bronzen standbeeld in Astana, vette Maybach van de regering. Niemand die Kazachstan nog wat doet. Vino wordt een stoerdere politicus dan Vladimir Putin. Ook hij zal in de blote bast een beer wurgen met de blote handen. En Kazachstan zal hem adoreren. Voor altijd.

Ivo Pakvis
Twitter
Laatste berichten van Ivo Pakvis (alles zien)