Er was eens een Belg die via zijn uitgebreide connecties een VIP-ticket versierde voor de Eneco-Tour. En de koers mee mocht volgen in een wagen van de organisatie. In die auto zaten niet alleen deze Belg, maar ook twee Nederlanders. De één een triatleet die verdacht veel rookt om triatleet te zijn, de andere beheert één of ander obscuur wielerblogje, enkel toegankelijk voor ingewijden maar toch met meer dan 8800 volgers op twitter. Van die volgers is hoogstwaarschijnlijk 90% gekocht met de opbrengst van boekrecensies op desbetreffend blog, maar hij mocht zo toch ook maar mooi mee.

Oh ja, een chauffeur hadden we ook nog. Henk Lubberding is de naam. Het kan ook Hen Clubberding of Henc Lubberding zijn. Genealogen zijn nog steeds aan het uitzoeken wat zijn echte naam is. Na in Koksijde onthaald te zijn geworden en achter Henk Lubberding, laten we hem gemakshalve zo noemen, met zes zakken met lunchpakketten in te zijn aangehold, kwamen we bij de gemotoriseerde vierwieler van de organisatie waarmee we hopelijk veilig Ardooie zouden bereiken. Alvorens ons lot helemaal in handen te leggen van Henk, konden we vlak voor de start het rennersdorp bezoeken. Moeilijk om je auto daar kwijt te geraken, maar op het trottoir parkeert het ook lekker.

Zo sta ik wel op het zebrapad toch? Of niet iets naar achteren?

Zo sta ik wel op het zebrapad toch? Of niet iets naar achteren?

Maar er is niets oneerbaar aan om je laatste levensuur mee te maken in het rennersdorp met als gids Henk Lubberding. Terwijl een bevriend journalist, enige helderziendheid is hem niet vreemd, per se een interview wilde met Mark Renshaw die maar niet uit zijn ploegbus wilde komen, leidde Henk ons van de ene fiets naar de andere die allen zo wel hun mankementen hadden. Het ene al wat onoverkomelijker dan het andere. Een mens begon haast vergeten dat die renners op hoogtechnologische tuigen rijden in plaats van op krakkemikkige vehikels uit het wieleroertijdperk.

henkhandEn aangestaard werd ie ook. Hé, Gert-Jan Theunisse. Ziet er nog goed uit die Gert-Jan Theunisse. Op de foto met Gert-Jan Theunisse, hartstikke gaaf! Toen Bradley Wiggins rijkelijk laat uit de ploegbus van Sky stapte, werd Lubberding naar daar gesommeerd. Het verzamelde publiek rond de Sky-bus had plots geen aandacht meer de Tourwinnaar van 2012, maar draaide zich allen om voor een handtekening of foto van Henk. En Wiggins kon zo rustig vertrekken zonder zich ook maar iets te moeten aantrekken van de mensenmassa voor zijn bus die daar nu nog enkel stond voor Henk. Of is het nu Gert-Jan?

Maar in een achteraf hoekje van het rennersdorp stond ook de ploegbus van Lampre-Merida. Merida, de beste fietsen van het peloton. Onthoud u dat vooral. Niet omdat Henk enige banden heeft met het fietsenmerk Merida. Of misschien een heel klein beetje maar dan. En plots viel zijn nietsontziend oog op een stripje tussen de band en velg op één van de fietsen van Merida. Daar moest ie het fijne van weten tot in het detail. Een Italiaanse mecanicien van de ploeg begon zenuwachtig rond ons heen te draaien. Henk had nog net niet de fiets helemaal omgebouwd.
En dus begon er een conversatie tussen mecanicien, Henk en zijn gasten. De communicatie verliep niet rimpelloos. De Italiaanse verzorger bleek enkel Italiaans en Frans te kunnen. Ik – hier enkel in schrijvende functie en bijgevolg een nog doder object dan een scheidsrechter in het voetbal – ben op pad met drie Nederlanders. Dat even gezegd zijnde om u maar uit te drukken hoe verstaanbaar we ons in het Frans konden uitdrukken. De hele Lamprestal werd bovengehaald op zoek naar iemand die zich verstaanbaar kon uitdrukken om Henk tevreden te stellen met een antwoord op diens prangende vraag. En dat lukte op den duur, in een mengelmoes van Frans, Engels en Siciliaans. Want een Italiaanse wielerploeg is toch ook altijd een beetje maffia. Ik geloof dat er zelfs eventjes Esperanto werd gesproken. Waarvoor het stripje tussen de band en velg nu dient, geen idee. Henk weet het nu. Of ook niet.

Druk g

Hevig gesticulerend met de verzorger van Lampre.

Na een schietgebedje te hebben gericht tot de heilige Merida, patroonheilige van de racefietsen, dat onze zorgvuldig op het trottoir geparkeerde wagen in het zicht van vier politieagenten er nog steeds stond, was het tijd om te fietsen. Voor de renners dan toch. Vermits onze auto er nog intact stond zonder vervelend berichtje onder de ruitenwissers, dat groene blaadje onder de voorruit met het woordje “volger” op kan soms erg praktisch zijn, vertrokken we. Vermits het wedstrijdboek even begrijpbaar is als de gemiddelde tweet van Fabian Cancellara, moest er af en toe de weg gevraagd worden. Waar mijn Nederlandse reisgezellen op de heenweg eerder teruggetrokken waren om aan een West-Vlaming de weg te vragen, andere taal, cultuur en eetgewoonten weet je wel, was alle schroom nu overboord gegooid. De conversatie met de Italiaan van Lampre die enkel wat Siciliaans kon en naar eigen zeggen ook een woordje Frans waarna hij in het Engels begon te praten, deed het linguïstische zelfvertrouwen van mijn Nederlandse medepassagiers duidelijk goed. En durfde men het gewoon op de man af te vragen: ‘Rijden de renners die kant op? Ja? Oké, dan rijden wij de andere richting uit.’ En waarna de seingever of politieagent eens een bedenkelijk gezicht trok, maar zich al snel verzoende met het feit dat hij hier met Nederlanders te maken had.

Topsport Vlaanderen op Merida's?

Topsport Vlaanderen op Merida’s?

Tot daar was de politie nog steeds onze vriend. Sommige dingen veranderen nu eenmaal. En dat kan snel gaan. Het tegemoet rijden van de renners kon niet eeuwig duren. En het stopte al vroeger dan voorzien door onze gelegenheidschauffeur, die rechtdoor wilde terwijl een politieagent hem dat verhinderde. Gevolg: aanrijding met desbetreffende politieagent. Volgens Lubberding wandelde de politieagent tegen onze rijdende auto aan. Het is natuurlijk allemaal maar hoe je het interpreteert. Daarna viel er niet meer te spreken met de agent die versterking inriep van collega’s om het ongeleide projectiel, met name de wagen waarin Henk en zijn drie gasten zaten, terug op het rechte pad te krijgen. ‘Ik wilde hem gewoon rustig uitleggen wat mijn plan was om te doen,’ tierde Lubberding nog. Maar daar had de agent geen oren naar. Een agent in functie aanrijden wordt doorgaans niet zo erg geapprecieerd. Gelukkig werd onze auto niet doorzocht. Of er zouden verdachte pakketten in gevonden worden, DOVO zou moeten worden opgeroepen om deze gevaarlijke en artisanaal gemaakte lunchpakketten te ontmantelen en wij zouden zonder lunch zitten. Weer redde het groene blaadje met “volger” ons. Edoch moesten we op onze stappen terugkeren, een Belgische politieagent is immers onvermurwbaar, zeer tegen de zin van onze chauffeur.

Om dit incident te verwerken, konden we ons tegoed doen aan een uitgebreide lunch om die daarna met champagne weg te spoelen terwijl de renners zwetend en puffend het West-Vlaamse land moesten trotseren. Acht minuten tussen de leiders en het peloton. Ideaal moment om dus even achter de kopgroep te gaan rijden realiseerden we ons na vijf minuten. Uit angst voor een chasse-patate had onze privéchauffeur in een paar minuten tijd deze achterstand op de kopgroep overbrugd. En daar zaten we dan in het zog van de kopgroep, na wat gemanoeuvreer met motorrijders die een fractie van een seconde te lang in de weg zaten te rijden. Het publiek juichte ons toe, een heuse mensenmassa was op de been gebracht, uitgestorven dorpen kwamen weer tot leven om de VIP-wagen met aan het stuur Henk Lubberding op een passende wijze te onthalen. Het gebeurt immers zeer zelden dat iemand die in zijn carrière zowel de witte trui heeft gewonnen als Gent-Wevelgem als de Acht van Chaam bij zowel amateurs als profs voor je deur passeert. Sterker nog, zoiets overkomt je hoogstwaarschijnlijk maar één keer in je leven.


‘Hoi Rini.’ Heeft u dat nooit dat u plots wordt opgebeld door Rini Wagtmans. Sommige mensen blijkbaar wel. ‘Kunnen we verder afspreken via mijn e-mailadres, Rini? Wel even erbij zeggen, Henk Lubberding is in mijn mailadres wel met een c. Dus henclubberding. Ja, de c van Corina. Vrouwenemancipatie weet je wel.’ Dus als u ergens T-shirts ziet opduiken van de Henc Lubberding Fanklub, u weet waar het begonnen is. Zo van die toevalligheden overvielen ons nog wel. Het kan je ook zo maar overkomen dat je op een lukraak gekozen punt op het parcours gaat staan ergens diep in West-Vlaanderen en dat daar dan toevallig een Nederlander staat uit Leiden die ook nog eens fietslessen heeft gekregen van ene Henk Lubberding. En die nog kon opdreunen dat je altijd moet trappen als je remt. ABS! We deden wel meer van die inzichten op. Wilco Kelderman is talentvoller. Een toprenner kon na persoonlijk verlies zomaar ondersteuning krijgen bij dé haptonoom. En Vannieuwkerke, talentvol renner uit Ieper! Of toch Diksmuide? Bij nader inzien toch vooral ABS: altijd trappen als je remt.

Terwijl op de achtergrond de koersradio, een ouderwets bakje waar met veel gekraak en gepiep en met horten en stoten info uit doorsijpelt, geluid produceert, blijft Lubberding honderduit tateren over al zijn bezigheden. De koers kabbelt dan wel rustig naar haar einde toe, de dag vloog voorbij. Tijd dus om richting Ardooie te trekken waar de renners nog twee keer passeren alvorens aan te komen. Een heus VIP-dorp is daar opgetrokken. Het rantsoen bestaat er uit bavarois en champagne. De relaties tussen de inwoners omschrijf je het best als ons kent ons. En de badge dat de inwoners dragen verbindt hen vaak meer dan de koers. En dus gedragen we ons nog even als VIP’s. Champagne lurken, oesters vreten, kaviaar op de grond morsen in het zicht van de plebs aan de overkant van de straat, op de foto gaan staan met Patrick Lefevere. Allemaal om ter decadentst dus. Het VIP-dorp bestaat uit twee zones: één voor de echte VIP’s waar Lubberding en zijn drie gasten toe behoren en één voor de plebs-VIP’s. Toch besloten we ons even naar het plebsgedeelte van de VIP-zone te begeven om de kaviaar en oesters door te spoelen met een pak friet. Hier vielen we even door de mand, maar al gauw begaven we ons terug naar onze natuurlijke biotoop om het einde van de koers te beleven. Oh ja, Mark Renshaw won de koers na een weergaloze demarrage, maar dat is niet meer dan een voetnoot.


Nawoord door HetisKoers! Het begon met een ludieke tweet. En voordat wij het wisten zaten we met drie man sterk bij Henk Lubberding in de auto. Veel slap geouwehoer, fijne verhalen en nuttige tips. Henk Lubberding is een uitstekend gastheer én, ondanks alle waarschuwingen, ook een uitstekend chauffeur gebleken. Of wellicht is coureur dan toch een beter woord. We willen hierbij Eneco, de mensen achter @enecotour en iedereen die zijn of haar bijdrage heeft geleverd van harte bedanken voor deze schitterende dag!
Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)